Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 6-1879

van Martine Taelman (Open Vld) d.d. 25 mei 2018

aan de vice-eersteminister en minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken, belast met de Regie der gebouwen

Rapport van de Nederlandse Algemene Inlichtingen- en veiligheidsdienst (AIVD) - Digitale spionage - Politieke spionage - Preventie

spionage
telefoon- en briefgeheim
computercriminaliteit

Chronologie

25/5/2018Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 28/6/2018)
9/12/2018Dossier gesloten

Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 6-1880

Vraag nr. 6-1879 d.d. 25 mei 2018 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Het Jaarverslag van de Nederlandse Algemene Inlichtingen- en veiligheidsdienst (AIVD) werd recent vrijgegeven. Het wijst op een belangrijke trend : « Steeds meer landen probeerden in 2017 om via politieke spionage met digitale middelen Nederlandse besluitvorming te achterhalen of heimelijk te beïnvloeden. De inzet van digitale aanvallen is laagdrempelig, goedkoop, moeilijk terug te voeren naar de daadwerkelijke afzender en het potentiële bereik is veel groter. »

Digitale middelen worden steeds meer gebruikt om mensen te rekruteren voor spionage. Via zakelijke sociale media, zoals LinkedIn, benaderen staten medewerkers van organisaties en bedrijven die voor hen interessant zijn. Zo proberen zij informatie via deze medewerkers te verkrijgen.

Wat betreft het transversale karakter van deze vraag : de verschillende regeringen en schakels in de veiligheidsketen zijn het eens over de fenomenen die de komende vier jaar prioritair moeten worden aangepakt. Die staan gedefinieerd in de kadernota integrale veiligheid en het nationaal veiligheidsplan voor de periode 2016-2019, en werden besproken tijdens een interministeriële conferentie, waarop ook de politionele en justitiële spelers aanwezig waren. Cybercrime is één van de transversale prioriteiten

Graag had ik u dan ook volgende vragen voorgelegd :

1) Hoe reageert u op de toegenomen dreiging van digitale spionage ten aanzien van de beleidsmakers zoals aangegeven in het recente jaarverslag van de AIVD ?

2) Beschikt u over indicaties dat er daadwerkelijk net zoals in Nederland meer landen via digitale spionage heimelijk informatie trachten te bekomen en dit voor (geo)politiek gewin ? Kunt u deze enigszins toelichten ?

3) Er wordt in het rapport expliciet gewag gemaakt van Russische inlichtingenactiviteiten alsook van Chinese activiteiten. Is dit ook in ons land het geval ?

4) Kunt u toelichten hoe de Veiligheid van de Staat omgaat met de toegenomen digitale spionage ten aanzien van de politieke besluitvorming en hoe dit zich concreet vertaalt inzake preventie ? Kunt u dit toelichten ?

5) Kunt u aangeven in hoeverre er regelmatig coördinatie plaatsvindt tussen de Computer Crime Unit en de Veiligheid van de Staat om beleidsmakers te wijzen op de realiteit van politieke spionage ? Kunt u de inhoud en de timing toelichten ?

6) In hoeverre worden de beleidsmakers en hun medewerkers gewezen op de risico's van de inzet van sociale media in het kader van spionage en kunt u dit concreet toelichten ? Bestaan er bepaalde richtlijnen, en zo neen, waarom niet ? Zouden er geen richtlijnen moeten zijn?

7) Bent u ervan op de hoogte dat bepaalde legitieme softwarefunctionaliteiten en bonafide leveranciers worden misbruikt om toegang te krijgen tot specifieke slachtoffers ? Zo ja, kunt u dit toelichten ? Zo neen, welke maatregelen gaat u nemen om dit risico aan te pakken en kunt u dit concreet toelichten ?