Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 6-2366

van Lionel Bajart (Open Vld) d.d. 18 februari 2019

aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, en van Asiel en Migratie

Sociaal statuut van de kunstenaar - Nieuwe commissie « Kunstenaars » - Administratieve last - Kunstenaarsvisum

beroep in de kunst
maatschappelijke positie
beroepsstatus
administratieve formaliteit
officiële statistiek

Chronologie

18/2/2019Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 21/3/2019)
18/2/2019Antwoord

Doorverwezen door : schriftelijke vraag 6-2115

Vraag nr. 6-2366 d.d. 18 februari 2019 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Bij de wet van 26 december 2013 en 20 juli 2015 werd het kustenaarsstatuut bijgestuurd. De nieuwe commissie « Kunstenaars » heeft een uitgebreider takenpakket gekregen. Naast de bestaande taken levert het ook het kunstenaarsvisum en de kunstenaarskaart af. Bij het koninklijk besluit van 17 juli 2014 werden de leden van de commissie benoemd. Het heeft lang geduurd eer de Commissie operationeel was. Zij vatte de werkzaamheden aan op 1 januari 2016. Hun taak is cruciaal voor de goede uitbouw van het statuut. Kunstenaars kunnen immers enkel onder de sociale zekerheidsbescherming als werknemer vallen als ze beschikken over een « visum ». Ook als zelfstandige is het soms aangewezen om een « zelfstandigheidsverklaring » te laten afleveren en dit vooral voor de opdrachtgever, daar dit bepaalde implicaties heeft naar fiscaliteit en sociale zekerheid toe.

Dit betreft een transversale aangelegenheid. Het statuut wordt federaal bepaald. Daarnaast is er wat Vlaanderen betreft het Kunstendecreet waarbij het aanvragen van een « zelfstandigheidsverklaring » als basis dient voor subsidiëring naar de organisaties toe.

Ik had hieromtrent dan ook volgende vragen :

1) Kan de minister aangeven hoeveel « zelfstandigheidsverklaringen » verleden jaar (dus sinds de start van de NCK) werden toegekend en dit opgedeeld aan Nederlandstalige en Franstalige kant ? Kan de minister deze cijfers desgevallend duiden ?

2) Kan de minister aangeven hoeveel « kunstenaarskaarten » het laatste jaar respectievelijk aan Nederlandstalige en aan Franstalige kant werden toegekend ?

3) Kan de minister tevens aangeven hoeveel aanvragen verleden jaar binnenkwamen voor de aflevering van een « kunstenaarskaart » en dit respectievelijk aan Nederlandstalige en aan Franstalige kant ? Kan de minister aangeven hoelang de gemiddelde wachttijd is tussen de aanvraag en de aflevering ervan en klopt het dat deze standaard wordt afgeleverd overeenkomstig artikel 7 van het huishoudelijk reglement van de commissie « Kunstenaars » van 21 december 2015 ? Kan u deze cijfers duiden ?

4) Kan de minister aangeven hoeveel « visumaanvragen » het laatste jaar respectievelijk aan Nederlandstalige en aan Franstalige kant werden ingediend alsook hoeveel er respectievelijk aan Nederlandstalige en Franstalige kant werden toegekend ? Kan de minister deze cijfers duiden en aangeven hoelang de gemiddelde behandelingstijd is ?

5) Bent u het eens met de stelling dat de huidige regeling een grote administratieve last met zich meebrengt en dat de behandelingstijd nog te lang is ? Zo ja, kan u dit toelichten ? Zo neen, waarom niet ?

6) Bent u bereid, in overleg met de Gemeenschappen een evaluatie van de nieuwe regeling te doen en deze desgevallend bij te sturen ? Kan u dit toelichten naar inhoud en timing toe ?

Antwoord ontvangen op 18 februari 2019 :

Voorafgaandelijk wens ik het lid te wijzen op een fout in zijn vraagstelling. In uw vraagstelling poneert u dat kunstenaars enkel onder de sociale zekerheidsbescherming als werknemer kunnen vallen als ze beschikken over een "visum", wat echter niet correct is. Kunstenaars die verbonden zijn met een arbeidsovereenkomst, vallen steeds onder de sociale zekerheidsregeling van de werknemers, en dienen geen visum aan te vragen. Het visum heeft als doel om kunstenaars die niet met een arbeidsovereenkomst zijn verbonden, toch onder het sociale zekerheidsstelsel van de werknemers te laten vallen. Het Geachte Lid vindt hieronder het antwoord op zijn vragen.

1) Sedert het begin van de werkzaamheden van de Commissie in januari 2016 heeft de Commissie Kunstenaars 16 zelfstandigheidsverklaringen voor de Franse taalrol en 42 zelfstandigheidsverklaringen voor de Nederlandse taalrol afgeleverd.

Er zijn weinig aanvragen voor zelfstandigheidsverklaringen bij de Commissie Kunstenaars omdat deze verklaring niet verplicht is.

2) Sedert haar oprichting heeft de Commissie Kunstenaars 16 485 aanvragen voor een kaart aan Franstalige kant en 21 798 aanvragen aan Nederlandstalige kant aanvaard.

3) De Commissie heeft 17 348 aanvragen voor een kunstenaarskaart aan Franstalige kant ontvangen en 23 214 aanvragen voor een kunstenaarskaart aan Nederlandstalige kant, namelijk 40 562 in totaal.

Deze cijfers bevatten ook duplicaten van kaarten die om allerlei redenen werden verzonden (niet-ontvangen kaarten, verloren kaarten, gewijzigde gegevens, enz.).

De termijn voor de aflevering van de kunstenaarskaarten bedraagt thans 12 tot 15 weken.

Er is geen automatische toekenning. De kunstenaarskaarten worden afgeleverd na evaluatie van de artistieke aard van de activiteiten die door de aanvragers worden uitgevoerd.

4) De Commissie Kunstenaars heeft 1.078 aanvragen voor een visum ontvangen aan Franstalige kant en 229 aan Nederlandstalige kant.

De Commissie heeft 879 kunstenaarsvisa aan Franstalige kant afgeleverd en 196 kunstenaarsvisa aan Nederlandstalige kant.

De termijn van de indiening van een aanvraag tot de ontvangst van het visum bedraagt 1 tot 2 maanden.

5) De huidige regeling heeft lange behandelingstermijnen tot gevolg.

Bij aanvang van deze legislatuur werd ik geconfronteerd met een nieuwe regeling rond de kunstenaarscommissie en de kunstenaarskaarten- en visa, die echter niet uitvoerbaar was: er was tegenstrijdigheid tussen het uitvoerings-KB en wet, er was geen werkingsbudget, er was geen operationele ondersteunende dienst en de commissie was niet samengesteld. Ik heb dan ook onmiddellijk de benodigde maatregelen genomen, om dan vanaf begin 2016 operationeel te gaan. Dit heeft echter voor gevolg gehad dat er op het moment dat de commissie effectief van start kon gaan, er een enorme achterstand was ontstaan.

Samen met mijn administratie heb ik dan hard gewerkt om deze achterstand in te halen: er werd extra personeel ingezet en de procedure werd waar mogelijks vereenvoudigd . Dankzij deze bijkomende inspanningen is de doorlooptijd tussen aanvraag en afleveren visum of kaart sterk teruggelopen en teruggebracht naar een redelijk niveau.

Met het project Artist@Work zetten we nu een volgende stap naar optimalisatie van de aanvragen en versnelling van de doorlooptijd. Het project Artist@Work heeft tot doel een elektronisch platform te creëren, waarmee de kunstenaars de stand van zaken van hun aanvraag voor een kaart, een visum of de zelfstandigheidsverklaring kunnen volgen. Dankzij dit platform zullen de kunstenaars eveneens hun prestaties in het kader van de kleine vergoedingsregeling bedoeld in artikel 17sexies van het koninklijk besluit van 28/11/1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders elektronisch gaan bijhouden en beheren.

Het platform zal het ook voor de personeelsleden van het secretariaat van de Commissie Kunstenaars mogelijk maken de aanvragen op een meer doeltreffende manier te behandelen.

De behandelingstermijnen kunnen aldus verder ingekort worden.

6) Ik ben bereid met de Gemeenschappen samen te werken indien zij mij daarom verzoeken. Van mijn kant zal ik de werking van het platform kunstenaars tegen begin 2020 evalueren.