Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 6-296

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 5 december 2014

aan de vice-eersteminister en minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken, belast met de Regie der gebouwen

Kernramp in Fukushima - Gevolgen - Samenwerking met de Gewesten en Gemeenschappen

kernongeval
Japan
Internationale Organisatie voor Atoomenergie
radioactieve verontreiniging

Chronologie

5/12/2014Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 8/1/2015)
6/1/2015Antwoord

Vraag nr. 6-296 d.d. 5 december 2014 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

De ramp in Fukushima wordt al de hele tijd doodgezwegen. Men verzwijgt dat er elke dag dodelijke straling in de zee blijft lekken. De toestand is nog altijd niet onder controle. Niemand weet hoe diep de radioactieve kernen van de verschillende getroffen kerncentrales zich in de grond aan het boren zijn.

De verwoeste centrales worden gekoeld met zeewater, dat op zijn beurt corrosie veroorzaakt en de tanks met opgevangen radioactief water aantast, waardoor ze beginnen te lekken. Besmet grondwater lekt ondertussen ongezuiverd in de zee. Vele pogingen om de grond te bevriezen zijn immers mislukt. Een steeds groter gebied op land en over zee geraakt besmet. Dokters waarschuwen, vissers en zeilers doen verontrustende waarnemingen.... En nog steeds vindt het Internationaal Atoomagentschap (IAEA) de rapporten van TEPCO geloofwaardig en grijpt het niet in.

De ramp in Fukushima is een catastrofe van wereldformaat, die wellicht al het leven op aarde kan bedreigen.

Het hoeft geen uitleg dat de gevolgen van deze kernramp gevolgen hebben voor het beleid van de Gewesten, de Gemeenschappen en de federale overheid. De federale overheid en die van de deelgebieden zouden de handen in elkaar moeten slaan om vanuit hun specifieke bevoegdheden op het vlak van energie, volksgezondheid, buitenlandse zaken, buitenlandse handel, onderzoek en ontwikkeling, leefmilieu en internationale samenwerking mee te werken aan het indijken van dit enorme probleem. Ze moeten er ook lessen uit trekken teneinde zulke wereldrampen te voorkomen. In de federale regering is de minister van Binnenlandse Zaken voor deze materie bevoegd.

1) Welke initiatieven heeft de minister genomen om in overleg te treden met de Gewesten en de Gemeenschappen om een gemeenschappelijke actie op touw te zetten teneinde de gevolgen van deze ramp mee te helpen bestrijden en vooral zulke rampen te voorkomen?

2) Wie vervult in ons land de rol van coördinator?

3) Heeft de minister deze internationale aangelegenheid ook besproken met zijn Europese collega's? Werden de Gewesten en Gemeenschappen daarvan in kennis gesteld?

Antwoord ontvangen op 6 januari 2015 :

Het geachte lid vindt hieronder het antwoord op zijn vragen:

Het apocalyptisch beeld dat door de senator wordt geschetst van de mogelijke weerslag van de kernramp van Fukushima op het mondiale leefmilieu, stemt niet overeen met de werkelijkheid, zoals blijkt uit evaluaties van deze ramp door het Internationaal Atoomenergie Agentschap (IAEA), het wetenschappelijke comité UNSCEAR van de Verenigde Naties en de Wereld Gezondheidsorganisatie (WHO).

Volgens de bevoegdheidsverdeling vastgelegd in de wetten op de staatshervorming is het gebruik van kernenergie en het uitbaten van installaties behorend tot de kernsplijtstofcyclus een exclusief federale beleidsmaterie. De bescherming van de bevolking tegen de gevaren van ioniserende straling, inclusief het beheer van radioactief afval, is volgens deze ratio legis eveneens een exclusief federale bevoegdheid.

Er is geen behoefte aan een specifieke vorm van overleg of samenwerking met de gewesten en gemeenschappen rond de kernramp van Fukushima. Federale instanties, waaronder het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle (FANC), zien toe op het veilig functioneren van de nucleaire installaties in eigen land. Het Agentschap en het crisiscentrum van de regering zijn in diverse Europese en internationale fora betrokken bij de evaluatie van de gevolgen van deze kernramp, bij het formuleren van de lering die er uit kan worden getrokken en bij het uitrollen ervan op de installaties die onder hun controle staan.