Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 6-60

van Lode Vereeck (Open Vld) d.d. 28 oktober 2014

aan de minister van Financiën, belast met de Bestrijding van de fiscale fraude

Moratoire intresten - Cijfers - Ambtshalve uitbetaling - Aanbeveling van de federale Ombudsman - Maatregelen - Informatie van de belastingplichtigen over de moratoire intresten

belastingteruggave
rente

Chronologie

28/10/2014Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 27/11/2014)
27/11/2014Antwoord

Vraag nr. 6-60 d.d. 28 oktober 2014 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

In een Officiële Aanbeveling uit 2013 beveelt de federale Ombudsman de federale overheidsdienst (FOD) Financiën :

" 1. de nodige maatregelen te treffen om de moratoire interesten ambtshalve uit te betalen bij laattijdige storting van een teruggave in alle gevallen die beantwoorden aan de voorwaarden van de artikels 418 en 419 van het WIB ;

2. in afwachting van de implementatie van deze maatregelen, de betrokken belastingplichtigen spontaan te informeren over de stappen die zij dienen te zetten om de moratoriumintresten waar zij recht op hebben te verkrijgen, in het bijzonder door deze informatie te vermelden in alle briefwisseling die hen wordt gestuurd in het kader van de verwerking van hun belastingteruggave als " speciaal geval ". "

Ik heb volgende vragen voor de geachte minister:

1) Hoeveel bedroegen de moratoire intresten die de federale overheid betaalde in 2010, 2011, 2012 en 2013 ? Graag kreeg ik een overzicht per ministerie en instelling.

2) Werd er inmiddels al gevolg gegeven aan de aanbeveling van de federale Ombudsman om de nodige maatregelen uit te werken met het oog op ambtshalve uitbetaling van de moratoire intresten bij laattijdige storting van een teruggave in alle gevallen die beantwoorden aan de voorwaarden van de artikelen 418 en 419 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen ?

a) Zo ja, welke maatregelen werden er al concreet uitgewerkt en geïmplementeerd ?

b) Zo nee, acht de geachte minister het opportuun dat de desbetreffende moratoire intresten ambtshalve worden uitbetaald ?

3) In het geval er nog geen sprake is van een ambtshalve uitbetaling van desbetreffende intresten, op welke manier worden de betrokken belastingplichtigen geïnformeerd over hun recht op moratoriumintresten en over hoe dit recht kan worden uitgeoefend ? Gebeurt deze informatieverstrekking spontaan door de FOD Financiën ?

Antwoord ontvangen op 27 november 2014 :

1. De toekenning in toepassing van de artikels 418 en 419 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 (WIB 92) van moratoriumintresten, gebeurt in een ruimer kader dan dit van de laattijdige storting van een teruggave en is doorgaans het gevolg van een ontheffing – na bezwaar – van reeds betaalde belastingen. In het totaal bedrag van de betreffende directe belastingen toegekende moratoriumintresten, is het aandeel dat toegekend werd als gevolg van een laattijdige vereffening van een belastingteruggave gering. Op het totaal aantal vereffende belastingteruggaven, wordt gemiddeld 2,4 %, omwille van een bijzondere feitelijke – of juridische omstandigheid, niet vereffend op de aangekondigde vereffeningsdatum. Hiervan wordt de grootste massa wel vereffend binnen de termijn bepaald bij de artikels 418 en 419 WIB 92. Voor de resterende gevallen gelden, wat de toekenning van moratoriumintresten betreft, ook vaak uitzonderingsgronden.

Inzake de toekenning van moratoriumintresten voor laattijdige storting van een teruggave, worden daarom door de federale overheidsdienst (FOD) Financiën géén afzonderlijke statistieken bijgehouden.

2. Ja. De genomen maatregelen werden overigens besproken en toegelicht tijdens een bilateraal overleg met de federale ombudsman dat plaatsvond op 4 september 2014.

a) Er werden in hoofdzaak drie actiepunten uitgewerkt :

i) het aanhouden en het versterken van de maatregelen om het aantal teruggaven dat niet op de aangekondigde vereffeningsdatum kan worden vereffend, maximaal te reduceren ;

ii) een reorganisatie van de diensten, waarbij de behandeling van de niet tijdig vereffende teruggaven op één punt wordt geconcentreerd en waardoor de doorlooptijd wordt verminderd en de vereffening vooralsnog maximaal kan worden gerealiseerd binnen de termijnen bepaald bij de artikels 418 en 419 WIB 92 ;

iii) de introductie van de notie « uiterste termijn voor vereffening » in de applicatie voor het beheer van de bedoelde teruggaven, waardoor proactief kan worden gewerkt en indien gerechtvaardigd, moratoriumintresten ambtshalve kunnen worden toegekend door de dossierbeheerder.

b) Het principe van de ambtshalve toekenning (dit is zonder voorafgaandelijke en uitdrukkelijke vraag van de belastingplichtige) van de moratoriumintresten wordt als dusdanig bevestigd. Naast de voorwaarden expliciet bepaald door de artikels 418 en 419 WIB 92, gelden echter ook juridische uitzonderingsgronden telkens de terugbetaling verhinderd is omwille van overmacht of omwille van een vreemde oorzaak die de FOD Financiën niet kan worden aangerekend en dit zolang de oorzaak van deze verhindering aanhoudt.

3. Rekening houdend met de verschillende oorzaken voor een laattijdige vereffening, de wettelijke voorwaarden en de geldende uitzonderingsgronden, is het niet mogelijk om – behoudens een volledige automatisatie van dit proces – telkens accurate en geïndividualiseerde informatie aan te reiken aan de betrokken begunstigde. In afwachting, zal generieke informatie worden toegevoegd op de passende internetpagina’s van de FOD Financiën en zal het contactcenter voor deze materie worden gesensibiliseerd.