Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-995

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 27 januari 2011

aan de minister van Landsverdediging

Krijgsmacht - Operaties in Afghanistan - Toekomst

Afghanistan
NAVO
strijdkrachten in het buitenland

Chronologie

27/1/2011Verzending vraag
26/4/2011Antwoord

Vraag nr. 5-995 d.d. 27 januari 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Volgens de hoogste functionaris van de Verenigde Naties (VN) in Afghanistan is een oplossing voor dit land geenszins mogelijk via militaire weg. Staffan de Mistura, een Zweedse diplomaat met veel ervaring, gaf de Veiligheidsraad van de VN eind december 2010 een update over de situatie in Afghanistan. Er dringt zich een urgente politieke oplossing op, getuigde hij. Daarbij beklemtoonde hij het voorkomen van burgerslachtoffers als een “must” voor vrede en ontwikkeling.

De lidstaten die deelnamen aan de discussie, waren het met hem eens. “Succes hangt niet af van militaire operaties”, beaamde de Mexicaanse ambassadeur Claude Heller. Het zijn aanvallen van beide kanten die burgerslachtoffers veroorzaken en daaraan moet met prioriteit worden gewerkt.

De deelnemers pleitten voor betere maatregelen om een machtsoverdracht in 2014 mogelijk te maken. Dat is de eindterm voor de interventie van de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie (NAVO) die in november 2010 werd afgesproken op een NAVO-top in Lissabon.

“Afghanistan heeft de blijvende steun van de internationale gemeenschap nodig”, zei Wang Min, de tweede vertegenwoordiger van China bij de VN. Maar alle initiatieven voor vrede, verzoening en ontwikkeling moeten “vanuit en door Afghanen zelf” gebeuren. Het lijkt er meer en meer op dat de Verenigde Staten (VS) alleen staan met hun geloof in een militaire oplossing voor Afghanistan. In totaal vielen bijna 20 000 dodelijke slachtoffers en 500 000 gewonde Afghanen sinds in 2001 de Amerikaanse militaire operatie begon. Er sneuvelden 2 100 soldaten aan de coalitiezijde. Volgens experts verbetert de situatie niet. Veeleer integendeel. Het Rode Kruis meldde einde december 2010 dat het conflict zich in 2011 nog verder zal verspreiden, met nog meer doden tot gevolg.

Welke lessen trekt de geachte minister uit deze boodschap van de hoogste VN-functionaris? Wordt het niet de hoogste tijd om de achterhaalde militaire optie te verlaten en moet ook België niet kiezen voor de politieke en humane weg teneinde tot een duurzame oplossing voor Afghanistan te komen? Op welke deskundigheid steunt ons leger zich om verder, tegen beter weten in, te blijven geloven in een militaire oplossing? Wat denken het Belgisch leger, het kabinet en de geachte minister van Defensie over de steeds hopelozer wordende militaire situatie in Afghanistan? Of volgen ze blindelings de bevelen van Washington en van de wapenlobby die hierbij gouden garen spint?

Antwoord ontvangen op 26 april 2011 :

Het geachte lid gelieve hierna het antwoord te willen vinden op de door hem gestelde vragen.

  1. De Belgische Defensie neemt sinds 2003 deel aan de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie (NAVO)-operatie in Afghanistan.

    Op de conferentie van Londen in januari 2010, kondigde de internationale gemeenschap een bredere benadering aan voor Afghanistan. Ook België onderschreef de keuze voor een politieke en humanitaire aanpak, naast de militaire inzet.

    Op de NAVO-top van Lissabon in november 2010, bevestigde elke lidstaat opnieuw deze strategie en werden er ook een aantal voorwaarden opgelegd aan Afghanistan. Het “Afghan ownership” blijft centraal voor de oplossing van het conflict. De benadering concretiseert zich op drie vlakken: de veiligheid, een goed bestuur en de ontwikkeling van de regio. Deze multidimensionele aanpak zal leiden tot de geleidelijke overdracht van de verantwoordelijkheden aan de Afghaanse autoriteiten.

  2. De Belgische Defensie heeft zich volledig ingeschreven in de “Comprehensive Approach” van de NAVO die reeds op de top van Straatsburg/Kehl in april 2009 door alle staats- en regeringsleiders goedge-keurd werd. In België wordt deze multidisciplinaire benadering de “3D”-aanpak genoemd, waarbij de samenwerking tussen Diplomacy, Defence, en Development centraal staat. De militaire inzet wordt gecoördineerd met de andere Departementen op basis van het Regeerakkoord van 18 maart 2008 waarin gesteld werd dat “louter militaire instrumenten niet volstaan om een duurzame vrede te verzekeren”. Naast Defensie dragen dus ook de Federale Overheidsdienst (FOD) Buitenlandse Zaken, de DG Ontwikkelingssamenwerking en de FODs Binnenlandse zaken en Justitie bij tot de operatie in Afghanistan.

  3. De Belgische Defensie levert een ge-loofwaardige bijdrage aan de “International Security Forces in Afghanistan” (ISAF) onder leiding van Generaal Petraeus en “Senior Civilian Representative” Mark Sedwill. In overeenstemming met de internationale “Comprehensive Approach” levert Defensie inspanningen in de volgende domeinen:

  1. Er is een ongelijke evolutie van de situatie in Afghanistan. De doordachte toepassing van de strategie voor deze operatie begint vruchten af te werpen. Hoewel 2011 nog een moeilijk jaar dreigt te worden, zijn er positieve evoluties vast te stellen op de drie domeinen van veiligheid, goed bestuur en ontwikkeling. De transitie zal dit jaar starten en in sommige gebieden zal de verantwoordelijkheid voor de veiligheid worden overgedragen aan de Afghaanse veiligheidsactoren. De socio-economische ontwikkeling verbetert langzaam. De politieke situatie is gevoelig maar beheersbaar en de corruptie wordt aangepakt. Een goed bestuur en een gunstige economische ontwikkeling vormen de basis van een maatschappij maar noodzaken inspanningen op lange termijn.