Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 6-586

van Jean-Paul Wahl (MR) d.d. 16 april 2015

aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid

Vrijwillige zwangerschapsafbreking - Registratie - Hernieuwing van de Evaluatiecommissie

abortus
Nationale Evaluatiecommissie inzake zwangerschapsafbreking

Chronologie

16/4/2015Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 21/5/2015)
29/5/2015Antwoord

Vraag nr. 6-586 d.d. 16 april 2015 : (Vraag gesteld in het Frans)

In 1990 werd in ons land een Nationale Evaluatiecommissie inzake de toepassing van de wetgeving betreffende de zwangerschapsafbreking opgericht. Die commissie had als opdracht om de twee jaar statistieken te publiceren op basis van de documenten inzake de registratie van VZA's die door de ziekenhuizen en de centra voor gezinsplanning worden doorgegeven. Vervolgens werden aanbevelingen geformuleerd teneinde het aantal VZA's te doen dalen. Sinds 2012 is geen enkele statistiek meer gepubliceerd wegens een gebrek aan artsen die kandidaat zijn om in de commissie te zetelen (wettelijke verplichting om 8 artsen te hebben). De Senaat heeft oproepen tot kandidaatstelling gedaan (drie in 2013 en één in 2014), maar die leverden niets op. Inmiddels is de Kamer ter zake bevoegd. Ook zij heeft, in maart 2014, een oproep gedaan, maar ook die was niet succesvol.

Aan welke procedures wordt gedacht om die commissie nieuw leven in te blazen? Is het niet raadzaam om een transversaal wetenschappelijk orgaan op te richten onder controle van de Gemeenschappen, in het kader van hun bevoegdheid inzake wetenschappelijk onderzoek, om de impasse met betrekking tot de kandidaatstellingen te doorbreken?

Antwoord ontvangen op 29 mei 2015 :

Het geachte lid vindt hieronder het antwoord op zijn vragen.

De nieuwe oproep die de Kamer van volksvertegenwoordigers gepubliceerd heeft, dateert van 11 maart 2015 en niet van 2014 zoals vermeld is in uw vraag. De kandidaturen die naar aanleiding van die oproep binnenkwamen, worden momenteel geëvalueerd. Wij wachten op informatie over de ontvangen kandidaturen en over het aantal en het profiel van de eventueel nog ontbrekende kandidaten.

Op dit ogenblik is een herziening van de betrokken wet niet aan de orde. Overigens is het Parlement in deze de best geplaatste instantie om zulk debat te voeren.