Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 6-1823

van Ann Brusseel (Open Vld) d.d. 9 april 2018

aan de vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken en Europese Zaken, belast met Beliris en Federale Culturele Instellingen

Rechten van meisjes - Aanwijzing van een Bijzondere rapporteur bij de Verenigde Naties (VN) - Rapport van Plan International

VN
rechten van het kind
rechten van de vrouw
gearrangeerd huwelijk
seksuele verminking
Unicef

Chronologie

9/4/2018Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 14/5/2018)
23/5/2018Rappel
17/8/2018Antwoord

Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 6-1822

Vraag nr. 6-1823 d.d. 9 april 2018 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

De rechten van meisjes blijven wereldwijd nog steeds onderbelicht. Dit wordt opnieuw bevestigd in een onderzoek van de hulporganisatie Plan International (« Girls' Rights are Human Rights »). Wereldwijd zijn er 28 kindhuwelijken per minuut, meer dan 3 miljoen meisjes worden jaarlijks besneden en 131 miljoen meisjes krijgen geen scholing. Dit zijn uiterst bedroevende cijfers. De rechten van meisjes staan in sommige regio's hoog op de agenda, maar er zijn absoluut bijkomende inspanningen nodig op globaal niveau.

Plan International onderzocht ruim 1 300 internationale juridische documenten uit de periode 1930-2017. In bijna geen van die verdragen, zoals het Vrouwenrechtenverdrag en het Kinderrechtenverdrag van de Verenigde Naties (VN), worden meisjesrechten expliciet genoemd.

Jongens en vrouwen worden wel vaak genoemd, maar meisjes zijn afwezigen ondanks het feit dat zij wel geconfronteerd worden met specifieke zwaarwichtige problemen, zoals kindhuwelijken, besnijdenissen en tienerzwangerschappen. Door hen niet te noemen in de internationale verdragen kan men de zware schendingen van hun rechten waarmee zij geconfronteerd worden, ook niet aanpakken.

Landen hebben bovendien de mogelijkheid om beperkingen te doen gelden ten opzichte van de verdragen. Dat betekent dat ze het verdrag wel ondertekenen, maar verklaren dat een deel ervan niet op hen van toepassing is. Een voorbeeld daarvan is het VN-Vrouwenrechtenverdrag. Dat verplicht lidstaten discriminatie van vrouwen binnen het gezin te bestrijden en een verbod op kindhuwelijken in te voeren. Achtenveertig landen, voornamelijk uit Afrika en het Midden-Oosten, registreerden beperkingen op die bepalingen.

Volgens de hulporganisatie moeten meisjesrechten op de agenda worden gezet in de Algemene Vergadering van de VN.

Ik weet dat deze regering reeds bijzondere inspanningen heeft gedaan, zoals het « SheDecides » initiatief, maar graag had ik enkele elementen uit het rapport aan u voorgelegd.

Deze vraag betreft gelijke kansen en is aldus een bevoegdheid van de Senaat conform artikel 79 van het reglement en het betreft tevens een transversale aangelegenheid met de Gemeenschappen. De vraag vloeit voort uit het unaniem goedgekeurde informatieverslag betreffende de opvolging van de toepassing van het Actieplatform van de Vierde VN-Wereldvrouwenconferentie van Peking (stuk Senaat 6-97) en dan meer specifiek de handhaving wat betreft seksueel geweld jegens jonge meisjes (en jongens).

Ik had dan ook volgende vragen voor de minister :

1) Hoe kunnen wij op internationale fora waaronder de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties het thema van meisjesrechten nog meer bespreekbaar maken ?

2) Graag had ik vernomen of en hoe ons land probeert te bevorderen dat er minder gebruik wordt gemaakt van landenvoorbehoud bij het ondertekenen van verdagen naar de rechten van meisjes toe ?

3) In hoeverre differentieert u in uw concreet beleid de rechten van meisjes ten opzichte van de rechten van de vrouw en de rechten van het kind ? Bent u het ermee eens dat een onderscheid nodig is gezien meisjes met specifieke problemen worden geconfronteerd ?

4) Hoe staat u ten opzichte van de aanduiding binnen de VN van een bijzondere rapporteur omtrent de rechten van meisjes zoals onder meer bepleit wordt in het rapport « Girls' Rights are Human Rights » ? Kan u toelichten en aangeven of en desgevallend hoe u dit gaat bepleiten ? Welke andere beleidsinitiatieven gaat u nog nemen betreffende de rechten van meisjes ?

Antwoord ontvangen op 17 augustus 2018 :

1) & 3) Ik kan u verzekeren dat zowel België, de Europese Unie (EU) als de Verenigde Naties (VN) aandacht hebben voor de specifieke problematiek waarmee meisjes worden geconfronteerd. In onderhandelingen betreffende vrouwenrechten, zoals in de Commissie voor het statuut van de vrouw (CSW) en resoluties in de Algemene Vergadering en Mensenrechtenraad, pleit België systematisch voor de toevoeging van « meisjes », zodat niet enkel over vrouwen wordt gesproken. Ik verwijs in dit verband, bijvoorbeeld, naar de Belgische positie paper ter voorbereiding van de CSW sessies. In de derde Commissie van de Algemene Vergadering wordt elke twee jaar, op initiatief van de SADC-groep, een resolutie aangenomen over « the girl child », die door ons land wordt gesteund. In mijn concreet beleid besteed ik aandacht aan de specifieke noden en problemen van meisjes. Zo vraagt ons land systematisch aandacht in rehabilitatie- en reïntegratieprocessen voor de specifieke noden van meisjes die getroffen werden door gewapende conflicten. Ook tijdens de UPR formuleert ons land regelmatig aanbevelingen over meisjes.

2) Ik deel uw bezorgdheid over het feit dat heel wat landen het Internationaal Verdrag inzake de uitbanning van alle vormen van discriminatie tegen vrouwen (CEDAW) ratificeren, maar met het formuleren van voorbehouden die ingaan tegen de geest van het Verdrag. Daarom roept ons land deze Verdragspartijen op tot het intrekken van deze voorbehouden. Dit gebeurde bijvoorbeeld tijdens de sessie van juni 2018 van de Mensenrechtenraad.

4) Verschillende speciale rapporteurs van de VN-Mensenrechtenraad besteden aandacht aan de specifieke situatie van meisjes, zoals de speciale rapporteur voor hedendaagse vormen van slavernij, de speciale rapporteur voor mensenhandel en de werkgroep voor discriminerende wetten en praktijken tegen vrouwen. De aanduiding van een speciale rapporteur voor de rechten van meisjes acht ik dan ook niet nodig.