Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 6-359

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 19 december 2014

aan de minister van Begroting, belast met de Nationale Loterij

Behalen van de EU-begrotingsnormen - Samenwerking met de Gemeenschappen en Gewesten - Afspraak met betrekking tot de gemeenten en provincies

rijksbegroting
EU-controle
gewesten en gemeenschappen van België
gemeente
provincie

Chronologie

19/12/2014Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 22/1/2015)
28/1/2015Antwoord

Vraag nr. 6-359 d.d. 19 december 2014 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Alle lidstaten van de Europese Unie (EU) verbinden zich jaarlijks tot het behalen van de begrotingsnormen. Voor ons land heeft dit uiteraard een rechtstreekse impact op de begrotingen van de Gewesten en de Gemeenschappen en eveneens op de begrotingen van de respectieve gemeenten, steden en provincies.

Het behalen van de EU-norm is een verantwoordelijkheid van de verschillende entiteiten van ons land. Zo is er een verantwoordelijkheid voor entiteit 1 (Federale Staat), entiteit 2 (Gewesten en Gemeenschappen) en entiteit 3 (gemeenten en provincies). Het behalen van deze EU-normen en de afspraken daarover tussen de federale overheid en de gewestelijke en gemeenschapsoverheden is bij uitstek een transversale aangelegenheid overeenkomstig artikel 56 van de Grondwet.

1) Werd er reeds overleg gepleegd met de verschillende entiteiten in ons land om de gezamenlijke Europese begrotingsdoelstellingen te behalen?

2) Wat zijn de interne afspraken met de verschillende Gewesten en Gemeenschappen?

3) Wat zijn de afspraken met betrekking tot de gemeenten en de provincies?

4) Graag vernam ik welke begrotingsnorm afgesproken werd voor de federale overheid en voor elk respectief Gewest en voor elke respectieve Gemeenschap.

Antwoord ontvangen op 28 januari 2015 :

1. Het samenwerkingsakkoord van 13 december 2013 voorziet (artikel 2, § 4) een procedure voor het vastleggen van de begrotingsdoelstellingen in het kader van het stabiliteitsprogramma. Tot uitvoering van deze procedure heeft het Overlegcomité zich op 30 april 2014 akkoord verklaard met indicatieve doelstellingen voor het stabiliteitsprogramma 2014-2017.

Het ontwerpbegrotingsplan 2015 van België legt een ander traject voor dan dat van het stabiliteitsprogramma. Dit traject bevat de begrotingsdoelstellingen die de regering, de Gemeenschappen en Gewesten individueel vastgelegd hebben

2. Het traject dat in het ontwerpbegrotingsplan voorgesteld wordt zal moeten worden bekrachtigd in het volgende stabiliteitsprogramma bij toepassing van de procedure bepaald in de samenwerkingsovereenkomst van 13 december 2013 en dus op basis van een advies van de afdeling Financieringsbehoeften van de overheid van de Hoge Raad van Financiën.

3. De gemeenten en provincies maken deel uit van entiteit II. Artikel 3 van de samenwerkingsovereenkomst van 13 december 2013 bepaalt dat elke akkoord-sluitende partij zicht ertoe verbindt om, in de uitoefening van haar bevoegdheden en / of van haar voogdij, alle maatregelen te nemen die noodzakelijk zijn opdat de lokale overheden de begrotingsdoelstellingen bepaald in artikel 2 naleven.

4. De begrotingsdoelstellingen voor entiteit I en entiteit II werden voorgesteld in het ontwerpbegrotingsplan en de algemene toelichting.

Voor entiteit I wordt in 2015 en 2016 een verbetering van het structureel saldo met 0,725 % van het bbp verwacht. Daarna zal het structureel saldo verbeterd worden met 0,6 % van het bbp tot een structureel evenwicht bereikt wordt.

Op het niveau van entiteit II hebben de Vlaamse Gemeenschap, het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie en de Franse Gemeenschapscommissie een begroting in evenwicht uitgewerkt voor 2015. Dit evenwicht zou gedurende de hele regeerperiode behouden blijven. Het Waals Gewest en de Franse Gemeenschap verwachten voor 2015 een tekort van respectievelijk -450 en -170 miljoen euro. Deze twee entiteiten zouden in 2018 opnieuw een begrotingsevenwicht bereiken. Voor de Duitstalige Gemeenschap werd als doelstelling een vorderingensaldo van -30 miljoen euro bepaald voor 2015. Daarnaast wordt er van uitgegaan dat de lokale overheden over de gehele periode een evenwicht aanhouden. Het hanteren van deze doelstelling houdt in dat er over de periode 2015- 2018 een kleine verslechtering optreedt van het structureel saldo van entiteit II.

Op het niveau van de gezamenlijke overheid wordt bij het bereiken van een evenwicht in 2018 een verbetering van het structureel saldo gerealiseerd van 2 %, wat neerkomt op een gemiddelde verbetering van 0,5 % per jaar voor de periode 2015-2018.

Tabel : Evolutie van het structureel saldo van de gezamenlijke overheid.


2015

2016

2017

2018

Entiteit I

Vorderingensaldo

-2,0

-1,2

-0,3

0,0

Eenmalige maatregelen

0,0

-0,1

0,0

0,0

Cyclische component

-0,5

-0,3

-0,2

0,0

Structureel saldo

-1,5

-0,8

-0,2

0,0

Evolutie structureel saldo

0,7

0,7

0,6

0,2

Entiteit II

Vorderingensaldo

-0,2

-0,1

0,0

0,0

Eenmalige maatregelen

0,0

0,0

0,0

0,0

Cyclische component

-0,4

-0,2

-0,1

0,0

Structureel saldo

0,2

0,1

0,1

0,0

Evolutie structureel saldo

0,0

-0,1

-0,1

0,0

Gezamenlijke overheid

Vorderingensaldo

-2,1

-1,3

-0,4

0,0

Eenmalige maatregelen

0,0

-0,1

0,0

0,0

Cyclische component

-0,9

-0,6

-0,3

-0,1

Structureel saldo

-1,3

-0,6

-0,1

0,0

Evolutie structureel saldo

0,7

0,7

0,5

0,1

Strikt genomen vloeit er uit de cijfers opgenomen in het ontwerpbegrotingsplan geen verplichtingen voort voor entiteit II. Overeenkomstig het samenwerkingsakkoord van 13 december 2013 moet dit engagement vastgelegd worden in een beslissing van het Overlegcomité.

Het traject dat in het ontwerpbegrotingsplan voorgesteld wordt zal moeten worden bekrachtigd in het volgende stabiliteitsprogramma met toepassing van de procedure bepaald in de samenwerkingsovereenkomst van 13 december 2013 en dus op basis van een advies van de afdeling Financieringsbehoeften van de overheid van de Hoge Raad van Financiën.