Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-9953

van Lies Jans (N-VA) d.d. 27 september 2013

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Beliris en de Federale Culturele Instellingen

Geplaatste kinderen - Biologische ouders - Kinderbijslag

pleegouder
gezinsuitkering
geografische spreiding

Chronologie

27/9/2013Verzending vraag
19/11/2013Antwoord

Vraag nr. 5-9953 d.d. 27 september 2013 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Naar aanleiding van een concreet probleemgeval dat mijn aandacht trok, zou ik graag wat verduidelijking willen vragen i.v.m. de kinderbijslag uitbetaald aan de biologische ouders van geplaatste kinderen.

Zoals bepaald door de samengeordende wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders van 19 december 1939, meer bepaald door artikel 51, §3, 2° ervan, hebben de pleegouders recht op kinderbijslag voor de bij hen ondergebrachte pleegkinderen.

Daarnaast bepaald artikel 70ter van de bovenvermelde wet dat de biologische ouders eveneens een forfaitaire bijslag blijven genieten zolang ze regelmatig contact blijven houden met hun geplaatste kinderen. Het derde lid van hetzelfde artikel bepaalt echter volgende:

"Als die bijslagtrekkende niet langer de in het tweede lid bedoelde voorwaarden vervult, wordt de forfaitaire bijslag betaald aan de persoon die in zijn plaats voor een deel het kind opvoedt, zoals bedoeld in artikel 69, door regelmatig contact te onderhouden met of belangstelling te tonen voor het kind."

Het probleem is echter dat, zoals ik heb vernomen, biologische ouders deze forfaitaire vergoeding blijven genieten ondanks het feit dat ze in bepaalde gevallen in jaren geen contact meer hebben gehad met hun geplaatst kind.

Ik stelde ook een vraag om uitleg over deze materie, maar daarnaast zou ik graag volgende gegevens verkrijgen van de geachte minister:

1. Wat is het totaal aantal biologische ouders die volgens bovenvermelde criteria een forfaitaire bijslag genieten? Graag een overzicht per jaar vanaf 2010 en een opsplitsing tussen Vlaanderen en Wallonië.

2. Wat is, volgens recentste cijfers, het totale bedrag volgens deze criteria uitgekeerd aan de biologische ouders? Graag een overzicht per jaar vanaf 2010 en een opsplitsing tussen Vlaanderen en Wallonië.

3. In hoeveel gevallen is er in het verleden een misbruik vastgesteld en werd de betaling stopgezet? Graag een overzicht per jaar vanaf 2010 en een opsplitsing tussen Vlaanderen en Wallonië.

Antwoord ontvangen op 19 november 2013 :

Het antwoord op uw vraag valt onder de bevoegdheid van mijn collega, de heer Philippe Courard, Staatssecretaris voor Sociale Zaken, Gezinnen, Personen met een handicap en Wetenschapsbeleid, belast met Beroepsrisico’s.