Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 6-2388

van Lionel Bajart (Open Vld) d.d. 5 april 2019

aan de minister van Begroting en van Ambtenarenzaken, belast met de Nationale Loterij en Wetenschapsbeleid

Federale musea en federale wetenschappelijke instellingen (FWI) - Rapport van het Rekenhof - Bruikleen van kunstwerken en collecties - Betwisting - Recuperatie van werken

museum
federale wetenschappelijke en culturele instellingen
Rekenhof (België)
cultureel erfgoed
officiële statistiek

Chronologie

5/4/2019Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 10/5/2019)
23/5/2019Einde zittingsperiode

Vraag nr. 6-2388 d.d. 5 april 2019 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

De federale overheid staat in ons land nog steeds in voor vele prachtige collecties in diverse musea zoals het Museum voor Kunst en Geschiedenis, het Koninklijk Museum voor Midden Afrika en de musea voor schone kunsten. Aangezien in sommige musea tot 80 % van de collectie in archief of depot zit is een permanente follow-up aangewezen.

Het recente rapport van het Rekenhof " Cultureel en Wetenschappelijk patrimonium van de federale Staat " werpt heel wat vragen op.

Deze vragen betreffen onder meer de wijze waarop bruikleen in het verleden werd georganiseerd en de manier waarop de objecten achteraf worden gerecupereerd.

Volgende passage wijst op een gebrekkig beheer in het verleden : " Door onvoldoende documentatie (of verlies ervan) is er een probleem met de bruiklenen op lange termijn die in het verleden zijn toegekend. De federale wetenschappelijke instellingen (FWI) hebben geen volledig zicht op welke stukken bij derden aanwezig zijn. Ook kunnen zij bruiklenen die ze ontvangen hebben van derden, ten onrechte als eigen stukken in de inventaris hebben opgenomen. De FWI's trachten de (oude) depots in kaart te brengen en nieuwe contracten te sluiten. De contracten moeten niet alleen correct worden opgesteld, maar mogen bovendien geen interpretaties toelaten. De KBB kampt bijvoorbeeld met de vraag of een oorspronkelijk depot ondertussen niet is omgezet in een schenking. "

Wat het huidige beleid betreft, is het Rekenhof positiever : " De meeste FWI's hebben ondertussen procedures uitgewerkt zodat een object de instelling niet meer kan verlaten zonder overeenkomst, met de nodige documenten voor transport, verzekering en vaststelling van de staat. "

In de bijlage van het Rapport verwees de toenmalig bevoegde staatssecretaris naar het dossier Seneffe wat de bruikleen betreft. Hier kon luidens de betrokkene geen overeenstemming worden gevonden inzake de erkenning van het federale eigenaarschap en de duur van de bruikleen.

Transversaal karakter van de vraag : deze vraag betreft een transversale aangelegenheid met de gemeenschappen (cultuur en media). De bescherming van ons cultuurpatrimonium is een gedeelde bevoegdheid waarbij het federale luik eerder de handhaving betreft, de federale musea en wetenschappelijke instellingen en het daarin opgenomen cultuurpatrimonium.

In dit kader had ik volgende vragen voor de geachte minister :

1) Hoe reageert u als huidige beleidsverantwoordelijke op volgende passage van het rapport van het Rekenhof : " De FWI's trachten de (oude) depots in kaart te brengen en nieuwe contracten te sluiten. De contracten moeten niet alleen correct worden opgesteld, maar mogen bovendien geen interpretaties toelaten. De KBB kampt bijvoorbeeld met de vraag of een oorspronkelijk depot ondertussen niet is omgezet in een schenking " ?

2) Hoe reageert u als huidige beleidsverantwoordelijke op volgende passage van het rapport van het Rekenhof : " Door onvoldoende documentatie (of verlies ervan) is er een probleem met de bruiklenen op lange termijn die in het verleden zijn toegekend " ?

3) Van welke kunstwerken en kunstcollecties die tot het patrimonium behoren van de federale Staat wordt het eigendomsrecht betwist ? Om hoeveel voorwerpen gaat het ? Kan u dit concreet en gedetailleerd toelichten ?

4) Over welke kunstwerken en kunstcollecties, die vallen onder het patrimonium van de federale Staat, bestaan er twijfels bij de ontvangende instelling of bij de overheid of een oorspronkelijk depot ondertussen niet is omgezet in een schenking ? Om welke werken gaat het ?

5) Welke kunstwerken en kunstcollecties die tot het patrimonium behoren van de federale Staat werden voor onbepaalde duur in bruikleen gegeven ? Om hoeveel voorwerpen gaat het ? Kan u dit concreet en gedetailleerd toelichten ?

6) Kan u meer specifiek betreffende het dossier van Seneffe meedelen waar deze collectie zich vandaag bevindt, van waar ze afkomstig is, en wat er momenteel nog steeds niet is uitgeklaard (eigendom, duur van bruikleen, terugkeer van de collectie, enz.) ? Met wie u onderhandelt ? Welke stappen werden en worden gezet om dit dossier te deblokkeren ? Kan u dit uitvoerig toelichten ? Kan u het tijdschema en de inhoud toelichten ?

7) Kan u gedetailleerd meedelen welke stukken deel uitmaken van het dossier Seneffe ? Wat is de oorsprong van deze collectie ? Bestaan er vergelijkbare dossiers (grootte en waarde) waarin de eigendom van de bruikleen wordt betwist ? Zo ja, kan u dit toelichten ?