Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 6-1220

van Ann Brusseel (Open Vld) d.d. 22 december 2016

aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid

Partnergeweld - Dadertherapie - Nieuwe programma's - Uitvoering - Recidive - Meting

huiselijk geweld
geneeswijze
vervangende straf
officiële statistiek

Chronologie

22/12/2016Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 26/1/2017)
23/5/2019Einde zittingsperiode

Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 6-1219
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 6-1221

Vraag nr. 6-1220 d.d. 22 december 2016 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Ik verwijs naar mijn eerdere schriftelijke vragen nrs. 6-259, 6-260 en 6-261, en de antwoorden hierop. Deze vraag betreft gelijke kansen en is dus een bevoegdheid van de Senaat overeenkomstig artikel 79 van het reglement van de Senaat. Het gaat dus over een transversale aangelegenheid – Gemeenschappen.

Inzake partnergeweld is er de laatste jaren meer aandacht gekomen voor de daders en de noodzakelijke begeleiding en bijstand om recidive te voorkomen.

Daders zouden altijd een aanbod van hulpverlening moeten krijgen en gedwongen moeten worden om op dat aanbod in te gaan vanaf een tweede incident. Begeleiding is immers efficiënter dan geldboetes (die het hele gezin straffen) of gevangenisstraffen (ook al moeten die blijven bestaan als justitiële stok achter de deur).

Een structurele uitbouw van verplichte dadertherapie en systematische opvolging van plegers van partnergeweld is nodig. Dat kan helpen vermijden dat het tot een fatale ontknoping komt.

Graag had ik u dan ook volgende vragen voorgelegd :

1) U gaf in uw antwoord aan dat de bestaande preventieve interventie- en behandelprogramma's voor daders van seksueel geweld worden versterkt en dat nieuwe programma's worden gecreëerd voor een passende aanpak.

a) Kan u zeer concreet toelichten welke nieuwe concrete programma's er lopen inzake de dadertherapie bij partnergeweld en intrafamiliaal geweld ?

b) Kan u hierbij toelichten hoeveel daders op jaarbasis deze programma's doorlopen ?

c) Kan u per programma meedelen welke budgetten er worden uitgetrokken ? Hoeveel therapeuten er werkzaam zijn ?

d) Staan er nieuwe dader therapieën op het getouw en kan u dit toelichten ?

2) Bent u het met me eens dat er steeds een aanbod van hulpverlening moet zijn voor de daders en dat dit aanbod niet kan worden geweigerd indien er sprake is van recidive ? Zo ja, hoe gaat u dit samen met de andere betrokken instanties en de Gemeenschappen uitwerken ? Kan u toelichten wat het tijdschema, de partners en de inhoud terzake zijn ? Zo neen, waarom niet en welke pistes acht u dan wel aangewezen ?

3) U meldt dat de gegevensbank van de procureurs-generaal nog niet over een instrument beschikten voor het meten van recidive in deze zaken bij correctionele parketten, de jeugdrechtbanken en de politieparketten.

a) Beschikt u over de informaticatools om recidive te meten ?

b) Zo ja, kan u deze cijfers vrijgeven en dan in het bijzonder indien mogelijk wat betreft verkrachtingen en / of partnergeweld ?

c) Zo neen, hoe komt dit ? Bent u het met me eens dat dit een ernstige manco is ? Wordt deze tekortkoming eindelijk verholpen ? Kan u uitgebreid toelichten wat het tijdschema, de inhoud en de budgetten terzake zijn ?