Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 6-933

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 20 april 2016

aan de minister van Financiën, belast met de Bestrijding van de fiscale fraude

Kinderarmoede - Strijd - Gezinsinkomen - Niet voor beslag vatbare som - Verhoging - Overleg met de Gewesten en Gemeenschappen - Overleg binnen de federale regering

armoede
institutionele bevoegdheid
institutionele samenwerking
verhouding land-regio
alimentatieplicht
sociale uitkering
kind
beslag op bezittingen
minimumloon
opvolging informatieverslag

Chronologie

20/4/2016Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 19/5/2016)
11/7/2016Antwoord

Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 6-931
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 6-932

Vraag nr. 6-933 d.d. 20 april 2016 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

De strijd tegen de armoede en zeker de kinderarmoede is een verantwoordelijkheid van de Gemeenschappen én van de federale overheid. De Senaat heeft er reeds in zijn informatieverslag op gewezen dat alle overheden de handen in elkaar moeten slaan in deze strijd tegen (kinder)armoede (zie stukken van de Senaat nrs. 6-162/2 en 6-162/3). Ook bestaan er tal van steunmaatregelen vanuit de Gemeenschappen én de federale overheid om ervoor te zorgen dat gezinnen, ouders en kinderen, niet in de armoede terechtkomen.

Sinds korte tijd heeft de Dienst voor alimentatievorderingen (DAVO) de bevoegdheid om veel meer inkomen in beslag te nemen voor het betalen van nog verschuldigde onderhoudsgelden. De inkomensgrens is ook gevoelig verminderd zodat er veel meer ouders gedwongen kunnen worden om onderhoudsgeld te betalen aan de kinderen en de ouder die instaat voor het onderhoud van de gemeenschappelijke kinderen.

Dit is een sociale maatregel, in het voordeel van de gezinnen en de kinderen en met het doel om kinderen en ouders niet in de armoede te duwen. Er moet wel voor gezorgd worden dat daardoor niet opnieuw armoede ontstaat.

Er kunnen nu vergoedingen uitbetaald worden van 1 800 euro per maand, verhoogd met 66 euro per kind ten laste.

Inmiddels is een van de belangrijkste oorzaken van armoede voor gezinnen het beslag dat door deurwaarders kan gelegd worden op het gezinsinkomen van mensen die het financieel moeilijk hebben of een zakelijke tegenslag hebben meegemaakt.

Het persoonlijk faillissement is een drama voor gezinnen en kinderen.

Vandaag is de niet voor beslag vatbare som bepaald op 1 386 euro per gezin. Dit is verschrikkelijk laag. Indien het inkomen van de ouders en alle andere vergoedingen afgetopt worden tot een bedrag van 1 386 euro, stort men gezinnen en kinderen onbetwistbaar in de armoede.

Het is meer dan noodzakelijk dat er overleg gepland wordt tussen de federale verantwoordelijken van de sociale zekerheid en de Gemeenschappen en Gewesten, die onder andere bevoegd zijn voor armoedebestrijding, voor het betalen van werkloosheidsuitkeringen, voor schoolpremies, enz.

1) Bent u bereid om een coördinerende rol op zich te nemen om ervoor te zorgen dat het gezinsinkomen, hoe ook samengesteld, niet voor beslag vatbaar zal zijn onder een bedrag van 1800 euro per maand, verhoogd met 66 euro per kind ten laste ?

2) Zult u hiervoor spoedig een initiatief nemen en overleggen met de Gewesten en Gemeenschappen ?

3) Zal ook binnen de federale regering, tussen Sociale Zaken, Volksgezondheid en Justitie, overleg gevoerd worden om op deze wijze de (kinder)armoede efficiënt te bestrijden ?

Antwoord ontvangen op 11 juli 2016 :

Deze parlementaire vraag valt niet onder mijn bevoegdheden, maar behoort tot die van mijn collega’s, de minister van Justitie en de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid. Ik verwijs dan ook naar de antwoorden die ze zullen formuleren op de parlementaire vragen onder de nummers 6-931 en 6-932. In casu verwijzen wij ook naar de staatssecretaris voor Armoedebestrijding, mevrouw Elke Sleurs.