Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 6-362

van Lieve Maes (N-VA) d.d. 8 januari 2015

aan de minister van Financiën, belast met de Bestrijding van de fiscale fraude

Thematische volkslening - Procedure - Domeinen - Bedrag per projecten

thematische volkslening
officiële statistiek

Chronologie

8/1/2015Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 12/2/2015)
12/11/2015Antwoord

Vraag nr. 6-362 d.d. 8 januari 2015 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Tijdens de bespreking van de bepalingen over de thematische volksleningen in wetsontwerp houdende diverse bepalingen in de commissie voor de Financiën en voor de Economische Aangelegenheden op 10 december 2013 (zie stuk 5-2418/3, blz 4 e.v.), werd een oplijsting gemaakt van projecten die in aanmerking komen voor financiering via een volkslening. Het ging om de volgende domeinen:

1º de bouw of renovatie van door de deelstaten erkende ziekenhuizen en andere zorginstellingen;

2º de bouw of renovatie van door de deelstaten erkende inrichtingen die bestemd worden voor een medisch-sociaal doel of voor personen die zich in armoede of een problematische situatie bevinden, beschutte werkplaatsen, voorzieningen voor personen met een handicap en van wooninfrastructuur voor personen met een handicap, kinderdagverblijven, huisvesting en opvangcentra voor senioren en zorghotels;

3º de bouw of renovatie van openbare culturele centra, openbare gemeenschapscentra en openbare bibliotheken;

4º investeringen van door de gemeenschappen erkende kunstinstellingen en van door de gemeenschappen meerjarig gesubsidieerde kunstenorganisaties;

5º investeringen in het kader van het inventariseren, conserveren en bewaren van door de gewesten als dusdanig erkend cultureel erfgoed en het beheer van door de gewesten beschermd onroerend erfgoed of in ruimtelijke uitvoeringsplannen afgebakende erfgoedlandschappen;

6º de bouw of renovatie van onderwijsgebouwen en -infrastructuur van door de gemeenschappen erkende onderwijsinstellingen;

7º de bouw of renovatie van openbare sportinfrastructuur;

8º de bouw of renovatie van lokalen van erkende jeugdverenigingen;

9º de bouw of renovatie van publieke huisvesting;

10º de bouw of renovatie van strafinrichtingen, forensische psychiatrische centra en door de gemeenschappen ingerichte gesloten instellingen evenals de private door de deelstaten erkende voorzieningen voor jongerenwelzijn;

11º openbare werken;

12º infrastructuurwerken en investeringen met belang voor de volksgezondheid en de kwaliteit van het leefmilieu, inzonderheid bodemsanering, rioleringswerken, water,- mest-, en afvalverwerking, energiedistributie, energiebesparing en hernieuwbare energie;

13º investeringen in het kader van de openbare veiligheid;

14º de bouw, uitbreiding, verbouwing of modernisering van crematoria of columbaria;

15º de aanleg en verbetering van toeristische infrastructuur;

16º de geschiktmaking van gronden bestemd voor de industrie, het ambachtswezen en de dienstensector;

17º de overnames van ondernemingen, onder meer land- en tuinbouwbedrijven, die vallen onder de criteria vastgesteld in artikel 15, § 1, van het Wetboek van vennootschappen

18º investeringen in bedrijfsgebouwen, installaties en machines en uitrusting door ondernemingen, alsmede de investeringen in de land-, tuinbouw of bosbouw en de agro-industrie, die vallen binnen de criteria vastgesteld in artikel 15, § 1, van het Wetboek van vennootschappen;

19º investeringen in private of publieke concessies, octrooien, licenties, merken en soortgelijke rechten en projecten van onderzoek- en ontwikkeling;

20° investeringen in door de gewesten erkende ondernemingsfondsen, infrastructuurfondsen en fondsen van fondsen;

21º de financiering van of garantieverschaffing voor export;

22º beleggingsfondsen die uitsluitend investeren in erkende projecten overeenkomstig dit artikel;

23º financiering aan door de deelstaten erkende agentschappen die tot doel hebben te investeren in erkende projecten overeenkomstig dit artikel.

Daar een deel van deze domeinen gelinkt zijn aan de bevoegdheden van de deelstaten, lijkt mij het transversale karakter van deze vraag aanwezig.

1) Hoe succesvol is de volkslening tot nu toe geweest?

2) In welke van de domeinen zijn er projecten gekozen?

3) Hoe gebeurt deze keuze juist?

4) Is het mogelijk een lijst te krijgen van het toegekende bedrag per project/domein?

Antwoord ontvangen op 12 november 2015 :

1) Ik beschik niet over gedetailleerde informatie over de volksleningen. Overeenkomstig de aan de Autoriteit voor financiële diensten en markten (FSMA) verstrekte informatie, werd over het volledige jaar 2014 door dertien kredietinstellingen in totaal 2 080 269 336 euro opgehaald bij zowel particuliere beleggers als rechtspersonen.