Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 6-792

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 8 januari 2016

aan de vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken en Europese Zaken, belast met Beliris en Federale Culturele Instellingen

Europees Verdrag over de preventie van en de strijd tegen geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld (Verdrag van Istanbul) - Ratificatie

huiselijk geweld
seksueel geweld
ratificatie van een overeenkomst
Europese Conventie
slachtofferhulp
rechten van de vrouw

Chronologie

8/1/2016Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 11/2/2016)
1/6/2017Antwoord

Vraag nr. 6-792 d.d. 8 januari 2016 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Het verdrag van Istanbul is een bijzonder belangrijk verdrag in de strijd tegen huiselijk geweld en voor de bescherming van de rechten van de vrouw. Het werd ondertekend en opengesteld op 11 mei 2011 te Istanbul. Het verdrag is van kracht sinds 11 augustus 2014, na ratificatie door tien ondertekenaars, waarvan minstens acht een lidstaat zijn van de Raad van Europa. Tot op heden werd het verdrag ondertekend door 37 landen en hebben 16 landen het verdrag geratificeerd. Ons land ondertekende het verdrag op 11 september 2012.

Ons land heeft dit verdrag nog steeds niet geratificeerd.

Inmiddels werd het verdrag wel goedgekeurd door de Kamer van Volksvertegenwoordigers en door het Brussels Hoofdstedelijk Parlement. Vermoedelijk hebben alle andere bevoegde parlementen het reeds goedgekeurd.

Het is noodzakelijk dat het Verdrag van Istanbul door België zo snel mogelijk geratificeerd wordt op alle noodzakelijke niveaus. Het gaat over een gemengd verdrag dat door alle gewest- en gemeenschapsparlementen en de federale staat dient te worden goedgekeurd.

Uiteraard is alles belangrijk binnen dit verdrag, maar we vragen extra inzet én het verwezenlijken van artikel 25 van dit verdrag binnen deze legislatuur. Ter verduidelijking: multidisciplinaire opvang en crisiscentra voor slachtoffers van seksueel geweld, forensisch gespecialiseerd onderzoek, opzetten van voldoende centra voor medisch en forensisch onderzoek, traumaverwerking en advisering voor slachtoffers van seksueel geweld.

Natuurlijk gaat het hier over een bij uitstek transversale bevoegdheid, daar alle parlementen betrokken zijn.

Wat zal de minister doen om zo snel mogelijk dit verdrag te kunnen ratificeren?

Wordt er overleg gepleegd met alle deelstaatparlementen en met de respectieve regeringen om zo snel mogelijk te kunnen overgaan tot uitvoering van dit verdrag?

Wat zal de minister doen om dit verdrag internationaal te promoten en zo een internationale campagne te ondersteunen en van de strijd tegen seksueel geweld een hoofdbekommernis te maken van ons buitenlands beleid?

Wanneer verwacht de minister de bekendmaking in het Belgisch Staatsblad?

Antwoord ontvangen op 1 juni 2017 :

1. België ratificeerde het Verdrag van Istanboel op 14 maart 2016.

2. Zoals u weet is de Federale Overheidsdienst (FOD) Buitenlandse zaken niet ten gronde bevoegd voor deze materie, maar wij zorgen wel voor de algemene coördinatie met betrekking tot de Raad van Europa, onder andere inzake ondertekening en ratificatie van verdragen die daar onderhandeld worden. De Staatssecretaris voor Gelijke Kansen is voor deze materie ten gronde bevoegd.

Ik kan u meegeven dat voor de opvolging en de coördinatie van het Belgisch beleid, volgend op de ratificatie van het Verdrag van Istanboel, in mei 2016 het Instituut voor de Gelijkheid van Vrouwen en Mannen officieel aangeduid werd als coördinerend orgaan in het kader van artikel 10 van het Verdrag van Istanboel.

Ik wens er tevens op te wijzen dat het Nationaal Actieplan ter bestrijding van gendergerelateerd geweld volledig in de lijn ligt van het Verdrag.

3. De bevordering en bescherming van vrouwenrechten is een Belgische prioriteit. België roept andere landen op om het Verdrag van Istanbul te ratificeren alsook tot de effectieve uitvoering en naleving van het CEDAW-verdrag en bijhorend protocol. Dit zowel op bilateraal als op multilateraal vlak, bijvoorbeeld in de Belgische toespraken tijdens de sessies van de Mensenrechtenraad en de Belgische tussenkomsten voor het Universeel Periodisch Onderzoek (UPR) van derde landen. België organiseert ook regelmatig side-events over de problematiek van geweld tegen vrouwen. Daarnaast cosponsort België de resoluties over geweld tegen vrouwen in zowel de Mensenrechtenraad als de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties. Tot slot, wil ik u meegeven dat het Belgische mensenrechtenbeleid zich inschrijft in het Europese Unie (EU) beleid. In dit kader dient op het belang gewezen te worden van de EU-richtsnoeren inzake geweld tegen vrouwen en de bestrijding van alle vormen van discriminatie van vrouwen.

4. De wet houdende instemming met het Verdrag van de Raad van Europa inzake het voorkomen en bestrijden van geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld, gedaan te Istanbul op 11 mei 2011 werd gepubliceerd in het Staatsblad van 09 juni 2016.