Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-9939

van Bart De Nijn (N-VA) d.d. 27 september 2013

aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen

Telefonische hulpcentrales - Cijfergegevens - Niet dringende oproepen - Maatregelen

telefoon
eerste hulp
officiële statistiek
geografische spreiding

Chronologie

27/9/2013Verzending vraag
7/1/2014Antwoord

Vraag nr. 5-9939 d.d. 27 september 2013 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Graag had ik enkele cijfergegevens opgevraagd met betrekking tot de telefooncentrales van de hulpdiensten:

1) Graag het aantal oproepen naar de 100/112-centrales, liefst uiteen gesplitst per provincie en per nummer, voor de jaren 2007 tot en met heden.

2) Graag het aantal medische interventies per provincie voor de jaren 2007 tot en met heden.

Enkele politie-zones hebben, zoals Antwerpen, hebben een niet-betalend nummer opgestart voor niet-dringende oproepen om een duidelijk onderscheid te maken.

3) Zou de minister geen omzendbrief kunnen starten waarin een niet-betalend nummer aanbevolen wordt voor alle politie-zones?

4) Kan de minister in de cijfergegevens die in vraag A en B opgevraagd zijn een onderscheid maken tussen urgente en niet-urgente oproepen?

5) Gebeurt het reeds bij de politie dat een lijst van niet dringende interventies wordt verzameld totdat bepaalde korpsen minder werk hebben, conform hoe de brandweer het doet? Zo ja, in welke zones? Zo nee, wat zijn de redenen waarom dit nog niet gebeurd is en plant de minister hier maatregelen rond?

Antwoord ontvangen op 7 januari 2014 :

1. Mijn diensten beschikken over cijfers betreffende het aantal oproepen naar de noodnummers 100/112/101, verdeeld per provincie, voor de jaren 2007 tot 2012.

100/112-oproepen

(x 1000)

2007

2008

2009

2010

2011

2012

Antwerpen

306

323

322

328

343

417

Vlaams-Brabant

131

131

-

168

205

242

Brussel

367

395

405

378

481

572

West-Vlaanderen

169

168

166

166

198

240

Oost-Vlaanderen

-

252

266

256

280

327

Henegouwen

343

333

337

341

369

487

Luik

280

274

266

275

323

364

Limburg

148

158

150

140

135

171

Luxemburg

75

75

66

69

73

83

Namen

125

136

124

117

157

188

Totaal

1944

2245

2102

2238

2564

3091

101-oproepen

(x 1000)

2007

2008

2009

2010

2011

2012

Antwerpen

205

281

425

421

424

410

Vlaams-Brabant

197

189

191

187

189

180

Brussel

86

541

526

525

516

488

West-Vlaanderen

168

170

180

198

202

202

Oost-Vlaanderen

247

273

277

263

268

268

Henegouwen

353

345

362

497

497

502

Luik

214

391

417

427

434

427

Limburg

162

148

150

150

145

161

Luxemburg

98

96

95

106

92

85

Namen

163

163

160

168

162

157

Waals-Brabant

105

106

107

105

104

105

Total

1996

2704

2889

3048

3032

2985

2. Voor het aantal medische interventies per provincie voor de jaren 2007 tot nu verwijs ik u door naar mijn collega, de minister van Volksgezondheid. Deze materie valt immers onder haar bevoegdheid.

3. De politiezone Antwerpen beschikt inderdaad over een ‘blauwe lijn’ voor niet dringende oproepen.

Voorlopig kan men voor niet dringende oproepen bij de lokale politie terecht en bestaat buiten de kantooruren de mogelijkheid om een link te leggen naar de noodcentrale. Een blauwe lijn zou een rationele en vereenvoudigde oplossing zijn die echter bijkomende middelen vergt voor de provinciale callcenters. Voorlopig gaat de prioriteit naar het voldoende voorzien van middelen en mensen voor de noodwerking.

Het is al lang een vraag van de Vaste Commissie dat nationaal een “blauwe lijn” wordt voorzien voor niet dringende interventies, omwille van het schaalvoordeel. Deze “blauwe lijn” zou het systeem van de dringende politiële hulpverlening kunnen verlichten. Deze vraag van de Vaste Commissie, die gesteund wordt door de federale politie, is meegenomen naar het project 112. Volksgezondheid heeft eveneens te kennen gegeven ook interesse te vertonen in een soort niet-dringende telefonische opvang.

We zouden deze niet dringende hulpverlening multidisciplinair kunnen organiseren en dankzij het schaaleffect ook een rationalisatie kunnen doen.

4. Het volgende percentage vertegenwoordigt het aantal niet-dringende oproepen ontvangen door de Informatie- en Communicatiecentra (CIC 101):


2007

2008

2009

2010

2011

2012

Niet-dringende oproepen 101

25%

17%

15%

13%

11%

11%

5. Het interventiebeleid van de politiezones wordt bepaald door de lokale politie (korpschef). Met deze leidraad wordt een prioretisering gemaakt zodat de lokale middelen en manschappen efficiënt en eenduidig worden ingezet (aangestuurd).

Voor verschillende soorten gebeurtenissen wordt per politiezone via code bepaald welke interventies zeer dringend zijn (en waar onmiddellijk een of meerdere ploegen worden naartoe gezonden), en welke interventies minder dringend of niet dringend zijn.

Sommige taken of opdrachten worden bijvoorbeeld niet afgehandeld door een interventieploeg, maar door wijkagent of bvb de jeugddienst.