Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 6-184

van Lode Vereeck (Open Vld) d.d. 31 oktober 2014

aan de minister van Begroting, belast met de Nationale Loterij

Belgische begroting - Indiening bij de Europese Commissie - Overleg tussen de federale regering en de gemeenschaps- en gewestregeringen - Entiteit II - Bindende bepalingen - Sancties

budgettaire samenwerking
rijksbegroting
provinciebegroting
begrotingsdiscipline (EU)
verhouding land-regio
institutionele samenwerking

Chronologie

31/10/2014Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 4/12/2014)
19/12/2014Antwoord

Vraag nr. 6-184 d.d. 31 oktober 2014 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Op woensdagavond 22 oktober jl. diende de federale regering de Belgische begroting in bij de Europese Commissie. De eurolanden zijn nochtans verplicht om hun ontwerpbegroting voor het volgende jaar tegen 15 oktober bij de Europese Commissie in te dienen. Door het recent aantreden van een nieuwe federale regering en de onvolledigheid van een aantal gegevens van de deelstaten, kreeg België van de Europese Commissie echter een week uitstel.

De begroting die bij de Europese Commissie werd ingediend, omvat de budgetten van alle overheden in België. Naast het budget van de federale overheid en van de sociale zekerheid (Entiteit I) omvat het ingediende document dus ook dit van de gemeenschappen, de gewesten en de lokale overheden (Entiteit II). Het indienen van een gemeenschappelijke begroting bij Europa impliceert een samenwerking tussen de federale regering, enerzijds, en de regeringen van de gemeenschappen en de gewesten, anderzijds. Uit voorgaande blijkt dan ook meteen het transversale karakter van het onderwerp van deze vraag.

Ik heb volgende vragen voor de geachte minister:

1) Heeft er, voorafgaand aan de indiening van de Belgische begroting bij de Europese Commissie, overleg plaatsgevonden tussen de federale regering en de gemeenschaps- en gewestregeringen?

a) Zo ja, wanneer en waar heeft dit overleg plaatsgevonden? Wat zijn de conclusies van dit overleg?

b) Zo neen, om welke reden heeft het overleg niet plaatsgegrepen?

2) In welke mate is Entiteit II formeel gebonden door de inhoud van de Belgische begroting zoals die werd ingediend bij de Europese Commissie? Met andere woorden, brengt het begrotingsdocument dat werd ingediend bij de Europese Commissie bindende bepalingen met zich mee voor Entiteit II en zo ja, hoe luiden deze bindende bepalingen?

3) Is er in sancties voorzien voor het geval Entiteit II zich niet houdt aan de verbintenissen waartoe het zich met de indiening van de Belgische begroting bij de Europese Commissie heeft verbonden? Welke zijn deze sancties?

Antwoord ontvangen op 19 december 2014 :

1. Er heeft geen echt overleg plaatsgevonden met de gemeenschappen en de gewesten bij de uitwerking van het ontwerpbegrotingsplan. De, voor de opmaak van het ontwerpbegrotingsplan, noodzakelijke gegevens werden opgevraagd door de Federale overheidsdienst (FOD) Budget en Beheerscontrole bij de begrotingsadministraties / betrokken kabinetten van de gewesten en gemeenschappen.

Europa had aangedrongen op het zo spoedig mogelijk indienen van een ontwerpbegrotingsplan. Gezien de verkiezingen is de opmaak van de begroting, zowel op federaal al op het niveau van bepaalde gemeenschappen en gewesten, pas in de loop van oktober, zelfs midden oktober afgewerkt. Dit liet geen tijd meer om nog een officieel overleg op te starten.

Er moet wel beklemtoond worden dat in het ontwerpbegrotingsplan de eigen doelstellingen van de gemeenschappen en gewesten werden opgenomen.

2. Het samenwerkingsakkoord van 13 december 2013 voorziet (artikel 2 § 4) in een procedure voor het vastleggen van de begrotingsdoelstellingen in het kader van het stabiliteitsprogramma. Tot uitvoering van deze procedure heeft het Overlegcomité zich op 30 april 2014 akkoord verklaard met de doelstellingen voor het stabiliteitsprogramma 2014-2017. Omwille van verkiezingen waren deze doelstellingen louter indicatief.

Het traject dat in het ontwerpbegrotingsplan voorgesteld wordt zal waarschijnlijk moeten worden bekrachtigd in het volgende stabiliteitsprogramma bij toepassing van de procedure bepaald in de samenwerkingsovereenkomst van 13 december 2013 en dus op basis van een advies van de afdeling Financieringsbehoeften van de overheid van de Hoge Raad van Financiën.

3. Strikt genomen vloeit er uit de cijfers opgenomen in het ontwerpbegrotingsplan geen verplichtingen voort voor entiteit II. Overeenkomstig het samenwerkingsakkoord van 13 december 2013 moet dit engagement vastgelegd worden in een beslissing van het overlegcomité.

Er is wel een groot moreel engagement gezien in het ontwerpbegrotingsplan onverkort de eigen doelstellingen van de gemeenschappen en gewesten werden opgenomen

4. Er zijn geen sancties voorzien in het Belgisch intern recht. Het samenwerkingsakkoord van 13 december 2013 voorziet wel in:

Het is dus belangrijk om de verbintenissen van de verschillende overheden overeenkomstig de procedure vastgelegd in het samenwerkingsakkoord te verankeren in een beslissing van het overlegcomité. Dit moet gebeuren in het kader van de opmaak van het volgend stabiliteitsprogramma.