Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 6-716

van Johan Verstreken (CD&V) d.d. 2 september 2015

aan de vice-eersteminister en minister van Ontwikkelingssamenwerking, Digitale Agenda, Telecommunicatie en Post

Ontwikkelingssamenwerking - Regeerakkoord - Besparingen

ontwikkelingshulp
niet-gouvernementele organisatie
vluchtelingenhulp

Chronologie

2/9/2015Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 1/10/2015)
29/9/2015Antwoord

Vraag nr. 6-716 d.d. 2 september 2015 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Motivering van het transversale karakter van de schriftelijke vraag: de geplande besparingen op het domein van ontwikkelingssamenwerking hebben ook een invloed op de Vlaamse ontwikkelingssamenwerking. Ontwikkelingssamenwerking is immers een gedeelde bevoegdheid van alle beleidsniveaus. Bovendien vermeldt het federale regeerakkoord dat ontwikkelingssamenwerking ingebed is in een visie op het Belgische buitenlandse beleid. In België geldt het principe "in foro interno, in foro externo" en bijgevolg is het buitenlandse beleid een zaak van alle overheden, dus ook van de deelstaten .

In het federale regeerakkoord staat dat moet worden bespaard op ontwikkelingssamenwerking, maar ook dat ernaar moet worden gestreefd om 0,7% van het bnp te besteden aan ontwikkelingssamenwerking. Dat is een tegenstrijdige boodschap: er is wel goede wil, maar door de moeilijke economische conjunctuur kan die nog niet worden waargemaakt.

Moet deze tegenstrijdigheid in het regeerakkoord niet worden opgeheven, gelet op de vele brandhaarden in het buitenland? Deze brandhaarden en de uitzichtloze levensomstandigheden in ontwikkelingslanden leiden trouwens ook tot een grote migratiedruk op Europa. Meer dan ooit heeft Europa nood aan een performant buitenlands beleid dat niet alleen op korte termijn, maar ook op lange termijn investeert in productieve relaties met kwetsbare landen en met landen in ontwikkeling. Is het in het kader van zo'n buitenlands beleid wel verantwoord om nu te besparen op ontwikkelingssamenwerking? Ontwikkelingssamenwerking opent perspectieven op een menswaardige toekomst in de eigen omgeving voor de bevolking van ontwikkelingslanden. In het bijzonder de actoren van de niet-gouvernementele ontwikkelingssamenwerking staan via een goede dialoog met lokale partners dicht bij de noden van de bevolking; ze slagen erin om goede methodes te ontwerpen om tot duurzame oplossingen te komen voor, onder andere, onderwijs, gezondheidszorg, lokale economie, democratie en mensenrechten.

In het federale regeerakkoord staat trouwens ook uitdrukkelijk opgenomen dat er "via ontwikkelingssamenwerking aandacht zal zijn voor onder andere vrede en stabiliteit, veiligheid, migratie en klimaatbeleid."

1. Is de minister van mening dat het nog verantwoord is om te besparen op ontwikkelingssamenwerking, gelet op de vele brandhaarden en uitzichtloze levensomstandigheden in ontwikkelingslanden? Wat is de visie van de minister hierop en hoe wil hij uitvoering geven aan de passage uit het federale regeerakkoord waarin gesteld wordt dat aandacht zal worden besteed aan "onder andere vrede en stabiliteit, migratie en klimaatbeleid"?

2. Moet, vermits het voorbije jaar de buitenlandse context sterk evolueerde, in de eerste plaats niet worden geïnvesteerd in de niet-gouvernementele ontwikkelingssamenwerking veeleer dan erop te besparen? Wat zijn de concrete budgettaire plannen van de minister voor de niet-gouvernementele samenwerking? Tot welke procentuele stijging van de Belgische ontwikkelingssamenwerking zal de minister beslissen teneinde bij te dragen aan een actueel, daadkrachtig en integraal buitenlands beleid?

Antwoord ontvangen op 29 september 2015 :

1) Gezien de vele brandhaarden en uitzichtloze levensomstandigheden in ontwikkelingslanden is het meer dan ooit noodzakelijk om de juiste prioriteiten te stellen in de ontwikkelingssamenwerking. Official Development Assistance (ODA)-middelen moeten zo efficiënt mogelijk besteed worden. Hiertoe zal het beleid verder worden hervormd om het in lijn te brengen met de nieuwe uitdagingen en inzichten. Ontwikkelingssamenwerking moet een krachtig instrument zijn, ingebed in een visie op het Belgische buitenlandse beleid.

Instrumenten moeten zo doelmatig mogelijk ingezet worden om een zo maximaal mogelijk ontwikkelingseffect te bereiken.

Ik heb besloten om onze ontwikkelingssamenwerking te focussen op minst ontwikkelde en fragiele Staten, die meestal geaffecteerd zijn door conflicten (regio van de Grote Meren of de Sahel). Ik wens 50 % van onze ontwikkelingshulp naar deze minst ontwikkelende Staten te heroriënteren et dit is dan ook mijn pleidooi op internationaal niveau. Bovendien en in de lijn van beleidscoherentie, wensen we een versterkte 3D-LO benadering (Diplomacy, Defence, Development, Law & Order) om samen de grondoorzaken van conflicten aan te pakken en aan een lange termijn vredesopbouw te werken. In april 2015 werd een interdepartementale vergadering opgezet voor de Sahel en we streven ernaar onze contacten met Defensie, politie, Justitie te intensifiëren om expertise te detacheren in hervormingsinspanningen van onze partnerlanden. Verder is België ook actief in de discussies om de ODA-regels rond vrede en veiligheid te herzien. Migratie is een nieuw aandachtspunt van de ontwikkelingssamenwerking geworden. Dit is vandaag, in de actuele migratie en asiel crisis en vluchtelingenstromen naar Europa maar ook, vooral intra-regionaal, nog pertinenter geworden en een structureel antwoord is nodig. De ontwikkelingssamenwerking beoogd om de grondoorzaken van gedwongen migratie aan te pakken en ervoor te zorgen dat migratie geen noodzaak maar een keuze kan zijn. In de actuele context, heb ik 30 miljoen euro vrij gemaakt om een antwoord te bieden aan de vluchtelingen crisis in het Midden-Oosten als gevolg van de burgeroorlog in Syrië, dit om buurlanden te ondersteunen in het opvangen van vluchtelingen en aan hun noden te voldoen. In de context van de huidige complexe crisissen en lange termijn verplaatsingen, kan de ontwikkelingssamenwerking ook een structureel antwoord bieden.

De Belgische ontwikkelingssamenwerking zou via nieuwe samenwerkingsakkoorden asielsysteem te ondersteunen in sommige landen om internationale bescherming te garanderen dat beantwoordt aan internationale standaarden.

2) In een sterk evoluerende buitenlandse context dient de ontwikkelingssamenwerking altijd te kiezen voor de meest adequate actor. In functie van de noden op het terrein kan dit een niet-gouvernementele organisatie zijn, een multilaterale / humanitaire organisatie of de gouvernementele samenwerking.

In 2016 blijven de budgetten voor de niet-gouvernementele samenwerking ongeveer stabiel. De concrete cijfers voor de verschillende uitvoeringspartners in 2017 en volgende jaren zijn nog niet gekend.