Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 6-2339

van Guy D'haeseleer (Vlaams Belang) d.d. 29 januari 2019

aan de minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken

Wet van 21 december 1998 betreffende de veiligheid bij voetbalwedstrijden (voetbalwet) - Clubleiding - Toepassing

voetbalvandalisme
sportmanifestatie
sportorganisatie
administratieve sanctie
officiële statistiek
beroepssport

Chronologie

29/1/2019Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 28/2/2019)
27/2/2019Antwoord

Herindiening van : schriftelijke vraag 6-1714

Vraag nr. 6-2339 d.d. 29 januari 2019 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Sport, Cultuur en vrije tijd zijn gemeenschapsbevoegdheden. Bijgevolg gaat deze vraag over een transversale aangelegenheid.

De wet van 21 december 1998 betreffende de veiligheid bij voetbalwedstrijden (voetbalwet) heeft in eerste instantie tot doel om het hooliganisme onder de supporters tegen te gaan en te beteugelen.

De laatste tijd zien we echter regelmatig dat trainers, voorzitters of andere bestuurslui van een club een bepaalde vorm van agressie aan de dag leggen, wat opruiend kan werken ten aanzien van het publiek.

1) Kan de geachte minister mij meedelen welke wedstrijden van het voetbalseizoen 2016-2017 aanleiding hebben gegeven tot het opstellen van een proces-verbaal ten aanzien van een lid van een clubbestuur, opgesplitst per club uit eerste en tweede klasse ?

2) In hoeveel gevallen werd er ook daadwerkelijk een sanctie uitgesproken ?

3) Zo ja, welke sancties werden er uitgesproken ?

Antwoord ontvangen op 27 februari 2019 :

1) en 2) Wat betreft de ontvangen processen-verbaal van de politiezones, worden er geen specifieke gegevens bijgehouden met betrekking tot de toepassing van de Voetbalwet ten overstaan van bestuursleden of trainers van een club.

Op basis van een gemiddelde beoordeling, zijn er niet meer dan 5 dossiers per jaar voor clubbestuurders of trainers. Dat cijfer blijft redelijk stabiel en kent geen opmerkelijke veranderingen de voorbije jaren. Er werden al sancties uitgesproken ten aanzien van deze personen.

3) De sanctie die over het algemeen wordt uitgesproken is een geldboete. Er wordt immers geoordeeld dat het gaat om het beroep van de persoon en dat hij bijgevolg, door een stadionverbod uit te spreken, wordt verhinderd om dat beroep uit te oefenen. Naargelang de ernst van de feiten kan naast een geldboete evenwel ook een stadionverbod worden uitgesproken. In een paar uitzonderlijke gevallen gebeurde dit ook.

Er wordt tevens rekening gehouden met het feit of:

– de overtreding werd gepleegd tijdens de uitoefening van zijn beroep of tijdens een wedstrijd waarbij de persoon toeschouwer is;

– de persoon reeds eerder werd gesanctioneerd of gewaarschuwd voor de mogelijkheid dat er jegens hem een stadionverbod wordt uitgesproken in het kader van een latere procedure (recidive).