Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-996

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 27 januari 2011

aan de vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken en Institutionele Hervormingen

Terrorisme - Atoomwapens - Beveiliging van de sites

terrorisme
nucleaire veiligheid
kernwapen
nucleaire technologie
nucleaire brandstof
radioactieve stof
nucleaire beveiliging

Chronologie

27/1/2011Verzending vraag
22/2/2011Antwoord

Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-997
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-998

Vraag nr. 5-996 d.d. 27 januari 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Uit de overheidsdocumenten die WikiLeaks openbaar maakte, blijkt dat terroristen soms gevaarlijk dicht in de buurt komen van nucleair materiaal en zo in staat zijn om kernwapens te stelen of te bouwen. Ook in ons land zijn er kernwapens opgeslagen die, mits enige vernuft, in handen kunnen vallen van terroristische organisaties. Wereldwijd zijn diefstal of vervreemding van kernwapens zelfs niet nodig. Met het nodige uranium en nog enkele elementen kan men die wapens gewoon produceren. Er bestaat een illegale internationale handel in nucleair materiaal. Ook goede contacten in bijvoorbeeld Noord-Korea kunnen een kernwapen opleveren. Het blijkt ook relatief eenvoudig om nucleaire depots te overvallen in Pakistan en België. Hoe dan ook, het gevaar dat kernwapens in ongewenste handen vallen, overstijgt fantasieverhalen. Deze angstwekkende realiteit roept een aantal vragen op.

1) Welke concrete maatregelen treft/trof de geachte minister van Defensie om te verhinderen en te voorkomen dat zich in België bevindend nucleair materiaal of nucleaire wapens in handen vallen van binnen- of buitenlandse terroristen? Beschikt het leger over een waterdicht verdedigingsplan ter zake? Kan hij mij ervan overtuigen dat deze beveiliging in grote mate de beschermende maatregelen van de nucleaire sites in en rond Kleine Brogel overtreft?

2) Hebben de geachte ministers van Buitenlandse Zaken en van Binnenlandse Zaken deze dreiging internationaal aangekaart en besproken? Zo ja, wanneer, met wie en op welke wijze? Werden de NAVO en de Europese Unie (EU) hierbij betrokken? Is men zich internationaal bewust van deze dreiging? Zo ja, welke internationale maatregelen volgden hieruit en heeft België die toegepast?

3) Op welke wijze worden landen die over kernwapens en kerntechnologie beschikken, bijgestaan in de beveiliging van hun kennis en materiaal? Welke concrete hulp biedt België in dit verband, om te voorkomen dat deze wapens en kennis in handen van gevaarlijke groepen vallen? Bestaat er zowel in België als internationaal een actieplan om alle nucleair materiaal en de beveiliging daarvan te inventariseren? Zullen ook de kernwapens in ons land verzameld en uit ons land worden verwijderd?

Antwoord ontvangen op 22 februari 2011 :

1. Ik verwijs het geachte lid naar het antwoord van de minister van Defensie.

2-3. Nucleaire veiligheid en beveiliging van gevoelig nucleair materiaal is al vele jaren een prioriteit in de internationale veiligheidspolitiek en een belangrijk thema van Europese coördinatie. De Europese Unie voert haar Strategie tegen de proliferatie van massavernietigingswapens uit via concrete gemeenschappelijke acties. Binnen de NAVO neemt België deel aan alle comités inzake proliferatie.

In de schoot van het Internationaal Agentschap voor Atoomenergie (IAEA) werden meerdere internationale instrumenten ontwikkeld, zoals de Conventie over de Fysieke Beveiliging van Nucleair Materiaal en de gedragscode over de beveiliging van Radiologisch materiaal. België heeft deze engagementen onderschreven en promoot, samen met de EU-partners, de universalisering ervan. De relevantie van deze engagementen wordt regelmatig getoetst en, wanneer nodig, geactualiseerd. Ons land heeft in 2010 een vrijwillige financiële bijdrage geleverd tot het IAEA-Fonds voor Nucleaire Veiligheid.

De VN-Veiligheidsraad heeft in 2004 Resolutie 1540 aanvaard waarmee een doeltreffende aanpak van het probleem van illegale transferts van massavernietigingswapens wordt beoogd. In de rapportering aan de VN over de naleving van deze resolutie geeft ons land een overzicht van de bestaande Belgische wetgeving en reglementering. Via EU-assistentieprogramma’s draagt ons land ook concreet bij tot de naleving van resolutie 1540 in derde landen. Deze resolutie opent ook het perspectief op het verbod van illegale transferts en sluit zodoende aan bij het eveneens door België onderschreven “Proliferation Security Initiative” dat in 2003 werd gelanceerd en thans 98 deelnemende staten telt.

Nog andere initiatieven hebben het licht gezien om een antwoord te bieden op het risico dat terroristische groepen toegang zouden verwerven tot gevoelig nucleair materiaal. Zo werd in 2006 het “Global Initiative to Combat Nuclear Terrorism” gelanceerd. België is een van de 82 deelnemende staten die samenwerken om de nationale en internationale capaciteit te verdiepen om diefstal of misbruik van gevoelig nucleair materiaal door terroristen te voorkomen. Dit gebeurt onder meer door uitwisseling van informatie, expertise en ook via oefeningen.

België is tevens sinds 2004 lid van het Global Partnership to Combat the Proliferation of Weapons of Mass Destruction”, dat werd opgericht in de schoot van de G8. Ons land draagt financieel bij tot een aantal belangrijke programma’s om gevoelig nucleair materiaal te beveiligen of te ontmantelen.

Tenslotte vermeld ik dat België ook werd uitgenodigd op de Nuclear Security Summit in Washington in april 2010. Deze top kwam er op initiatief van President Obama en werd bijgewoond door 47 landen. De deelnemers hebben een concreet werkplan aanvaard dat moet bijdragen tot de beveiliging van alle gevoelig nucleair materiaal binnen een termijn van vier jaar. Op regelmatige wijze wordt de geboekte vooruitgang besproken. In 2012 zal in Seoul een volgende top doorgaan. België is actief betrokken bij de voorbereiding.