Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 6-2001

van Lode Vereeck (Open Vld) d.d. 6 november 2018

aan de vice-eersteminister en minister van Werk, Economie en Consumenten, belast met Buitenlandse Handel

Telewerk - Stimuleren in de privésector - Federale acties en maatregelen - Aparte codering in de loonadministratie - Mogelijke aanpassing van de wetgeving

werk op afstand
particuliere onderneming

Chronologie

6/11/2018Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 6/12/2018)
6/12/2018Antwoord

Vraag nr. 6-2001 d.d. 6 november 2018 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Uit kwalitatief onderzoek van HR bedrijf Acerta blijkt dat telewerk sterk in opmars is. Helaas kunnen we niet spreken van harde cijfers omdat er momenteel geen verplichting is voor werkgevers om telewerk als dusdanig te registeren tijdens de loonsverwerking. Kortom, wij kunnen geen data of statistieken exporteren die ons een duidelijk én vooral correct beeld geven.

In de wet van 5 maart 2017 betreffende werkbaar en wendbaar werk ligt de focus op het occasioneel telewerk. Over het structureel telewerk bestond immers al wetgeving, die dateert van 2005. Los van dit wettelijke kader blijft een bedrijfseigen policy of addendum aan de overeenkomst aangewezen.

Telewerk heeft twee grote voordelen:

minder files;

een betere balans tussen werk en gezin.

Op 20 september 2018, tijdens de Week van de mobiliteit, vond de Nationale Thuiswerkdag plaats. Deze laatste Nationale Thuiswerkdag heeft opnieuw onderlijnd welk groot effect telewerk heeft op de Belgische wegen.

Vanuit de Vlaamse regering werden er al subsidies vrijgemaakt om bedrijven aan te sporen actief deel te nemen aan de verbetering van de mobiliteit en het duurzaam woon werkverkeer. Het Pendelfonds focust zich bijvoorbeeld op het woon werkverkeer met de fiets.

Het transversale karakter van mijn vragen ligt besloten in het feit dat telewerk een groot effect heeft op milieu en verkeer, doordat er minder files zijn, hetgeen bevoegdheden zijn van de Gewesten. Werk en sociaal overleg zijn dan weer federale bevoegdheden.

Ik heb volgende vragen voor de geachte minister:

1) Welke federale acties en maatregelen bestaan er om de werkgevers in de privésector te stimuleren tot het implementeren van alternatieve arbeidsorganisatievormen zoals periodiek telewerk? Graag kreeg ik een lijst met vermelding van de budgettaire impact van elke maatregel of actie.

Indien er nog geen federale acties en maatregelen zijn: waarom werden deze nog niet geïntroduceerd? Zal u die in de toekomst introduceren? Zo ja, binnen welke termijn?

2) Waarom bestaat er geen verplichting tot het apart coderen van telewerk in de loonadministratie? Zal er in de toekomst sprake zijn van een specifieke of aparte vergoeding voor werknemers die aan telewerk (mogen) doen in plaats van het alternatief sociaal abonnement, dat bij telewerk niet aan de orde is bij gebrek aan verplaatsing naar de werkplaats?

3) Gezien de meervoudige maatschappelijke en positieve effecten van het telewerk lijkt een actieplan en een aanpassing van de wetgeving aangewezen. Wat is uw visie daarover?

Antwoord ontvangen op 6 december 2018 :

Op federaal vlak is het beleid met betrekking tot het stimuleren van telewerk in de privésector tot nu toe vooral gericht geweest op het uitwerken van een geschikt regelgevend kader voor het telewerk.

Met de wet van 20 juli 2006 werd voor het structureel telewerk een rechtskader uitgewerkt in de wetgeving betreffende de arbeidsovereenkomsten, in aanvulling op de algemeen verbindend verklaarde cao nr. 85 betreffende het telewerk die werd afgesloten in de Nationale Arbeidsraad. Met de wet van 5 maart 2017 betreffende werkbaar en wendbaar werk werd hetzelfde bewerkstelligd voor het occasioneel telewerk.

Om de mogelijkheden van occasioneel telewerk in de verf te zetten, heb ik verleden jaar in samenwerking met het Koninklijk Meteorologisch Instituut (KMI) het zogenaamde thuiswerkalarm gelanceerd. Deze maatregel houdt in dat bij noodweer het waarschuwingssysteem van het KMI vanaf code oranje wordt ingeschakeld als thuiswerkalarm, waarbij een oproep wordt gedaan aan werkgevers en werknemers om zoveel mogelijk gebruik te maken van thuiswerk teneinde verkeershinder te vermijden. Dit moet bij (een risico op) slechte weersomstandigheden die het verkeer ernstig (kunnen) bemoeilijken, toelaten om (occasioneel) telewerk op grotere schaal te organiseren en laten activeren door de ondernemingen.

Uiteraard is het zo dat het organiseren van telewerk een zaak blijft die in onderling overleg wordt geregeld tussen werkgever en werknemer, waarbij de concrete werksituatie en arbeidsorganisatie doorslaggevende factoren vormen. Met betrekking tot de modaliteiten van het telewerk dienen de partijen een akkoord te sluiten met elkaar. Net zoals het geval is voor andere bedingen in een arbeidsovereenkomst, dient over het bestaan en de inhoud van die afspraken geen communicatie te gebeuren naar de overheid. Het kan immers niet de bedoeling zijn om ondernemingen met nog meer administratieve lasten te confronteren dan nu reeds het geval is. Om die reden bestaat er ook geen verplichting om telewerk apart te coderen in het kader van de loonadministratie.

Op dit ogenblik lijkt het bestaande wetgevend kader inzake telewerk volledig te voldoen aan de maatschappelijke noden op dit vlak. Ik heb vanuit de hoek van de sociale partners tot nu toe geen signalen ontvangen dat op dit vlak wijzigingen zouden moeten worden overwogen.