Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 6-2051

van Lionel Bajart (Open Vld) d.d. 10 januari 2019

aan de vice-eersteminister en minister van Werk, Economie en Consumenten, belast met Buitenlandse Handel, Armoedebestrijding, Gelijke kansen en Personen met een beperking

Kindhuwelijken - Gedwongen huwelijken - Richtlijnen - Registratie - Samenwerking - Vervolging

gearrangeerd huwelijk

Chronologie

10/1/2019Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 14/2/2019)
23/5/2019Einde zittingsperiode

Herindiening van : schriftelijke vraag 6-2016

Vraag nr. 6-2051 d.d. 10 januari 2019 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Volgens cijfers van de Wereldgezondheidsorganisatie treden dagelijks zowat 40.000 minderjarige meisjes in het huwelijk, zijnde 28 per minuut. Wat vroeger vooral een Aziatisch en Afrikaans fenomeen was, blijkt door de toenemende migratie ook steeds meer in ons land voor te komen.

De praktijk van gedwongen kindhuwelijken is ook in België een realiteit. Dat bleek op een studiedag over het thema die werd georganiseerd door het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen, Plan België en de onderzoeksgroep International Centre for Reproductive Health (ICRH) van de UGent.

"Velen denken, onterecht, dat dit een archaïsche praktijk is", zei Liesbet Stevens, adjunct directeur van het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen. "Er is nood aan een globale strategie."

Een Brusselse ngo tekende in 2013 tien casussen van gedwongen kindhuwelijken op. Een steward die met Roma werkt in Sint Niklaas zegt dat van de 60 Roma families die zij volgen er vijf een minderjarige bruid hebben geïmporteerd. De problematiek wordt zowel bij al langer in ons land verblijvende etnische minderheden als bij nieuwe migranten vastgesteld, bij Roma en Afghanen in het bijzonder.

Bij de politie zijn van 2010 tot eind 2013 56 klachten over een gedwongen huwelijk geregistreerd. "Maar zoals dat wel vaker het geval is in het geval van geweld tegen vrouwen en kinderen is er sprake van een onderrapportering", aldus professor Els Leye van ICRH. Tot een klacht bij de politie komt het zelden, uit schrik of uit loyaliteit voor de familie of de gemeenschap. Die schrik heeft echter verstrekkende gevolgen: psychologische problemen, geweld, isolement, financiële en integratieproblemen.

Uit de ICRH studie blijkt dat professionals zich bovendien onvoldoende opgeleid voelen voor het herkennen van gedwongen huwelijken. Er is hierover wel wetgeving, maar die is onvoldoende bekend en de toepassing ervan blijft moeilijk.

In een nationaal actieplan (NAP) dat het Instituut heeft opgesteld worden een aantal aanbevelingen gedaan. In het ontwerp van NAP gendergerelateerd geweld 2015 2019, dat werd opgesteld door het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen, na consultatie van NGO's en middenveld, zijn meer dan twintig concrete voorstellen geformuleerd met betrekking tot de strijd tegen gedwongen huwelijken en kindhuwelijken.

Zo moeten er onder meer concrete instrumenten ontwikkeld worden om gedwongen huwelijken snel en adequaat op te sporen.

Deze vraag betreft gelijke kansen en is aldus een bevoegdheid van de Senaat overeenkomstig artikel 79 van het reglement en het betreft tevens een transversale aangelegenheid met de Gemeenschappen. De vraag vloeit voort uit het unaniem goedgekeurde informatieverslag betreffende de opvolging van de toepassing van het Actieplatform van de Vierde VN Wereldvrouwenconferentie van Peking (stuk Senaat, nr. 6-97) en dan meer specifiek de handhaving wat betreft seksueel geweld jegens jonge meisjes (en jongens).

Ik had dan ook volgende vragen voor u:

1) Kan u aangeven hoeveel klachten over een gedwongen huwelijk er werden geregistreerd bij de politie wat betreft de laatste drie jaar op jaarbasis ? Is er sprake van onderrapportering? Kan u dit toelichten?

2) Kan u aangeven hoeveel klachten over kindhuwelijken werden geregistreerd bij de politie wat betreft de laatste drie jaar op jaarbasis? Is er sprake van onderrapportering? Kan u dit toelichten? Beschikt u hieromtrent over enig cijfermateriaal?

3) Kan u toelichten wat de reeds ondernomen concrete stappen zijn wat betreft het uitwerken van concrete instrumenten om gedwongen huwelijken snel en adequaat op te sporen naar analogie met de eerdere omzendbrief inzake schijnhuwelijken? Kan u de timing en de inhoud van de omzendbrief toelichten? Wat zijn de krachtlijnen?

4) Wat is de stand van zaken betreffende de richtlijnen inzake de registratie van gedwongen huwelijken en kindhuwelijken door de politie en het parket?

5) Wat is de stand van zaken betreffende het aanduiden van referentiepersonen bij de politie en het parket? Kan u de timing toelichten?

6) Kan u toelichten wat de stand van zaken is wat betreft het opzetten van vernieuwende samenwerkingsprojecten tussen de politie, het parket, de hulpverlening en scholen met het oog op het waarborgen van de veiligheid van de potentiële slachtoffers? Welke concrete projecten lopen al en welke bevinden zich in de opstartfase?