Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 7-1109

van Guy D'haeseleer (Vlaams Belang) d.d. 3 maart 2021

aan de vice-eersteminister en minister van Justitie en Noordzee

Frauduleuze erkenningen - Cijfers - Evaluatie

schijnhuwelijk
officiële statistiek
verwantschap
fraude
afstamming
moederschap

Chronologie

3/3/2021Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 1/4/2021)
29/3/2021Antwoord

Vraag nr. 7-1109 d.d. 3 maart 2021 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Een aantal aspecten van Justitie behoren zowel tot de federale overheid als tot de deelstaten.

Op 13 juli 2017 nam de Kamer van volksvertegenwoordigers een wetsontwerp tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek, het Gerechtelijk Wetboek, de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen en het Consulair Wetboek met het oog op de strijd tegen de frauduleuze erkenning en houdende diverse bepalingen inzake het onderzoek naar het vaderschap, moederschap en meemoederschap, alsook inzake het schijnhuwelijk en de schijnwettelijke samenwoning (stuk Kamer, nr. 54 2529/006), die de wet van 19 september 2017 is geworden. Een omzendbrief van 21 maart 2018 vestigde bij een aantal instanties de aandacht op deze wet. De wet zelf trad in werking op 1 april 2018.

Kan de geachte minister meedelen:

1) Hoeveel gevallen van frauduleus vaderschap aanhangig werden gemaakt bij het gerecht in 2019 en 2020 (op jaarbasis)? Hoeveel veroordelingen grepen er op dat vlak plaats?

2) Idem voor frauduleus moederschap of meemoederschap.

3) Idem voor schijnhuwelijken.

4) Idem voor schijnsamenwoning.

5) Hoe evalueert hij het effect van deze wet voor wat de gestelde problematiek betreft? Behoeft deze bijsturing? Zo ja, op welke vlakken?

Antwoord ontvangen op 29 maart 2021 :

1) t.e.m. 4) Mijn diensten beschikken niet over de gevraagde cijfergegevens.

Wat het aantal aanhangig gemaakte zaken betreft, laten de berekeningswijzen van het College van de hoven en rechtbanken niet toe de dossiers te identificeren op het niveau van de gevraagde opdeling.

De statistieken met betrekking tot het aantal veroordelingen zijn nog niet beschikbaar voor de jaren 2019 en 2020.

Ik kan u wel de cijfergegevens met betrekking tot het schijnhuwelijk en de schijnwettelijke samenwoning meedelen die het rijksregister mij bezorgde. Het rijksregister beschikt echter niet over gegevens met betrekking tot de frauduleuze erkenningen.


2019

2020

Schijnhuwelijk

Afgifte van het ontvangstbewijs van de aangifte van het huwelijk (164/2, § 5, BW)

466

400

Vlaams Gewest

285

190

Waals Gewest

56

74

Brussels Hoofdstedelijk Gewest

125

136

Weigering van de ondertekening van de huwelijksaangifte (164/1, § 3, BW)

20

27

Vlaams Gewest

12

23

Waals Gewest

4

4

Brussels Hoofdstedelijk Gewest

4

0

Uitstel van de huwelijksvoltrekking (167, 2e lid, BW)

407

351

Vlaams Gewest

248

213

Waals Gewest

72

63

Brussels Hoofdstedelijk Gewest

87

75

Weigering van de huwelijksvoltrekking (167, 1e lid, BW)

247

261

Vlaams Gewest

153

170

Waals Gewest

44

43

Brussels Hoofdstedelijk Gewest

50

48

Schijnwettelijke samenwoning

Uitstel van de melding van de verklaring van wettelijke samenwoning (1476quater, 2e lid, BW)

561

376

Vlaams Gewest

394

224

Waals Gewest

83

86

Brussels Hoofdstedelijk Gewest

84

66

Weigering van de melding van de verklaring van wettelijke samenwoning (1476quater, 1e lid, BW)

355

213

Vlaams Gewest

247

147

Waals Gewest

63

38

Brussels Hoofdstedelijk Gewest

45

28

5) Noch de ambtenaren van de burgerlijke stand noch de parketten hebben mij tot op heden geïnformeerd over het feit dat het huidig wetgevend kader betreffende de schijnhuwelijken, schijnwettelijke samenwoning en de frauduleuze erkenningen niet zou volstaan of bijsturing nodig zou hebben.