Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-9957

van Lieve Maes (N-VA) d.d. 27 september 2013

aan de minister van Overheidsbedrijven en Ontwikkelingssamenwerking, belast met Grote Steden

Fyra - Schadevergoeding - Uitspraak - Aanwending

snelvervoer
Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen
schadevergoeding
rechtsingang
Nederland

Chronologie

27/9/2013Verzending vraag
29/11/2013Antwoord

Vraag nr. 5-9957 d.d. 27 september 2013 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Tijdens de voorbije maand augustus meldden verschillende media dat de NMBS van plan zou zijn om bij de rechtbank in Utrecht een eis tot schadevergoeding in te dienen tegen Ansaldobreda. Dit naar aanleiding van de problemen met de beruchte Fyra-treinen. Het bedrag van de geëiste schadevergoeding was op dat moment nog niet helemaal duidelijk en zou tussen de 17 en de 26 miljoen euro komen te liggen. Volgens dezelfde berichtgeving zou de claim ergens tijdens de maand september neergelegd worden.

Ik had van de geachte minister dan ook graag een antwoord gekregen op de volgende vragen:

1. Heeft de NMBS ondertussen al deze eis tot schadevergoeding ingediend? Zo ja, hoeveel bedraagt de totale gevraagde schadevergoeding?

2. Zo nee, is de NMBS nog steeds van plan om een eis in te dienen ? Zo ja, wanneer zal dit gebeuren? Zo nee, waarom is men van idee veranderd ?

3. In het geval dat de NMBS, na een gerechtelijke uitspraak, een aanzienlijke schadevergoeding zou ontvangen, waarvoor zullen deze gelden dan gebruikt worden? Worden deze specifiek geïnvesteerd in de treinverbinding met Nederland of verdwijnt het geld in de algemene pot van de NMBS?

4. Wanneer zou deze uitspraak bij benadering kunnen vallen ?

Antwoord ontvangen op 29 november 2013 :

1. en 2. De NMBS heeft zelf het initiatief genomen om AnsaldoBreda te dagvaarden teneinde haar schade vergoed te zien. Op 17 september 2013 werden al haar stukken ingediend. De claim van de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen (NMBS) bestaat uit enerzijds een contractueel voorziene boete voor de te laattijdige levering van het rollend materieel ten belope van 12,7 miljoen euro en anderzijds een schadevergoeding ten belope van iets minder dan 27,4 miljoen euro, beiden uiteraard te vermeerderen met de voorziene interesten.

3. Een eventuele schadevergoeding aan de NMBS komt de algemene financiële toestand van de NMBS ten goede. Deze kan aangewend worden voor de nieuwe investeringen of verbetering van de service voor de reiziger.

4. Eventuele samenvoegingen van procedures en partijen alsook aanduiding van deskundigen maken het onmogelijk hierover uitspraak te doen. De NMBS bereidt zich daarom voor op een procesvoering van een paar jaren.