Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-9930

van Patrick De Groote (N-VA) d.d. 24 september 2013

aan de minister van Justitie

Vuurwapens die als vernietigd staan geregistreerd - Heropduiken op de markt

vuurwapen
persoonlijk wapen
zwarte handel
officiële statistiek
vernietiging van wapens
handvuurwapens

Chronologie

24/9/2013Verzending vraag
28/4/2014Einde zittingsperiode

Vraag nr. 5-9930 d.d. 24 september 2013 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

In januari 2013 stelde ik de volgende vraag (nr. 5-7790):

"De nieuwe wapenwet ging gepaard met een campagne voor een veilige samenleving met de oproep aan eigenaars van vuurwapens om zonder vergunning van hun vuurwapens afstand te doen. Deze campagnes worden in een aantal provincies af en toe herhaald. Dergelijke vuurwapens zijn uiteindelijk voor vernietiging bestemd en kunnen alleen door de directeur van de Proefbank, waarheen de wapens moeten worden gezonden omwille van hun bijzondere waarde aan een museum van publiek recht worden bezorgd. De politiedienst maakt bij een afstand name een model 10 op, die onmiddellijk (in geval dat de verblijfplaats van wapenbezitter samenvalt met de betrokken lokale politie) of binnen de 48 uur (in geval dat de bevoegde lokale politie een kopie van het model 10 ontvangen) online in het centraal wapenregister (CWR) worden ingevoerd. In principe zou aldus een wapen met een nationaal identificatienummer die door middel van model 10 voor vernietiging (niet voor bewaring of voor inbeslagname) is geregistreerd niet meer kunnen opduiken op vuurwapenmarkt. De vraag is of in de praktijk de controle op de vernietiging sluitend is. Hoeveel vuurwapens zijn er sinds de nieuwe wapenwet opnieuw op de Belgische markt gekomen, terwijl het vuurwapen als vernietigd staat geregistreerd, respectievelijk volgens het jaar van de vaststelling en met naam van de betrokken politiezone?"

Deze vraag volgde uit een getuigenis van een persoon die beweert een wapen te hebben gekocht in het buitenland, waarvan achteraf bleek dat het wapen na inschrijving in het Centraal Wapenregister reeds bij de politie in een bepaald politiekantoor voor vernietiging was aangeboden in het kader van model 10.

Aangezien in uw antwoord op mijn schriftelijke vraag 5-7790, op handige wijze werd gewezen op het verschil tussen de opmaak van "model 10" enerzijds en de effectieve vernietiging van wapens anderzijds en op de mogelijkheid van een reddingsoperatie door de Proefbank, wil ik mijn oorspronkelijke vraag opnieuw stellen, met een lichte aanpassing:

1. Hoeveel vuurwapens afgeleverd bij de politie met model 10 zijn opnieuw op de markt opgedoken, exclusief de wapens die door de proefbank zijn gered wegens hun waarde, respectievelijk volgens het jaar van de vaststelling en de naam van de betrokken politiezone? Dit wil zeggen, de wapens die zijn afgeleverd bij de politie met model 10 en die de proefbank niet hebben bereikt.

2. In uw vorig antwoord, liet u verstaan dat anomalieën tussen de inventaris en afgifte aan de griffie worden gesignaleerd. Zijn er ook vuurwapens bestemd voor vernietiging die niet via de griffie passeren en bijvoorbeeld rechtstreeks van de politiekantoren naar de Proefbank gaan?

3. Gezien er nogal wat tijd kan zijn tussen de afgifte van vuurwapens door afstand van de eigenaar (model 10) en de vernietiging van het vuurwapen zelf voor organisatorische redenen, worden er systematische controles gedaan op de invoering van model 10 en de lijst van de vernietigde wapens of de lijst van de geredde wapens met het oog op achtergebleven wapens bij de politie of elders? Het risico bestaat immers dat deze vuurwapens na enige tijd kunnen "verdwijnen" bij de politie.