Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 6-1311

van Guy D'haeseleer (Vlaams Belang) d.d. 1 maart 2017

aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid

Bijzonder Solidariteitsfonds (BSF) - Procedures

ziekteverzekering
Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering
geneesmiddel
administratieve procedure
recht op gezondheid

Chronologie

1/3/2017Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 30/3/2017)
2/7/2017Antwoord

Vraag nr. 6-1311 d.d. 1 maart 2017 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

De beleidsdomeinen Welzijn, Volksgezondheid en Gezin zijn een Vlaamse gemeenschapsbevoegdheid. Deze vraag betreft dus een transversale bevoegdheid.

Iemand die een beroep wenst te doen op een tussenkomst van het Bijzonder Solidariteitsfonds (BSF) dient een welbepaalde procedure te doorlopen.

1) Wat is de gemiddelde behandelingstermijn van een dossier binnen het BSF?

2) Hoeveel procent van de aanvragen werden de laatste vijf jaar negatief beoordeeld?

3) a) Hoeveel mensen dienden een beroep in bij de arbeidsrechtbank tegen een beslissing van het BSF, opgesplitst per Gewest?

b) In hoeveel van deze gevallen kwam er een uitspraak in het voordeel van de aanvrager?

Antwoord ontvangen op 2 juli 2017 :

Het geachte lid vindt hieronder het antwoord op zijn vragen

1. De gemiddelde behandelingstermijn van een dossier door het Bijzonder Solidariteitsfonds (BSF) ingesteld bij het RIZIV bedraagt 17,03 werkdagen.

Deze termijn wordt berekend tussen de datum van ontvangst van de aanvraag door het RIZIV (datum van de stempel van ontvangst bij het RIZIV) en de effectieve datum van de verzending van de brief waarin de beslissing aan de verzekeringsinstelling wordt meegedeeld.

De termijn die de verzekeringsinstelling nodig heeft om de aanvraag aan het RIZIV te bezorgen, alsook de termijn die noodzakelijk is voor de kennisgeving van de beslissing aan de sociaal verzekerde door de verzekeringsinstelling[1] en desgevallend de termijn van een uitgesteld dossier in afwachting van bijkomende inlichtingen, worden niet meegeteld.

Deze behandelingstermijn van een aanvraag bij het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering (RIZIV) door het College van Geneesheren-directeurs, is een gemiddelde dat op basis van de laatste vijf jaren werd berekend. 

2. Het percentage van de aanvragen die in de loop van de laatste vijf jaren (2012, 2013, 2014, 2015, 2016) negatief zijn beoordeeld, bedraagt 22,85 %. 

3. a) Aantal patiënten die bij de arbeidsrechtbank een beroep tegen een beslissing van het BSF hebben ingediend:

De cijfers in deze tabel werden berekend op basis van het aantal ingediende geschillen en niet op basis van het aantal patiënten. Aangezien een patiënt meerdere aanvragen in de loop van eenzelfde jaar kan indienen, eventueel voor verschillende verstrekkingen, kan hij goedkeuringen en weigeringen ontvangen. Het is bijgevolg niet relevant om uitsluitend het aantal ingediende geschillen per patiënt te berekenen. 

Jaar/Année

Aantal ingediende geschillen/Nombre de contentieux introduits

uitspraak in het voordeel van de aanvrager[2]/ décision favorable au demandeur

2012

 

 

Wallonië/Wallonie

8

1

Brussel/Bruxelles

6

4

Vlaanderen/Flandre

49

10

2013

 

 

Wallonië/Wallonie

4

8

Brussel/Bruxelles

9

1

Vlaanderen/Flandre

56

9

2014

 

 

Wallonië/Wallonie

11

2

Brussel/Bruxelles

5

2

Vlaanderen/Flandre

44

33

2015

 

 

Wallonië/Wallonie

12

2

Brussel/Bruxelles

5

1

Vlaanderen/Flandre

40

27

2016

 

 

Wallonië/Wallonie

8

10

Brussel/Bruxelles

6

1

Vlaanderen/Flandre

19

43

Opmerking: Het is onmogelijk om een éénduidige lijst van de gunstige en ongunstige vonnissen op te stellen. In veel gevallen is de aard van de gerechtelijke beslissing namelijk complex omdat de eis bijvoorbeeld slechts gedeeltelijk , of voor een kortere periode dan gevraagd, wordt ingewilligd.

[1] “De termijn die noodzakelijk is voor de kennisgeving van de beslissing aan de sociaal verzekerde door de verzekeringsinstelling”: Dit laatste is niet van toepassing voor de beslissingen verstuurd sinds 11 juli 2016 (datum van inwerkingtreding). In het kader van de Wet van 22 juni 2016 houdende diverse bepalingen inzake gezondheid, gepubliceerd op 1 juli 2016 in het Belgisch Staatsblad, ,werd het vierde lid van art.25nonies van de GVU-wet als volgt vervangen: “De beslissing van het College van geneesheren-directeurs wordt door het Instituut tegelijk aan de rechthebbende en de verzekeringsinstelling meegedeeld binnen een termijn van 15 werkdagen na goedkeuring door het College van geneesheren-directeurs van de notulen van de vergadering waarin die beslissing is genomen”.  

[2] Deze cijfers hebben betrekking op de uitvoering van een vonnis dat de sociaal verzekerde gelijk geeft gedurende de vermelde jaren. 

[3] « Le délai qui est nécessaire pour la notification de la décision à l’assuré social par l’organisme assureur » : ceci n’est pas d’application pour des décisions envoyées à partir du 11 juillet 2017 (Date d’effet). Dans le cadre de la loi du 22 juin 2016 portant des dispositions diverses en matière de santé, publiée le 1/7/2016 au Moniteur Belge,  l’alinéa 4 de l’article 25nonies de la loi SSI était en effet remplacé par ce qui suit : « La décision du Collège des médecins-directeurs est notifiée par l’Institut en même temps au bénéficiaire et à l’organisme assureur dans un délai de 15 jours ouvrables à dater de l’approbation par le Collège des médecins-directeurs du procès-verbal de la réunion où la décision a été adoptée. »

[4] Ces chiffres portent uniquement sur l’exécution d’un jugement donnant raison à l’assuré social durant les années mentionnées.