Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 6-1142

van Jean-Paul Wahl (MR) d.d. 24 november 2016

aan de minister van Justitie

Gevangenissen - Radicalisering - Bestrijding - Samenwerking tussen de bestuursniveaus - Justitieassistenten - Samenwerking

extremisme
strafgevangenis
administratieve samenwerking
regionale samenwerking
vervangende straf
radicalisering

Chronologie

24/11/2016Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 29/12/2016)
6/3/2017Rappel
28/3/2017Antwoord

Vraag nr. 6-1142 d.d. 24 november 2016 : (Vraag gesteld in het Frans)

De aanpak van radicalisering in de gevangenissen verschilt naargelang van de plaats waar de penitentiaire instelling gelegen is. De gevangenissen vallen niet enkel onder de bevoegdheid van de minister van Justitie, maar ook onder die van de Gemeenschappen in het kader van hun opdracht inzake de sociale hulpverlening aan gedetineerden (artikel 5, §1, II, 7° van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen).

Ik ben van mening dat punt 10 van het actieplan voor de aanpak van radicalisering in de gevangenissen, dat gaat over versterkte samenwerkingsverbanden met het lokale niveau, de deelstaten en Europa, van bijzonder groot belang is.

Het plan vermeldt dat aangezien gedetineerden getransfereerd kunnen worden tussen het noorden en het zuiden van het land, de uitbouw van eenzelfde strategie cruciaal is, temeer daar de organisatie van de hulp- en dienstverlening in de betrokken Gemeenschappen verschillend is.

1) Hoe verloopt de samenwerking tussen de justitieassistenten die verantwoordelijk zijn voor de opvolging van gerechtelijke alternatieve maatregelen?

2) In het plan staat dat zal worden nagegaan hoe de vertegenwoordigers van de Gemeenschappen in de overleg- en coördinatiestructuren kunnen worden ingeschakeld. Hoever staat het daarmee?

Antwoord ontvangen op 28 maart 2017 :

1) Dit overleg vindt plaats in de marge van de interministeriële conferentie (IMC) Justitiehuizen, zoals dit voorzien werd in het Samenwerkingsakkoord van 17 december 2013 tussen de Federale Staat, de Vlaamse Gemeenschap, de Franse Gemeenschap en de Duitstalige Gemeenschap, met betrekking tot de uitoefening van de opdrachten van de Justitiehuizen. 

In de schoot van dat IMC werden diverse werkgroepen (WG) opgericht, met name:

Het is dus voornamelijk binnen de eerste twee werkgroepen dat samenwerkingsafspraken worden gemaakt.
2) De reflectie hierover is nog lopende.
Er zijn contacten met de partners van de Vlaamse gemeenschap via structureel ingebedde overlegstructuren op lokaal en bovenlokaal niveau. Globaal bekeken kadert dit binnen het strategisch plan voor hulp- en dienstverlening aan gedetineerden en het samenwerkingsakkoord dat hieruit voortvloeit. Daarnaast werd recent een nieuwe overlegstructuur opgestart naar aanleiding van de consulenten deradicalisering in de gevangenissen en over het uitwerken van duidelijke samenwerkingsafspraken tussen het Directoraat generaal van het gevangeniswezen (DG EPI) en Vlaanderen voor wat betreft de integrale opvolging van de terro-gedetineerden binnen de inrichtingen.
Bovendien zijn er structurele contacten en overlegmomenten tussen het DG EPI, de Franse Gemeenschap en het Waalse Gewest in het kader van de implementatie van het samenwerkingsakkoord van 23 mei 2014. Naast de algemene doelstelling die focust op justitieel welzijnswerk, is er binnen dat overleg voorzien om specifieke modaliteiten te installeren die de continuïteit moeten verzekeren wat betreft opvolging van detentie (voor, tijdens en na) van geradicaliseerde gedetineerden.