Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 7-1169

van Peter Van Rompuy (CD&V) d.d. 31 maart 2021

aan de minister van Binnenlandse Zaken, Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing

Kids-ID - Kinderen van gescheiden ouders - Problemen - Mogelijkheid van een tweede kids-ID

identiteitsbewijs
kind
echtscheiding

Chronologie

31/3/2021Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 29/4/2021)
29/4/2021Antwoord

Vraag nr. 7-1169 d.d. 31 maart 2021 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Motivering van het transversale karakter van de schriftelijke vraag: de problematiek die gepaard gaat met de aanvraagmogelijkheid van slechts één kids-ID bij gescheiden ouders vraagt om een overkoepelende aanpak.

Een kids-ID is een niet verplicht identiteitsdocument dat aan het kind toebehoort. Het kind is titularis van het document. Net zoals andere officiële documenten dient de kids-ID mee te verhuizen met het kind. Dat zorgt in de zomer- en vakantiemaanden vaak voor problemen bij kinderen van gescheiden ouders. Ondanks het niet verplichte karakter is het document noodzakelijk voor bepaalde inschrijvingen (kampen, school, e.a.) of gezamenlijke reizen.

Voor gescheiden ouders kan een tweede kids-ID soelaas bieden. Uiteraard dient elke vorm van misbruik (zoals parentale ontvoering) vermeden te worden. Een tweede kids-ID kan bijgevolg enkel na het voorleggen van een onderling akkoord door beide ouders of een rechterlijke beslissing.

Daarom volgende vragen:

1) Is de geachte minister zich bewust van de problemen betreffende de kids-ID voor kinderen van gescheiden ouders?

2) Ziet ze mogelijkheden om deze problemen in de toekomst te vermijden?

3) Zou ze de mogelijkheid van een tweede kids-ID voor kinderen van gescheiden ouders willen onderzoeken? Waarom wel? Waarom niet?

Antwoord ontvangen op 29 april 2021 :

1) De situatie van kinderen van gescheiden ouders is bekend en sinds de lancering van de Kids-ID zijn in de reglementering van de FOD Binnenlandse Zaken bepalingen opgenomen om met die problemen om te gaan. Daarvoor verwijzen wij naar de Algemene Onderrichtingen betreffende de elektronische identiteitsdocumenten voor kinderen onder de twaalf jaar – Kids-ID in de vorm van FAQ op de website www.ibz.rrn.fgov.be.

Een kids-ID is een identiteitsdocument dat aan het kind toebehoort. Het kind is titularis van het document. Net zoals andere officiële documenten dient de kids-ID mee te verhuizen met het kind van de ene naar de andere ouder. De ouder die de kids-ID heeft aangevraagd heeft niet het recht om deze kids-ID achter te houden.

Indien de ouder aan wie de kids-ID werd uitgereikt weigert om dit identiteitsdocument te bezorgen aan de andere ouder, kan de gemeente in geen geval een tweede kids-ID voor hetzelfde kind uitreiken. Zoals bepaald in de wetgeving kan een kids-ID slechts uitgereikt worden door de gemeente waar het Belgische kind is ingeschreven in de bevolkingsregisters. Een Belgisch kind onder de twaalf jaar kan geenszins titularis zijn van meer dan één identiteitsdocument. Zoals voor de volwassenen kan elke titularis van een identiteitsdocument slechts drager zijn van één nog geldend document met een unieke nummering gekoppeld aan een uniek identificatienummer van het Rijksregister, teneinde een correcte, unieke en permanente identificatie te waarborgen van elke burger en hem met name veiligheid te bieden in sociale uitwisselingen, bij de uitoefening van zijn rechten en verplichtingen en in zijn verplaatsingen in België of in het buitenland. In voorkomend geval is het evenmin de taak van de gemeente om tussen te komen in de betwisting tussen de ouders. De gemeente kan dan ook enkel de ouders doorverwijzen naar een familiaal bemiddelaar of een ouderschapsbemiddelaar.

Een bemiddelaar in familiezaken of een ouderschapsbemiddelaar kan ouders helpen om in het belang van het kind tot een oplossing te komen. Ondanks hun verschil in visie en mening zal de bemiddelaar ouders helpen elkaar als ouder te respecteren en naar het belang van het kind te kijken.

Kiezen ouders niet voor bemiddeling of leidt praten met een bemiddelaar niet tot een oplossing, dan dient de tussenkomst van de rechter te worden gevraagd. In hoogdringende gevallen kan dit gebeuren via de kortgedingprocedure.

Om dergelijke geschillen zoveel als mogelijk te vermijden, wordt eveneens aan de ouders (via de bijlagen 5 en 8 van de voormelde Algemene Onderrichtingen) bij de aanvraag en de afgifte van de Kids-ID van hun kind meegedeeld dat een Kids-ID een identiteitsdocument is dat aan het kind toebehoort. Het kind is titularis van het document. Net zoals andere officiële documenten dient de kids-ID mee te verhuizen met het kind van de ene naar de andere ouder. De ouder die de kids-ID heeft aangevraagd heeft niet het recht om deze kids-ID achter te houden

2) Om misbruik te vermijden, controleert de gemeentebeambte bij de aanvraag van de Kids-ID de identiteit van de volwassene die het kind vergezelt en zijn/haar hoedanigheid als persoon die het ouderlijk gezag over het kind uitoefent of de hoedanigheid als pleegouder of verantwoordelijke van de pleeginstelling waaraan het kind toevertrouwd is. Hij/zij ziet eveneens na of de foto voor de aanvraag van het document wel degelijk de foto is van het kind dat voorgesteld wordt met het oog op het verkrijgen van het elektronisch identiteitsdocument.

De gemeentebeambte moet het ouderlijk gezag van de aanvrager nagaan door zich te baseren op de bepalingen voorgeschreven in het Burgerlijk Wetboek (Eerste Boek – Titel IX betreffende het ouderlijk gezag en Titel X betreffende de voogdij).

Bij koninklijk besluit van 22 oktober 2013 (Belgisch Staatsblad van 21 maart 2014) werd artikel 16bis van het koninklijk besluit van 10 december 1996 betreffende de verschillende identiteitsdocumenten voor kinderen onder de twaalf jaar gewijzigd. Artikel 16bis, §1, eerste lid bepaalt het volgende:

“Van bij de geboorte kan een elektronisch identiteitsdocument op naam van een Belgisch kind onder de twaalf jaar worden uitgereikt door de gemeente waar het Belgisch kind ingeschreven is in de bevolkingsregisters. Het wordt uitgereikt op verzoek aan de persoon of de personen die het ouderlijk gezag uitoefenen over het Belgisch kind onder de twaalf jaar.”

Zoals blijkt uit de bepaling van artikel 374, §1, 2de lid, van het Burgerlijk Wetboek, kan het ouderlijk gezag gedefinieerd worden als “het nemen van belangrijke beslissingen betreffende de gezondheid van het kind, zijn opvoeding, zijn opleiding, zijn ontspanning, zijn godsdienstige of levensbeschouwelijke keuzes en de organisatie van zijn huisvesting.

De gemeente moet uitgaan van het principe dat de ouder die het identiteitsdocument aanvraagt het ouderlijk gezag uitoefent, behalve indien ze kennis heeft van een gerechtelijke beslissing die de uitoefening van het ouderlijk gezag uitsluitend opdraagt aan de andere ouder, of van een uitspraak van de jeugdrechtbank die de ouder die het identiteitsdocument aanvraagt, uit het ouderlijk gezag heeft ontzet.

Als het identiteitsdocument wordt aangevraagd door de ouder waarbij het kind niet is ingeschreven, beschikt de gemeente over geen enkele juridische basis om de aflevering ervan te weigeren, behalve als de andere ouder zich op gemotiveerde wijze schriftelijk heeft verzet tegen de afgifte van het identiteitsdocument (d.w.z. een verzet dat is gestaafd door een bewijskrachtig document, zoals bijvoorbeeld een gerechtelijke beslissing of een proces-verbaal waaruit blijkt dat er voordien reeds problemen geweest zijn met de betrokken ouder, waardoor er een terechte vrees voor een ouderlijke ontvoering bestaat).

In geval van feitelijke scheiding die door de gemeente gekend is, in geval van scheiding van tafel en bed of van goederen, of van echtscheiding, lijkt het aangewezen om, los van tekenen van onenigheid, de andere ouder in te lichten (zelfs als de scheiding van de ouders niet inhoudt dat er onenigheid tussen hen bestaat en het vermoeden bepaald in artikel 374, §1, 1ste lid, B.W. niet in vraag stelt). Dezelfde voorzichtigheid wordt aangeraden in bepaalde bijzondere omstandigheden, zoals bijvoorbeeld een definitief vertrek naar het buitenland of wanneer de gemeente kennis heeft van eerdere incidenten betreffende de minderjarige.

Het is raadzaam voor de gemeente om de andere ouder hiervan in kennis te stellen (zie bijlage 8) binnen de 3 dagen na de opmaak van het basisdocument van de betrokken minderjarige. De Kids-ID zal inderdaad 2 of 3 weken na de aanvraag van het document afgegeven worden.

De ouder die de kennisgeving van de uitgifte van een Kids-ID heeft ontvangen, beschikt over een termijn van 7 kalenderdagen na de ontvangst van deze kennisgeving om desgevallend een schriftelijke verklaring waarin hij zijn verzet motiveert, of een kopie van de gerechtelijke beslissing die hem het exclusief ouderlijk gezag toekent, voor te leggen of om aan te tonen dat de andere ouder uit het ouderlijk gezag is ontzet, in welk geval de gemeente de Kids-ID niet mag afgeven.

3) Zoals eerder vermeld is het kind de enige titularis van de Kids-ID. De ouders, die het ouderlijk gezag uitoefenen, mogen dit document enkel aanvragen en bewaren. Dat betekent derhalve dat dit identiteitsdocument mee met het kind moet verhuizen wanneer het tijdelijk bij de andere ouder verblijft dan diegene aan wie het identiteitsdocument werd uitgereikt. Indien deze laatste weigert om dit identiteitsdocument te bezorgen aan de ouder bij wie het kind tijdelijk verblijft, kan de gemeente aan de andere ouder geen tweede identiteitsdocument voor hetzelfde kind uitreiken.

Het is niet de taak van de gemeente (noch aan de FOD Binnenlandse Zaken) om tussen te komen in echtelijke geschillen die betrekking hebben op de uitoefening van het ouderlijk gezag. Het is aan de ouders om de beslissingen betreffende het kind samen en in het belang van het kind te nemen.

Zoals voor de elektronische identiteitskaarten «eID» (die ook betrekking hebben op minderjarigen) bepaalt de wetgeving dat een Belgisch kind onder de twaalf jaar in geen geval titularis mag zijn van meer dan één identiteitsdocument. Er kan geen enkele afwijking op dat verbod worden toegekend.

De Kids-ID is eveneens een bewijs van inschrijving in de bevolkingsregisters van de gemeente waar het kind verblijft, waaraan, met name op gemeentelijk niveau, bepaalde rechten en plichten kunnen worden verbonden.

Ten slotte zal, in het kader van fraudebestrijding en ook om veiligheidsredenen, het uitreiken van twee identiteits- en reisdocumenten aan eenzelfde titularis ongetwijfeld het risico op alle soorten vormen van fraude verhogen en de moeilijkheden inzake identiteitscontrole en signalement door de nationale en internationale overheden vergroten.