Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 6-677

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 25 juni 2015

aan de minister van Justitie

Geïnterneerden - Bijkomende straffen die opgelegd worden

opname in psychiatrische kliniek
geestelijk gehandicapte
discriminatie op grond van een handicap
bestrijding van discriminatie

Chronologie

25/6/2015Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 30/7/2015)
8/11/2016Antwoord

Vraag nr. 6-677 d.d. 25 juni 2015 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

De minister weet dat ons land al herhaaldelijk werd veroordeeld door Europese en internationale instanties wegens het onmenselijk behandelen van onze geïnterneerden. De minister werkt op het ogenblik aan de uitvoering van de nieuwe wet op de internering van personen. Daarnaast staat de ingebruikname van het tweede forensisch psychiatrisch centrum op stapel.

Ik merk echter dat mensen die geïnterneerd werden, ook in andere maatschappelijke domeinen ernstig gediscrimineerd worden. Zo wordt geïnterneerde personen wanneer ze, al dan niet tijdelijk, vrijkomen, het recht ontzegd om met een voertuig te rijden.

Cara, dat instaat voor het opleiden van andersvalide mensen, weigert geregeld om een geïnterneerde persoon toe te laten om deel te nemen aan het verkeer, louter en alleen omdat deze persoon het statuut van geïnterneerde heeft.

Op zich is het interneren van een persoon toch echt geen voldoende reden om mensen te ontzeggen deel te nemen aan het verkeer. Mogelijk zijn er andere specifieke redenen, onder andere een specifieke stoornis of het gebruiken van bepaalde medicaties, maar de term 'internering' is geenszins voldoende om iemand een rijbewijs te ontzeggen.

1. Is de minister het met mij eens dat het statuut van geïnterneerde geen voldoende reden is om iemand uit zijn recht om een voertuig te besturen te ontzetten?

2. Zal de minister contact opnemen met de Gewesten om deze problematiek te bespreken? De Gewesten zijn immers bevoegd voor de verkeersveiligheid.

3. Zal de minister eveneens contact opnemen met de Gemeenschappen om deze problematiek te bespreken? De Gemeenschappen zijn immers bevoegd voor de volksgezondheid en voor het beleid inzake Cara.

4. Mag ik van de minister vernemen of hij maatregelen zal nemen om het stigmatiseren van geïnterneerde mensen te voorkomen? Zo ja, welke maatregelen overweegt hij?

Antwoord ontvangen op 8 november 2016 :

1) Sinds mijn aantreden ijver ik voor een betere omkadering voor de internering in het algemeen, en het statuut en de rechtspositie van de geïnterneerden in het bijzonder (geen stigmatisering, een beter statuut en een betere opvang). De aangepaste wet van 5 mei 2014 werd ondertussen als wet van 4 mei 2016 in het Belgisch Staatsblad gepubliceerd op vrijdag 13 mei 2016. Het loutere statuut van geïnterneerde persoon lijkt geen voldoende reden te zijn om iemand uit zijn recht te ontzetten om een voertuig te besturen.

2) Gelet op diens bevoegdheid ter zake wordt verwezen naar de minister van Mobiliteit wat betreft de beslissingsbevoegdheid van CARA (Centrum voor rijgeschiktheid en voertuigaanpassing, dit centrum maakt deel uit van het Belgisch Instituut voor verkeersveiligheid) om geïnterneerde personen te ontzeggen deel te mogen nemen aan het verkeer.

3) & 4) Er wordt verwezen naar de staatssecretaris voor Armoedebestrijding, Gelijke Kansen, Personen met een beperking, en Wetenschapsbeleid gelet op diens bevoegdheid ter zake.