Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 6-188

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 31 oktober 2014

aan de vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken en Europese Zaken, belast met Beliris en Federale Culturele Instellingen

Kernramp van Fukushima - Gevolgen - Bestrijding - Preventie - Beleid - Samenwerking op Belgisch niveau - Internationale acties

kernongeval
nucleaire veiligheid
Japan
verhouding land-regio
institutionele samenwerking
nucleaire beveiliging

Chronologie

31/10/2014Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 4/12/2014)
20/11/2014Antwoord

Vraag nr. 6-188 d.d. 31 oktober 2014 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Een ramp die al tijdenlang wordt doodgezwegen is Fukushima. Elke dag blijft er dodelijke straling in de zee lekken en het wordt verzwegen. De toestand is nog altijd niet in controle. Niemand weet hoe diep de radioactieve kernen van de verschillende getroffen kerncentrales zich in de grond aan het boren zijn. Nog steeds....

De verwoeste centrales worden gekoeld met zeewater dat op zijn beurt corrosie veroorzaakt en de tanks met opgevangen radioactief water aantast, waardoor ze beginnen te lekken. Besmet grondwater lekt ondertussen ongezuiverd in de zee. Vele pogingen om de grond te bevriezen zijn immers mislukt. Een steeds groter gebied op land en over zee geraakt besmet. Dokters waarschuwen, vissers en zeilers doen verontrustende waarnemingen.... En nog steeds vindt het Internationaal Atoomagentschap (IAEA) de rapporten van TEPCO geloofwaardig en grijpt het niet in.

Dit is een catastrofe van wereldformaat, die wellicht al het leven op aarde kan bedreigen.

Het hoeft geen uitleg dat de gevolgen van deze kernramp gevolgen hebben voor heel het beleid van de gewesten, de gemeenschappen en de federale overheid. Enerzijds mag verwacht worden dat de federatie en de deelgebieden de handen in elkaar slaan om vanuit hun specifieke bevoegdheden op het vlak van energie, volksgezondheid, buitenlandse zaken, buitenlandse handel, onderzoek en ontwikkeling, leefmilieu en internationale samenwerking samen mee te werken aan het indijken van dit enorme probleem, en anderzijds dat zij er lessen uit trekken om zulke wereldrampen te voorkomen.

1) Welke initiatieven heeft de geachte minister genomen om in overleg te treden met de gewesten en de gemeenschappen om zo een gemeenschappelijke actie op touw te zetten teneinde de gevolgen van deze natuurramp mee te helpen bestrijden en vooral zulke zaken te voorkomen?

2) Wie vervult in ons land de rol van coördinator?

3) Heeft de geachte minister deze internationale aangelegenheid ook besproken met de Europese collega's? Werden de gewesten en gemeenschappen ervan in kennis gesteld?

Antwoord ontvangen op 20 november 2014 :

Ik informeer het geachte lid dat zijn vraag onder de bevoegdheid valt van de minister van Binnenlandse Zaken, de heer Jan Jambon.