Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 7-1160

van Martine Fournier (CD&V) d.d. 31 maart 2021

aan de minister van Pensioenen en Maatschappelijke Integratie, belast met Personen met een handicap, Armoedebestrijding en Beliris

Grensarbeiders - Franse gastarbeiders - Pensioen - Attest van leven - Jaarlijks bewijs bestemd aan de Franse overheid - Administratieve vereenvoudiging - Maatregelen

grensarbeider
Frankrijk
administratieve formaliteit
pensioenregeling
uitwisseling van informatie
documentverschaffing

Chronologie

31/3/2021Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 29/4/2021)
15/6/2021Antwoord

Vraag nr. 7-1160 d.d. 31 maart 2021 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Motivering van het transversale karakter van de schriftelijke vraag: grensarbeiders zijn voor de regionale economie van groot belang. We moeten dit eerder aanmoedigen dan ontmoedigen.

Ieder jaar moeten heel wat gewezen Franse gastarbeiders of seizoenarbeiders een attest van leven opsturen naar de Franse overheid. Ze moeten met dit document bewijzen dat ze het voorbije jaar recht hadden op hun pensioen en ook het komende jaar nog pensioen willen.

Er zit een grote variatie op de pensioenbedragen, maar voor iedereen geldt het jaarlijks bewijs van leven. Voor veel gemeenten is het een routinezaak geworden, maar voor de individuele burgers is het een lastige klus. Als rechthebbenden verhuizen naar een woonzorgcentrum dan merken we dat de kinderen dit vaak moeilijk hebben om op te volgen en wordt het weleens uit onwetendheid vergeten en krijgen de gepensioneerden het pensioen niet uitbetaald.

Eigenlijk is het in de eenentwintigste eeuw niet nodig om dit nog op een papieren manier te doen. De Franse overheid kan perfect een lijst krijgen van of vragen aan de federale, Vlaamse of lokale overheid en dit zo afhandelen, zodat de individuele burger hier geen administratieve last van heeft.

Daarom wens ik u volgende vragen voor te leggen :

1) Welke stappen heeft de geachte minister gezet om dit op te lossen?

2) Welke stappen zal ze zetten om dit proces te automatiseren?

Antwoord ontvangen op 15 juni 2021 :

1) Sinds 2017, in het kader van het project BEX (Bilateral Exchange), wisselt de Federale Pensioendienst (FPD) op een elektronische wijze overlijdensdata uit met de Franse pensioeninstelling (La Caisse nationale d’assurance vieillesse CNAV). Deze gegevensuitwisseling gebeurt in twee richtingen, waarbij de ene pensioeninstelling de andere ondervraagt.

Deze maandelijkse elektronische uitwisseling van overlijdensdata vervangt het papieren levensbewijs dat de pensioengerechtigde jaarlijks moet aanleveren.

Uw vraag, Mevrouw de senator, beoogt de ondervraging van de Franse pensioeninstelling aan de FPD betreffende haar begunstigden die in België wonen.

De goede werking van dit proces, bepaalt het aantal gepensioneerden dat geen administratieve stappen meer hoeft te ondernemen om te bewijzen dat hij/zij in leven is.

Zowel de Belgische als de Franse pensioeninstelling dragen een zekere verantwoordelijkheid in de goede werking van het proces.

De invloedzone van de FPD ligt bij het maximaal matchen van de ondervraagde gevallen met een dossier uit de database van FPD zodat de gegevens voor het betreffend dossier kunnen worden meegedeeld aan de Franse autoriteiten.

De graad van matching hangt sterk af van de kwaliteit van de aangeleverde identificatie-elementen door CNAV.

Indien CNAV in zijn ondervraging het identificatienummer van de sociale zekerheid (INSZ) meegeeft, gebeurt de matching automatisch.

In het andere geval gebeurt het onderzoek op basis van verschillende factoren (Naam, meisjesnaam, voornaam, geboortedatum, enz.). De kans op een goede match is in deze gevallen minder groot.

In april 2021 kon FPD voor 46 773 van de 52 294 ondervraagde gevallen een elektronische bestand afleveren aan de Franse pensioeninstelling, zijnde bijna 90 % van de ondervraagde gevallen.

2) De verantwoordelijkheid ligt bij de Franse pensioeninstelling om de kwaliteit van de identificatie-elementen in haar aanvraag te verhogen zodat ook de overige dossiers (5 521 dossiers konden niet gematcht worden) elektronisch verwerkt kunnen worden, zonder tussenkomst van de gepensioneerde. De FPD heeft niet de autoriteit om tussen te komen in de aanvraag van de Franse pensioeninstelling of in de communicatie met haar verzekerden.

Omgekeerd doet FPD grote inspanningen om de kwaliteit van haar eigen ondervraging aan de Franse pensioeninstelling te vergroten, onder andere door contact op te nemen met de Belgisch sociaal verzekerde met de vraag naar een uniek identificatienummer (NIR – numéro d’inscription au répertoire).

Voor begunstigden van zowel een Frans als Belgisch pensioen zal deze inspanning dus ook in de andere richting renderen.

De conventie betreffende de melding van overlijdensdata aan Frankrijk is tot op heden beperkt tot de algemene pensioenregeling.

Een wijziging aan de conventie, om alle Franse pensioenregimes aan de elektronische uitwisseling toe te voegen, ligt op tafel. Zodra deze wijziging tot uitvoering kan worden gebracht, zal het aantal elektronisch behandelde dossiers nog toenemen.

Een andere piste die een oplossing zou kunnen bieden in deze problematiek is het project EESSI (European Exchange of Social Security Information).

Het doel van dit project is een gezamenlijk IT platform te genereren voor alle Europese Sociale Zekerheidsinstellingen voor een snelle en veilige gegevensuitwisseling.

De aanvragen via dit systeem gebeuren per individueel dossier en zouden een oplossing kunnen bieden voor dossiers die niet gematcht werden via het BEX-systeem.

Op dit moment gebruikt Frankrijk dit systeem nog niet. Alle Europese landen hebben als deadline eind 2022 om in dit systeem in te stappen.