Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 6-2127

van Lionel Bajart (Open Vld) d.d. 14 januari 2019

aan de minister van Justitie, belast met de Regie der Gebouwen

Virtuele munten - Beleggingen - Nanotec - Piramideverkoop - Economische inspectie - Kansspelcommissie - Veroordelingen - Gedupeerden - Aantal

elektronische handel
elektronisch betaalmiddel
economisch delict
fraude
kansspel
kapitaalbelegging
computercriminaliteit

Chronologie

14/1/2019Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 14/2/2019)
8/4/2019Antwoord

Herindiening van : schriftelijke vraag 6-1430

Vraag nr. 6-2127 d.d. 14 januari 2019 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Wat het transversaal karakter van de vraag betreft : de verschillende regeringen en schakels in de veiligheidsketen zijn het eens over de fenomenen die de komende vier jaar prioritair moeten worden aangepakt. Die staan gedefinieerd in de kadernota Integrale Veiligheid en het Nationaal Veiligheidsplan voor de periode 2016-2019, en werden besproken tijdens een Interministeriële Conferentie, waarop ook de politionele en justitiële spelers aanwezig waren. Cybercrime is één van de transversale prioriteiten. De beleggingen in zogenaamde « cryptocurrency » vallen hieronder. Het betreft dus een transversale gewestaangelegenheid waarbij de rol van de Gewesten vooral in het preventieve luik te situeren valt.

Uit uitvoerige berichtgeving in de pers in april 2017 bleek dat er in diverse zalen doorheen het land allerhande beleggings- en investeringsclubs digitale munten aan de man te brengen via agressieve verkooptechnieken (cf. Lars Bové en Pieter Suy in De Tijd van 15 april 2017, blz. 1, 6 en 7). Het betreft onder meer de zogenaamde « Nanotec », de « Octa Premium Coin », de « Crypto888 » en de « Onecoin ». Via mond-tot-mondreclame en tijdens feestjes of sportevenementen, zoals in Aalst, worden mensen verleid tot een belegging in de nieuwe « Nanotec ».

Luidens de bedenkers van de digitale munt « Nanotec » zou men op maandbasis vlot rendementen van tientallen procenten kunne halen en dit los van de commissie inkomsten die je uitbetaald krijgt als je nieuwe mensen aanbrengt voor het Nano-clubnetwerk. Enkele mensen blijken zelfs geld te lenen om dit dan vervolgens in de « Nanotec » te steken, aldus De Tijd.

Naar verluidt staat « Nanotec » op de radar bij de Autoriteit voor financiële diensten en markten (FSMA – Financial Services and Markets Authority), de financiële toezichthouder. Deze laatste stelt en ik citeer : « We hebben aanwijzingen dat ook de activiteiten van Nanoclub, dat beweert virtuele munten aan te bieden, van frauduleuze aard zijn, onder meer in de zin van een piramidespel. »

Buitenlandse regulatoren nemen Nanoclub intussen ook in het vizier. In Zweden opende de politie een onderzoek na een waarschuwing van de lokale kansspelcommissie, die er een piramidespel in zag.

Ik heb het hier voor de duidelijkheid niet over bitcoins die werken met de blockchain technologie en die daadwerkelijk kunnen worden gebruikt als betaalmiddel maar wel over de facto waardeloze digitale munten die nergens worden aanvaard als betaalmiddel en die veeleer de eigenschappen hebben van virtueel monopolygeld.

Daarom heb ik volgende vragen voor u  :

1) Kan de economische inspectie meedelen welke stappen zij reeds heeft ondernomen om te voorkomen dat argeloze beleggers en consumenten / spaarders hun spaarcenten steken in allerhande digitale munteenheden waarbij hen een hoog rendement wordt voorgespiegeld en de karakteristieken veeleer wijzen op piramideverkoop van monopoliegeld ? Welke digitale munten werden reeds onderzocht en wat waren de resultaten ?

2) Kan de Economische Inspectie meedelen hoeveel klachten zij de jongste drie jaar op jaarbasis hebben ontvangen betreffende aanbiedingen voor « pseudo » beleggingen in digitale munten ? Kan zij meedelen hoeveel gedupeerden reeds spaargeld kwijt zijn alsook over welk totaalbedrag we spreken ?

3) Wordt het niet meer dan tijd dat uzelf of de Economische Inspectie duidelijk communiceert naar de burger toe dat dergelijke beleggingen in digitale munten grote risico's inhouden en veeleer een nieuwe vorm piramideverkoop betreft ? Zo neen, waarom niet ? Zo ja, kan dit uitvoerig worden toegelicht ? Wat is de inhoud en de kalender ?

4) Heeft de Kansspelcommissie reeds stappen ondernemen naar het voorbeeld van Zweden tegen de aanbieders van digitale munten via allerhande clubs en netwerken ? Zo neen, waarom niet ? Zo ja, kan dit worden toegelicht ?

5) Kan u meedelen hoeveel organisatoren van piramideverkoop de jongste drie jaar in verdenking werden gesteld alsook hoeveel van hen respectievelijk de jongste drie jaar werden veroordeeld ?

6) Kan u meedelen of er reeds gerechtelijke onderzoeken zijn afgerond jegens de frauduleuze verkoop van digitale munten ? Zo neen, waarom niet ? Zo ja, kan u dit toelichten ?

7) Hoeveel gedupeerden zijn er reeds wat betreft pseudobeleggingen in digitale munten ? Beschikt u over enig cijfer of enige indicatie ?

Antwoord ontvangen op 8 april 2019 :

Voor de eerste drie deelvragen kan verwezen worden naar de antwoorden van de minister van Werk, Economie en Consumenten op schriftelijke vraag nr. 6-1429.

4) Wat betreft het gebruik van virtuele munten (Nanotec, octa Premium Coin, Crypto888 en Onecoin), meldt de Kansspelcommissie dat er nog geen dossiers behandeld zijn voor toevoeging aan de zwarte lijst.

Indien blijkt dat er kansspelen kunnen gespeeld worden met deze cryptomunten, kan verder onderzocht worden of er een inbreuk is op artikel 4 van de wet van 7 mei 1999 op de kansspelen, de weddenschappen, de kansspelinrichtingen en de bescherming van de spelers op basis waarvan het verboden is om een kansspel te exploiteren zonder voorafgaande vergunning van de Kansspelcommissie. In dat geval kan de Kansspelcommissie de betrokken website op de zwarte lijst toevoegen en zal de webpagina worden geblokkeerd.

Ook wordt vastgesteld dat het gebruik van een alternatieve (virtuele) munteenheid geen stabiel betaalmiddel is waardoor er in feite sprake is van een dubbele onzekerheid. In feite kan een speler tweemaal verliezen indien de « koers » van de virtuele munt onderhevig is aan stevige fluctueringen. Bovendien is niet gekend hoe het gebruik van deze munten transparantie zou bieden in het kader van de reglementering inzake witwassen.

5) De justitiële informatiebronnen laten niet toe om statistieken te genereren die dermate gedetailleerd zijn om te kunnen antwoorden op de gestelde vragen.

6) De frauduleuze verkoop van digitale munten is een vorm van oplichting. In de politiedatabank (ANG) bestaat binnen de inbreuk oplichting een modus operandi « piramide / sneeuwbal ». Uit nazicht van de ANG blijkt dat dit veld onvoldoende is ingevuld om een betrouwbaar cijfer te kunnen geven. Het gaat hier immers om een niet verplicht in te vullen veld.

Feiten van oplichting worden zowel behandeld door de lokale politie als de federale gerechtelijke politie in de arrondissementen, overeenkomstig de ministeriële richtlijn van 20 februari 2002 tot regeling van de taakverdeling, de samenwerking, de coördinatie en de integratie tussen de lokale en de federale politie inzake de opdrachten van gerechtelijke politie.

7) Voor de laatste deelvraag kan opnieuw verwezen worden naar het antwoord van de minister van Werk, Economie en Consumenten.