Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 6-1222

van Ann Brusseel (Open Vld) d.d. 22 december 2016

aan de minister van Justitie

Geweld tegen vrouwen - Intrafamiliaal geweld - Tijdelijk huisverbod - Cijfers - Wet van 15 mei 2012 betreffende het tijdelijk huisverbod in geval van huiselijk geweld - Evaluatie - Resultaten

opvolging informatieverslag
seksueel geweld
geweld
positie van de vrouw
huiselijk geweld
officiële statistiek
Hoofdstedelijk Gewest Brussels
vrijheid van verkeer
politiecontrole
uitzetting uit een woning

Chronologie

22/12/2016Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 26/1/2017)
12/2/2018Antwoord

Vraag nr. 6-1222 d.d. 22 december 2016 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Ik verwijs naar mijn eerdere schriftelijke vraag nr. 6-537 en uw uitgebreid antwoord hieromtrent. Hoofdstuk III.1. « Geweld tegen vrouwen » van het Informatieverslag betreffende de opvolging van de toepassing van het Actieplatform van de Vierde VN-Wereldvrouwenconferentie van Peking (stukken Senaat nrs. 6-97/1 tot 6-97/5 – 2014/2015) bevat belangrijke beleidssuggesties.

De Senaat stelde vast dat het tijdelijk huisverbod nog te weinig wordt toegepast. Uit uw toenmalig antwoord bleek dat volgens de gegevensbank van de procureurs-generaal het tijdelijk huisverbod in 2013 in tweeëndertig dossiers werd toegepast en in 2014 in drieëndertig dossiers. U meldt dat de gegevensbank onvolledig was en u verwees hierbij naar Brussel. De maatregel zou er immers nooit worden toegepast maar tegelijkertijd gaf de gegevensbank aan dat de maatregel vijf maal werd overtreden.

U meldt dat een evaluatie van de wet lopende was en dat u opdracht had gegeven aan het College van procureurs-generaal om in samenwerking met uw bevoegde diensten een evaluatie van de wet te maken waarbij u mijn suggestie meenam om een specifiek risicotaxatieinstrument in te voeren. Dit zou in de evaluatie worden meegenomen.

Deze vraag betreft gelijke kansen en is dus een bevoegdheid van de Senaat overeenkomstig artikel 79 van het reglement van de Senaat. Het gaat dus over een transversale aangelegenheid – Gemeenschappen. Mijn vragen komen rechtstreeks voort uit het unaniem goedgekeurde informatieverslag betreffende de opvolging van de toepassing van het Actieplatform van de Vierde VN-Wereldvrouwenconferentie van Peking (stuk Senaat nrs. 6-97/1 tot 6-97/5 – 2014/2015).

Graag had ik u dan ook volgende vragen voorgelegd :

1) Hoeveel keer werd op jaarbasis respectievelijk de laatste drie jaar per gerechtelijk arrondissement het tijdelijk huisverbod in het kader van familiaal geweld toegepast ? Kan u deze cijfers duiden ?

2) Beschikt u over cijfers voor Brussel ? Zo ja, kan u deze toelichten ? Zo neen, waarom niet ?

3) Kan u tevens meedelen hoeveel keer op jaarbasis respectievelijk de laatste drie jaar het tijdelijk huisverbod werd overtreden ? Welke lessen moeten hieruit worden getrokken ?

4) Wat zijn de voornaamste vaststellingen die bij de evaluatie van het tijdelijk huisverbod naar voor kwamen ? Welke wijzigingen wil u doorvoeren of werden reeds doorgevoerd ? Kan u dit uitvoerig toelichten ?

5) Kan u meer specifiek toelichten wat de resultaten waren van de evaluatie over het invoeren van een specifiek instrument voor risicotaxatie om de toepassing van deze maatregel te optimaliseren met het oog op een bredere en effectieve toepassing van het tijdelijk huisverbod ? Kan u gedetailleerd dit toelichten ?

Antwoord ontvangen op 12 februari 2018 :

1) & 2) Er wordt verwezen naar tabel 1, met een overzicht van het aantal dossiers van tijdelijk huisverbod ingestroomd bij de correctionele parketten tussen 1 januari 2013 en 31 december 2015. Gegevens per jaar van instroom en per gerechtelijk arrondissement / parket / afdeling (a & % in kolom). Zoals kan worden vastgesteld zijn er discrepanties tussen de correctionele parketten. Tweeëndertig dossiers (= 31,07 %) zijn immers geregistreerd in Bergen tussen 2013 en 2015, tegenover nul zaken voor het hele gerechtelijk arrondissement Brussel.

3) Er wordt verwezen naar tabel 2, met een overzicht van het aantal zaken van overtreding van het tijdelijk huisverbod ingestroomd bij de correctionele parketten tussen 1 januari 2013 en 31 december 2015. Gegevens per jaar van instroom en per gerechtelijk arrondissement / parket / afdeling (a & % in kolom). Het feit dat bepaalde afdelingen die zijn opgenomen in tabel 2, niet voorkomen in tabel 1, kan te wijten zijn aan een coderingsfout op het vlak van de registratie van de zaken van overtreding van het tijdelijk huisverbod.

4) & 5) De steundienst van het openbaar ministerie is overgegaan tot de evaluatie van het stelsel van tijdelijk huisverbod onder de leiding van het College van procureurs-generaal. Die evaluatie bood een antwoord op de vraag onder welke voorwaarden de tenuitvoerlegging van het stelsel van tijdelijk huisverbod intrafamiliaal geweld kan bestrijden. Met het oog op een antwoord op deze vraag werd in verschillende stappen informatie verzameld :

(a) verzameling van de adviezen van de deelnemers aan een studiedag over intrafamiliaal geweld die het openbaar ministerie organiseerde op 23 mei 2016 ;

(b) semi-directieve gesprekken bij een representatieve steekproef van magistraten en politieambtenaren in het veld ;

(c) focusgroepen per taalrol die magistraten, politieambtenaren en vertegenwoordigers van de hulpverleningssector samenbrengen, teneinde bepaalde vaststellingen uit de semi-directieve gesprekken uit te diepen, de realiteit van de magistraten met die van de andere actoren te confronteren en na te denken over concrete voorstellen. Het coördinatieteam van het netwerk « Criminaliteit tegen personen » speelde de rol van « stuurgroep » die het evaluatieproces begeleidde. Daarbinnen vonden de discussies plaats met betrekking tot het evaluatieproces en de nadere regels ervan.

Uit de conclusies van de evaluatie blijkt dat voor de magistraten het tijdelijk huisverbod een eigen plaats moet krijgen bij de instrumenten van strafrechtelijk beleid inzake de strijd tegen het intrafamiliaal geweld. In dat verband kunnen verschillende partners van buiten het openbaar ministerie erbij worden betrokken en kan ten slotte een evenwichtige werklast worden gerealiseerd in het licht van het zichtbare voordeel.

Gelet op deze vaststellingen worden de volgende aanbevelingen gedaan :

– de gemeenschappelijke omzendbrief COL 18/2012 van de minister van Justitie, van de minister van Binnenlandse zaken en van het College van procureurs-generaal betreffende het tijdelijk huisverbod ingeval van huiselijk geweld aanpassen teneinde de administratieve procedure van tijdelijk huisverbod te rationaliseren, een eigen plaats te geven aan het tijdelijk huisverbod als instrument van strafrechtelijk beleid en de praktijk van het openbaar ministerie in die richting te laten evolueren ;

– het strafrechtelijk beleid van het openbaar ministerie inzake geweld binnen het koppel te laten evolueren naar een betere afstemming met de andere actoren teneinde de plannen per arrondissement en de samenwerkingsprotocollen zoals bepaald in COL 4/2006 bij te werken en de follow-up ervan te waarborgen, de ontwikkeling van een multidisciplinaire en ketengerichte aanpak voor de ingewikkelde gevallen in de verschillende arrondissementen te bevorderen en een follow-up van de verwijderde personen in alle gerechtelijke arrondissementen te creëren ;

– wetgevende wijzigingen voorstellen teneinde het volledige instrument coherenter te maken in de vorm van alternatieven met de voor- en nadelen die deze wijzigingen kunnen opleveren ;

– een communicatiestrategie ontwikkelen rond het tijdelijk huisverbod en de doelstellingen ervan door de tenuitvoerlegging van een bijhorend communicatieplan, en rond de communicatie over de resultaten en gevolgen van het evaluatieverslag.

Bijlage 1

Tabel 1 : Aantal dossiers van tijdelijk huisverbod ingestroomd bij de correctionele parketten tussen 1 januari 2013 en 31 december 2015. Gegevens per jaar van instroom en per gerechtelijk arrondissement / parket / afdeling (a & % in kolom).


2013

2014

2015

TOTAAL

a/n

%

a/n

%

a/n

%

a/n

%

ARRONDISSEMENT ANTWERPEN

4

12,5

7

21,21

6

15,79

17

16,5

– parket Antwerpen - afdeling Antwerpen

3

9,38

7

21,21

6

15,79

16

15,53

– parket Antwerpen - afdeling Mechelen

1

3,13

.

.

.

.

1

0,97

ARRONDISSEMENT LIMBURG

.

.

.

.

23

60,53

23

22,33

– parket Limburg - afdeling Hasselt

.

.

.

.

6

15,79

6

5,83

– parket Limburg - afdeling Tongeren

.

.

.

.

17

44,74

17

16,5

ARRONDISSEMENT WEST-VLAANDEREN

7

21,88

2

6,06

1

2,63

10

9,71

– parket West-Vlaanderen - afdeling Kortrijk

7

21,88

2

6,06

1

2,63

10

9,71

ARRONDISSEMENT OOST-VLAANDEREN

2

6,25

.

.

.

.

2

1,94

– parket Oost-Vlaanderen - afdeling Gent

2

6,25

.

.

.

.

2

1,94

ARRONDISSEMENT LUIK

2

6,25

.

.

.

.

2

1,94

– parket Luik - afdeling Luik

2

6,25

.

.

.

.

2

1,94

ARRONDISSEMENT LUXEMBURG

.

.

11

33,33

.

.

11

10,68

– parket Luxemburg - afdeling Aarlen

.

.

8

24,24

.

.

8

7,77

– parket Luxemburg - afdeling Marche-en-Famenne

.

.

3

9,09

.

.

3

2,91

ARRONDISSEMENT HENEGOUWEN

17

53,13

13

39,39

8

21,05

38

36,89

– parket Bergen-Doornik - afdeling Bergen

1

3,13

.

.

2

5,26

3

2,91

– parket Bergen-Doornik - afdeling Doornik

14

43,75

12

36,36

6

15,79

32

31,07

– parket Charleroi

2

6,25

1

3,03

.

.

3

2,91

TOTAAL

32

100

33

100

38

100

103

100

Bron : gegevensbank van het College van procureurs-generaal – Statistisch analisten.

Bijlage 2

Tabel 2 : Aantal zaken van overtreding van het tijdelijk huisverbod ingestroomd bij de correctionele parketten tussen 1 januari 2013 en 31 december 2015. Gegevens per jaar van instroom en per gerechtelijk arrondissement / parket / afdeling (a & % in kolom).

 

2013

2014

2015

TOTA(A)L

a/n

%

a/n

%

a/n

%

a/n

%

ARRONDISSEMENT ANTWERPEN

2

20

2

14,29

4

36,36

8

22,86

– parket Antwerpen - afdeling Antwerpen

2

20

2

14,29

3

27,27

7

20

– parket Antwerpen - afdeling Mechelen

.

.

.

.

1

9,09

1

2,86

ARRONDISSEMENT LIMBURG

.

.

1

7,14

2

18,18

3

8,57

– parket Limburg - afdeling Tongeren

.

.

1

7,14

2

18,18

3

8,57

ARRONDISSEMENT BRUSSEL

.

.

5

35,71

3

27,27

8

22,86

ARRONDISSEMENT LEUVEN

.

.

.

.

1

9,09

1

2,86

ARRONDISSEMENT WEST-VLAANDEREN

1

10

.

.

.

.

1

2,86

– parket West-Vlaanderen - afdeling Kortrijk

1

10

.

.

.

.

1

2,86

ARRONDISSEMENT OOST-VLAANDEREN

2

20

2

14,29

1

9,09

5

14,29

– parket Oost-Vlaanderen - afdeling Gent

.

.

1

7,14

1

9,09

2

5,71

– parket Oost-Vlaanderen - afdeling Dendermonde

2

20

1

7,14

.

.

3

8,57

ARRONDISSEMENT LUIK

2

20

1

7,14

.

.

3

8,57

– parket Luik - afdeling Luik

1

10

.

.

.

.

1

2,86

– parket Luik - afdeling Verviers

1

10

1

7,14

.

.

2

5,71

ARRONDISSEMENT NAMEN

1

10

.

.

.

.

1

2,86

– parket Namen - afdeling Namen

1

10

.

.

.

.

1

2,86

ARRONDISSEMENT HENEGOUWEN

2

20

3

21,43

.

.

5

14,29

– parket Bergen - afdeling Bergen

1

10

.

.

.

.

1

2,86

– parket Doornik - afdeling Doornik

.

.

3

21,43

.

.

3

8,57

– parket Charleroi

1

10

.

.

.

.

1

2,86

TOTAAL

10

100

14

100

11

100

35

100

Bron : gegevensbank van het College van procureurs-generaal – Statistisch analisten.