Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 7-1172

van Philippe Courard (PS) d.d. 31 maart 2021

aan de minister van Middenstand, Zelfstandigen, KMO's en Landbouw, Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing

Landbouwgronden - Speculatie - Plan voor een eventuele regeling - Jonge boeren - Problematische situatie - Maatregelen - Overleg met de deelstaten en met de bevoegde Europese ministers

landbouwsector
Waals Gewest
toegang tot het beroepsleven
startende onderneming
bouwspeculatie
gemeenschappelijk landbouwbeleid

Chronologie

31/3/2021Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 29/4/2021)
3/2/2022Antwoord

Vraag nr. 7-1172 d.d. 31 maart 2021 : (Vraag gesteld in het Frans)

Deze vraag werd gesteld in het Waals Gewest (Parlement de Wallonie, question écrite no 332 (2020-2021)) maar het landbouwbeleid is een transversale materie. De vertegenwoordiging van België op Europees niveau inzake deze materie is immers geregeld door samenwerkingsakkoorden.

De Waalse landbouwwereld is de wanhoop nabij, en ook de provincie Luxemburg ontsnapt daar niet aan!

Het fenomeen van grondspeculatie, in het bijzonder landbouwgrondspeculatie, bestaat al decennia. Maar de laatste jaren, met de invoering van premies, neemt het fenomeen zulke proporties aan dat volgens mij een diepgaand onderzoek of zelfs een regulering van het systeem nodig is.

U weet immers wellicht dat jonge boeren (onder de 35 jaar) slechts 6% van de landbouwers uitmaken. Dat vertaalt zich jaar na jaar ook in een belangrijke afname van het aantal landbouwbedrijven.

Daarvoor zijn uiteenlopende redenen en ik wil geenszins een debat over zo een complex onderwerp heropenen. Toch lijkt een van de redenen in de speculatie in landbouwgronden te liggen, die optreedt sinds grote premies kunnen worden verkregen, onder meer als een teelt het biolabel heeft.

Verschillende actoren uit de sector hebben me vragen gesteld over dit onderwerp. Het mechanisme dat lijkt te ontstaan is dat van een loutere financiële belegging.

De toegang tot het beroep is een formaliteit: een betaalde inschrijving bij de organisatie voor jonge boeren, de Fédération des jeunes agriculteurs (FJA), gevolgd door een vormingsmodule die uit verschillende afzonderlijke cursussen bestaat. Zodra de speculanten administratief in orde zijn, kunnen ze beginnen produceren wat het meest winstgevend is, namelijk «bio». Dat is een fluitje van een cent: ze stellen de jonge boeren, die geen grond kunnen kopen, voor om voor hen te werken of ze schakelen landbouwarbeiders in.

De toegekende premies zouden in zekere zin een vast rendement zijn voor die grondspeculanten, dat interessanter is dan een financiële investering bij een bank. De jonge boeren die een activiteit willen starten daarentegen zijn genoodzaakt zich zwaar in de schulden te steken.

Die evolutie en de speculatie zijn zo sterk dat beheerscontracten of huurcontracten voor een landbouwgrond uiterst zeldzaam zijn geworden. Als men een beetje begint op te zoeken over dit onderwerp, vindt men al gauw advocatenpraktijken die administratieve begeleiding aanbieden. Deze evolutie zou wel eens een «schandaal 2.0» kunnen worden.

1) Kunt u me zeggen of het fenomeen gekend is bij uw diensten? Werden er andere gelijkaardige gevallen vastgesteld?

2) Zo ja, werd er contact opgenomen met uw collega's van de deelstaten om bijvoorbeeld een regeling uit te werken, in het bijzonder om de jonge boeren de mogelijkheid te bieden grond te verwerven of grond te kunnen bewerken gedurende redelijke periodes?

3) Is het normaal – en dat is volgens mij het belangrijkste punt – dat onze landbouwgronden een speculatie-instrument worden, ten koste van een gezond en duurzaam beheer in het kader van de lokale productie? Wat is uw standpunt daarover?

4) Tot slot, communiceert u daarover met uw collega's van de deelstaten en met de andere Europese ministers, evenals met de Europese Commissie die verantwoordelijk is voor het Gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB)? Zo ja, wat is het resultaat daarvan?

Antwoord ontvangen op 3 februari 2022 :

Ik ben het eens met uw vaststelling over de prijs voor landbouwgrond in het Waals Gewest. De gemiddelde prijs voor onbebouwde onroerende goederen die volledig in landbouwgebied liggen op het gewestplan is gegaan van 27 202 euro per hectare in 2017 naar 30 521 euro per hectare in 2020. Dat is een toename met 12 % over de periode van 2017-2020. Grondspeculatie speelt hierin een rol, maar het beleid voor de ondersteuning en de ontwikkeling van de «bio»-sector in het bijzonder versterkt het fenomeen ook.

Jonge landbouwers hebben het moeilijk om grond te kopen door de hoge prijzen, een parameter voor toegang tot grond.

Dit is evenwel een bevoegdheid van de Gewesten. Ik weet dat mijn Waalse collega bovendien bekijkt welke praktijken ingevoerd zouden kunnen worden in het Waals landbouwmodel om deze situatie uit de wereld te helpen.

Sinds 1 januari 2020 is de hervormde pachtwet in Wallonië van kracht. De evaluatie van de impact op de toegang tot grond voor landbouwers is ook een noodzakelijk instrument om de problematiek af te bakenen.

Wij willen allemaal de invoering bevorderen van instrumenten ten gunste van onze Waalse landbouwers en hun lokale producties. Het is ons familiaal en duurzaam landbouwmodel dat met name verdedigd wordt in Wallonië en dus in de provincie Luxemburg. Bovendien is de geografische situatie ook een parameter die de toegang beïnvloedt tot grond met het oog op het gebruik ervan in de landbouw.

Daarnaast is er een studie aan de gang in Wallonië om de verdiensten en moeilijkheden te vergelijken van de verschillende instrumenten voor grondbeheer die ontwikkeld werden in de buurlanden, zoals in Frankrijk, waarvan de Sociétés d’aménagement foncier et d’établissement rural (SAFER) bekend zijn, of in Duitsland.

De opbouw van een financiële reserve voor de bedrijven is ook een belangrijke parameter. Die is noodzakelijk voor het voortbestaan van bepaalde bedrijven bij de verkoop van grond die de minimale rentabiliteitsoppervlakte beïnvloedt. Sommige private en overheidsinitiatieven proberen dat te verhelpen. Ik zal natuurlijk alle initiatieven steunen binnen de grenzen van mijn federale bevoegdheden.