Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 6-1493

van Annemie Maes (Ecolo-Groen) d.d. 13 juni 2017

aan de minister van Mobiliteit, belast met Belgocontrol en de Nationale Maatschappij der Belgische spoorwegen

Fietsers - Afstand tot voertuigen - Wegcode - Interpretatie - Wijziging

verkeersregels
tweewielig voertuig
verkeersveiligheid

Chronologie

13/6/2017Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 13/7/2017)
21/8/2017Antwoord

Vraag nr. 6-1493 d.d. 13 juni 2017 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

In de steden, waar er veel nauwe straten zijn met aan de zijkant geparkeerde wagens, worden fietsers geconfronteerd met gemotoriseerd verkeer dat de fietser wil inhalen. Deze situatie leidt soms tot conflicten tussen de fietser die voldoende afstand wil houden ten aanzien van de rij geparkeerde wagens, enerzijds, en de wagen die achter hem rijdt en hem wil voorbijrijden, anderzijds.

Volgens artikel 10 van het koninklijk besluit (KB) van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg , beter gekend als de wegcode, moet « Elke bestuurder (…) zijn snelheid regelen zoals vereist wegens de aanwezigheid van andere weggebruikers, in 't bijzonder de meest kwetsbaren,(…) ».

Artikel 40ter van hetzelfde KB bepaalt het volgende : « De bestuurder van een auto (…) mag een fietser (…) die zich op de openbare weg bevindt onder de in dit reglement voorziene voorwaarden niet in gevaar brengen(…).Hij moet een zijdelingse afstand van ten minste één meter laten tussen zijn voertuig en de fietser (…) » Een achterliggend voertuig moet met andere woorden zijn snelheid aanpassen en een veiligheidsafstand in acht nemen ten aanzien van de fietser en achter de fietser blijven rijden.

Anderzijds luidt artikel 9.3.1 van hetzelfde KB  : « Elke bestuurder die de rijbaan volgt moet zo dicht mogelijk bij de rechterrand van die rijbaan blijven, behalve op pleinen(…) »

Deze artikelen kunnen in de praktijk tegenstrijdig geïnterpreteerd worden. Er is mij een concreet geval gesignaleerd waarbij een fietser een aanmaning heeft gekregen van de politie omdat de fietser die een veilige afstand behield ten aanzien van de rij geparkeerde auto's, zich niet liet voorbijrijden door een wagen omdat er niet minstens één meter tussen hem en het rijdend voertuig was. De politie argumenteerde dat een fietser zich altijd moet laten voorbijrijden door een rijdend voertuig

De redenering van de politie was de volgende : « Constatant et estimant que la cycliste ne respectait pas l'article 9.3.1 de l'AR au point de ne pas permettre un dépassement par un véhicule automobile, les policiers ont fait la remarque à la cycliste. Rouler le plus à droite possible, ne veut bien entendu pas dire frôler les portières ; il s'agit de circuler suffisamment à droite que pour permettre la circulation des autres usagers autant que pour garantir la sécurité du cycliste (notamment par rapport à la perspective d'une ouverture de portière). »

Een recente studie van het Duitse instituut UDV (Unfallforschung der Versicherer) geeft echter aan dat bij 7 % van de ongevallen waarbij een automobilist en een fietser zijn betrokken, de oorzaak ligt in een openslaand autoportier. Meestal gaat het om de deur aan de bestuurderskant. Eén op de vijf ongevallen heeft een ernstige afloop voor de fietser. Vaak gaat het om hoofd- en beenletsel.

Dergelijke ongevallen gebeuren vaak waar het fietsverkeer niet via markering of iets dergelijks gescheiden is van de auto's, ofwel in gewone straten. Dergelijke situaties moet men daarom zien te vermijden, zo luidt de aanbeveling van UDV en waar dat niet te vermijden is, zou men minimaal een 50 centimeter brede schrikstrook moeten aanhouden tussen de geparkeerde auto en de fietser.

Ook in Nederland tonen studies (onderzoek van CROW-Fietsberaad) aan dat ervaren fietsers regelmatig hinder ondervinden van geparkeerde auto's. Een derde van de fietsers heeft er regelmatig mee te maken. Mede om die reden wordt ook in Nederland aanbevolen een schrikstrook aan te houden van minimum 50 cm in dergelijke situaties.

Mijn vragen in dit verband zijn de volgende :

1) Wat is de minimale afstand die een fietser te allen tijde mag aanhouden ten aanzien van geparkeerde voertuigen met respect voor de wegcode ? Hanteert men in België een aanbevolen minimale schrikstrook zoals in Duitsland en Nederland die men moet aanhouden tussen de geparkeerde auto en de fietser ?

2) Bent u het eens met de argumentatie dat een fietser zich te allen tijde moet laten inhalen door een achterliggend voertuig om het verkeer vlot te laten verlopen ? Primeert artikel 9.3.1 van het KB boven artikel 40ter van hetzelfde KB ?

3) Overweegt u een wijziging van de wegcode teneinde meer duidelijkheid te scheppen over de plaats van de fietser op de openbare weg ten aanzien van achterliggende en geparkeerde voertuigen ?

Antwoord ontvangen op 21 augustus 2017 :

Het geachte lid vindt hieronder het antwoord op haar vraag.

1) Er is geen minimale afstand bepaald tussen een fietser en de geparkeerde voertuigen waarlangs hij rijdt. De Wegcode stelt alleen dat elke bestuurder die de rijbaan volgt zo dicht mogelijk bij de rechterrand van die rijbaan moet blijven.

De woorden « zo dicht mogelijk » geven aan dat deze verplichting niet te eng mag worden geïnterpreteerd. De, weliswaar beperkte, rechtspraak in deze bevestigt deze zienswijze. De fietser moet niet helemaal aan de rechterkant van de rijbaan rijden wanneer dit zou betekenen dat hij zichzelf en / of de chauffeur die mogelijk zou uitstappen, daardoor in gevaar zou brengen.

Het gevaar van een afstandsbepaling is dat er dan al snel discussies gaan ontstaan over die afstand. Wat bijvoorbeeld indien een fietser in botsing zou komen met een ander voertuig op de rijbaan terwijl de fietser zich op meer dan de voorgeschreven afstand van de rechterrand van de rijbaan bevond ? Het simpele feit dat de fietser de afstand niet respecteerde kan een belangrijk element zijn in het vastleggen van de verantwoordelijkheden van het ongeval. Met andere woorden is de huidige situatie waarbij fietsers zo dicht mogelijk bij de rechterrand van de rijbaan moeten rijden niet zo slecht.

Als er een fietspad is gemarkeerd mag de fietser helemaal links op dat fietspad rijden en mag hij ook van de rijbaan gebruik maken om van richting te veranderen, om in te halen of om omheen een hindernis te rijden.

2) Het is niet zo dat een fietser er ten allen tijde moet voor zorgen dat hij kan worden ingehaald. De regel voor de bestuurder die wordt ingehaald is dat hij zo ver mogelijk naar rechts moet uitwijken en zijn snelheid niet mag opvoeren. Ook hier wijzen de woorden « zo ver mogelijk » erop dat dit niet te strikt mag worden gelezen ; alles hangt af van de feitelijke omstandigheden.

Het is natuurlijk niet de bedoeling dat een fietser die een rij geparkeerde voertuigen voorbijrijdt zich daarvoor op het midden van de rijbaan begeeft. De fietsers moeten, net zoals iedereen in het verkeer, in de eerste plaats hun gezond verstand gebruiken.

3) Neen. De huidige tekst van de Wegcode laat toe dat de fietser een veilige plaats op de rijbaan kan innemen wanneer die langs een rij geparkeerde voertuigen rijdt. Zoals vermeld in het antwoord op vraag 1) is dit te verkiezen boven een afstand die zou moeten / mogen worden gerespecteerd bij het fietsen langs geparkeerde voertuigen.

Hoewel dit niet tot mijn bevoegdheden behoort, kan het wegbeheer in deze een belangrijke rol te kunnen spelen : waar er voldoende ruimte is, lijkt het respecteren van een zogenaamde schrikstrook van 50 cm ten zeerste aangewezen.