Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-999

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 27 januari 2011

aan de minister voor Ondernemen en Vereenvoudigen

Armoedebestrijding - Prijsstijgingen voor basisproducten

armoede
grondstof
prijsstijging

Chronologie

27/1/2011Verzending vraag
24/2/2011Antwoord

Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-1000

Vraag nr. 5-999 d.d. 27 januari 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Internationale speculatie veroorzaakt een fenomenale stijging van de prijzen van grondstoffen. De gevolgen worden meteen duidelijk, onder andere door de prijsstijgingen van basisproducten zoals suiker, olie, koffie en tarwe. Ook de broodprijs komt zwaar onder druk. Deze evolutie heeft ernstige effecten op de koopkracht van vele mensen, ook bij ons. Het lijkt een zoveelste bedreiging voor mensen in armoede en voor mensen die met een klein inkomen moeten rondkomen. De roep om een eenheidsprijs voor basisproducten lijkt daarom meer dan ooit verantwoord en dus aan de politieke orde.

Wat onderneemt de regering om de prijzen van basisproducten te beheersen en stijgingen te voorkomen of te verhinderen? Wat plant deze regering om noodzakelijke basisproducten tegen een lage prijs aan te kopen? Welke concrete maatregelen, op korte termijn, neemt de regering om deze zoveelste en cumulerende bedreiging van mensen in armoede of in bestaansonzekerheid te counteren? Welke instrumenten zal ze daarvoor inschakelen of nieuw ontwikkelen?

Antwoord ontvangen op 24 februari 2011 :

Hoewel de internationale noteringen voor voedingsgrondstoffen in 2010 snel de hoogte ingingen bleef een sterke opwaartse druk op de consumptieprijzen van bewerkte levensmiddelen vooralsnog uit.

De gemiddelde consumptieprijzen voor de productgroep bewerkte levensmiddelen namen immers toe met 1 %, weliswaar eveneens met een versnelling naar het einde van het jaar toe. Daarbij dient, zoals toegelicht in het jaarverslag 2009 van het prijzenobservatorium, de kanttekening te worden gemaakt dat de consumptieprijzen voor de bewerkte levensmiddelen niet daalden, toen de grondstofnoteringen in 2009 sterk terugvielen. Door deze ‘asymmetrie’ zou kunnen worden aangenomen dat het vooralsnog uitblijven van sterkere prijsverhogingen verband houdt met een mogelijke buffer. Voor brood bleef de prijsstijging in 2010 beperkt tot onder 1 %.

Zoals geweten, zijn slechts een beperkt gedeelte van de prijzen nog gereglementeerd (water, rusthuizen, taxi’s,…) en speelt voor de andere producten de marktwerking. Deze wordt onder meer via de observatie en analyse van de consumptieprijzen van nabij opgevolgd door het prijzenobservatorium, dat hierover regelmatig overleg heeft met de mededingingsautoriteiten. Zoals blijkt uit hun jaarverslag 2010, grijpt de mededingingautoriteit effectief in wanneer een disfunctioneren van de markt wordt vastgesteld. Indien het observatorium aberraties op de markt vaststelt, dan kan de regering vragen om een punctuele analyse van een bepaalde sector en/of markt uit te voeren, die dan ter beschikking kan worden gesteld van de bevoegde overheden. Er zij overigens aangestipt dat, bijvoorbeeld in de voedingsbodem, de consument over een ruim gamma aan keuzemogelijkheden beschikt en dat zeker voor de producten met de laagste prijzen, de consumptieprijzen voor deze “premiers prix” veel trager stijgen dan voor de A-merken, en vaak zelfs stabiel blijven over een langere periode.

Maatregelen inzake armoedebestrijding behoren tot de bevoegdheden van de bevoegde staatssecretaris.