Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 6-574

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 1 april 2015

aan de vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken en Europese Zaken, belast met Beliris en Federale Culturele Instellingen

Buitenlanders - Aanvraag van een tijdelijk visum - Buitenlandse studenten - Gevolgen voor het onderwijsbeleid van de Gemeenschappen - Invloed op de uitstraling van de Vlaamse en Franstalige universiteiten - Overleg met de Gemeenschappen

buitenlandse staatsburger
buitenlandse student
toelating van vreemdelingen
belasting
parafiscale heffing
universiteit

Chronologie

1/4/2015Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 30/4/2015)
11/5/2015Antwoord

Vraag nr. 6-574 d.d. 1 april 2015 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

De staatssecretaris wenst voor buitenlanders die een tijdelijk visum aanvragen een administratieve taks op te leggen van 160 euro. Sinds 2 maart 2015 dient iedere vreemdeling namelijk bij te dragen in de administratieve kosten van een visumaanvraag. Ook buitenlandse studenten van buiten de Europese Unie dienen deze taks te betalen.

Uiteraard grijpt dit ernstig in op het beleid van de Gemeenschappen op het vlak van onderwijs. Zo dienen ook beursstudenten deze taks te betalen.

Het gevolg is dat de Gemeenschappen, via het betalen van de beurs, eigenlijk verantwoordelijk worden voor het betalen van deze federale nieuwkomerstaks. Er ontstaat zo een financiële transfer van de Gemeenschappen naar de federale Staat.

Natuurlijk heeft dit gevolgen voor de samenwerking tussen België en het buitenland. Natuurlijk zal dit een negatieve invloed hebben op de uitstraling van ons land in de andere landen. De minister van Buitenlandse Zaken is mede verantwoordelijk voor deze beslissing en het raakt uiteraard ook zijn bevoegdheden.

1) Heeft de minister over het invoeren van zijn nieuwkomerstaks enig overleg gepleegd met de Gemeenschappen ?

2) Hoe staan hij en de federale overheidsdienst (FOD) Buitenlandse Zaken tegenover deze nieuwkomerstaks ?

3) Is hij zich bewust van zijn rechtstreeks ingrijpen in de onderwijsbevoegdheid van de Gemeenschappen ?

4) Heeft hij onderzocht welke gevolgen dit zal hebben voor de uitstraling van de Vlaamse en Franstalige universiteiten in het buitenland ?

5) Is deze beslissing van de federale regering onderwerp geweest van de besprekingen binnen het Overlegcomité ?

6) Hoe kan hij zulke asociale maatregel nemen, die geen enkele rekening zal houden met de financiële draagkracht van de buitenlandse student ?

7) Werd deze maatregel besproken op Europees vlak ?

8) Zijn er andere Europese landen die een gelijkaardige beslissing hebben genomen ?

9) Wenst de minister een daling van het aantal buitenlandse studenten in onze universiteiten en zo ja, waarom ?

Antwoord ontvangen op 11 mei 2015 :

Ik informeer het geachte lid dat zijn vraag onder de bevoegdheid valt van de staatssecretaris voor Asiel en Migratie, belast met Administratieve Vereenvoudiging, toegevoegd aan de minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken, de heer Theo Francken.