Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 6-629

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 29 april 2015

aan de minister van Financiën, belast met de Bestrijding van de fiscale fraude

Financieringswet - Uitvoering - Follow-up door de Brusselse Hoofdstedelijke regering

regionale financiën
Hoofdstedelijk Gewest Brussels

Chronologie

29/4/2015Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 28/5/2015)
11/9/2017Rappel
16/11/2018Rappel
9/12/2018Dossier gesloten

Heringediend als : schriftelijke vraag 6-2147

Vraag nr. 6-629 d.d. 29 april 2015 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Onlangs kwam de federale regering verrassend snel tot een akkoord aangaande de begrotingscontrole 2015. Er bleek echter een addertje onder het gras te zitten, zeker voor de regeringen van de Gemeenschappen en de Gewesten.

De uitvoering van de financieringswet bleek plots veel gunstiger voor de federale overheid en veel minder gunstig voor de Gewesten en Gemeenschappen. Vooral de gewestregeringen spraken schande en beschuldigden de federale overheid ervan om de lasten door te schuiven naar de Gewesten.

De eerste minister zei echter dat het om een loutere uitvoering van de financieringswet ging en dat het zelfs op zich niets te maken had met de wijzigingen van deze financieringswet door de zesde staatshervorming.

Het bleek dat maar één enkele federale ambtenaar de juiste uitvoering kan geven aan de financieringswet en dat de Gewesten dus compleet verrast werden.

1. Hoe is het mogelijk dat er plots een voor de federale overheid bijzonder gunstig resultaat kwam uit de berekeningen van de financieringswet?

2. Waar was de gewijzigde som aan te wijten? Welk onderdeel van de financieringswet verklaart deze plots gewijzigde situatie en verdeling?

3. Hoeveel geld kreeg de Brusselse Hoofdstedelijke regering plots minder?

4. Is er ook voor de Commission communautaire française (Cocof) minder geld? Of enkel voor de Gewesten?

5. Wordt de Brusselse Hoofdstedelijke regering niet betrokken bij het opmaken van de rekeningen en berekeningen die voortvloeien uit de financieringswet?

6. Welke Brusselse ambtenaar kan de berekeningen van de federale administratie controleren? Of is er geen Brusselse ambtenaar die op de hoogte is van de uitvoering van de financieringswet?

7. Welke controle heeft de Brusselse Hoofdstedelijke regering op het cijferwerk van de federale overheid? Hoe kan ze een juiste controle uitvoeren?

8. Hoe is het mogelijk dat de Brusselse Hoofdstedelijke regering niet op de hoogte was van het ernstig gewijzigde bedrag dat ze kreeg van de federale overheid?

9. Werd deze zaak niet grondig op een gemeenschappelijke en voorbereidende vergadering van de federale administratie en de Brusselse Hoofdstedelijke administratie besproken?

10. Werd deze aangelegenheid besproken met de Brusselse Hoofdstedelijke regering? Zo ja, wanneer?

11. Hoe komt het dat dit niet voorafgaand aan het bekendmaken van de resultaten van de begrotingscontrole met de Brusselse Hoofdstedelijke regering besproken werd en dat deze regering dit nieuws via de pers diende te vernemen?