Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 6-104

van Lode Vereeck (Open Vld) d.d. 23 oktober 2014

aan de staatssecretaris voor Asiel en Migratie, belast met Administratieve Vereenvoudiging, toegevoegd aan de minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken

Federale overheid - Uitstaande facturen

facturering
betaling
ministerie
overheidsadministratie
betalingstermijn
officiële statistiek
overheidssteun

Chronologie

23/10/2014Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 27/11/2014)
12/12/2014Antwoord

Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 6-87
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 6-88
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 6-89
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 6-90
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 6-91
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 6-92
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 6-93
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 6-94
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 6-95
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 6-96
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 6-97
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 6-98
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 6-99
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 6-100
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 6-101
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 6-102
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 6-103

Vraag nr. 6-104 d.d. 23 oktober 2014 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

De federale overheid heeft wat betreft het betalen van haar facturen een voorbeeldfunctie te vervullen. Achter elke uitstaande factuur bevindt zich immers een bedrijf dat wacht op een tegenprestatie, een vergoeding, in ruil voor de goederen of diensten die aan de federale overheid werden geleverd. Bij laattijdige betalingen is de federale overheid bovendien verplicht tot het betalen van verwijlintresten, hetgeen niet getuigt van een efficiënt bestuur.

Ik heb volgende vragen met betrekking tot de Federale en Programmatorische Overheidsdiensten, instellingen en organisaties die onder de bevoegdheden van de geachte minister/ geachte staatssecretaris ressorteren:

1) a) Hoeveel facturen stonden er op 1 januari 2014 open?

b) Hoeveel bedroeg op 1 januari 2014 de totale som aan openstaande facturen voor het jaar 2013? Graag een opsplitsing tussen schuldvorderingen en subsidies.

c) Wat was in 2013 de gemiddelde duur van overschrijding van de betaaldatum?

2) a) Hoeveel bedraagt op dit moment het aantal uitstaande facturen (schuldvorderingen en subsidies) die nog niet betaald zijn, maar waarvan de wettelijke betaaltermijn op heden reeds is overschreden? Graag een opsplitsing tussen schuldvorderingen en subsidies.

b) Wat is het bedrag aan schuldvorderingen en subsidies dat de uitstaande facturen thans vertegenwoordigen?

c) Wat is de gemiddelde overschrijdingstermijn van de wettelijke betaaltermijn van de facturen uit deelvraag 2a? Graag een opsplitsing tussen schuldvorderingen en subsidies.

d) Hoe evalueert de geachte minister/ de geachte staatssecretaris deze cijfers in vergelijking met het aantal openstaande facturen en het hierdoor vertegenwoordigde bedrag in voorgaande jaren?

Antwoord ontvangen op 12 december 2014 :

Het geachte lid vindt hieronder de antwoorden op zijn vragen:

1) a) Het aantal openstaande facturen op 1 januari 2014 betrof 481 documenten.

b) Er stond die dag in totaal voor 308.747,31 euro open aan facturen, meer bepaald 0,00 euro aan subsidies en dus 308.747,31 euro aan schuldvorderingen.

c) De duur van overschrijding van de betaaldatum bedroeg in 2013 gemiddeld 31 dagen.

2) a) Vandaag staan er nog 245 facturen open, waarvan 245 schuldvorderingen en dus 0 subsidies.

b) Deze documenten vertegenwoordigen een totaal van 891.944,36 euro (=schuldvorderingen).

c) De uiterste betaaldatum voor deze schuldvorderingen is gemiddeld met 62 dagen overschreden.

d) De cijfers van 2014 met betrekking tot de te laat betaalde facturen zijn vergelijkbaar met die van de voorbije begrotingsjaren.

De belangrijkste oorzaken zijn dat de initiële begroting in de loop van het jaar werd verminderd ten gevolge van de bevriezingen en van de onderbenutting van kredieten opgelegd door de beslissingen van de Ministerraad.

Door het opleggen van nieuwe lineaire maatregelen tijdens het jaar heeft de Administratie onvoldoende tijd gekregen om op een adequate manier op deze beperkingen te reageren. De periode tussen het vaststellen van een behoefte en de beëindiging van een dossier met de betaling is relatief lang. Er was onvoldoende tijd voor een heroriëntatie van de prioriteiten voor nieuwe uitgaven en om de vaste kosten optimaler te beheren.

Eveneens is de lange doorlooptijd voor de goedkeuring van herverdelingen tussen verschillende begrotingsartikels een oorzaak van de vertraging.

De vrijgave in voorlopige twaalfden heeft bovendien ook voor problemen gezorgd voor het tijdig betalen van alle facturen.