Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-993

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 27 januari 2011

aan de staatssecretaris voor Maatschappelijke Integratie en Armoedebestrijding, toegevoegd aan de Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke Integratie

Roma - Ondersteuning en begeleiding - Globaal actieplan

Roma
Finland
aantal schoolgaanden
sociale integratie

Chronologie

27/1/2011Verzending vraag
6/7/2011Antwoord

Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-990
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-991
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-992

Vraag nr. 5-993 d.d. 27 januari 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Finland stelde als eerste land van Europa een efficiënt actieplan op voor de ondersteuning en begeleiding van Roma. Roma zijn al generaties lang aanwezig in Finland. Zij komen uit Midden- en Oost-Europa, net als de Franse en Belgische Manouche. Volgens de wet zijn zij Finnen. Toch lijden zij nog steeds onder discriminatie en uitsluiting. De voorbije vijftig jaar werkte Finland met kortlopende Roma-projecten. Deze bleken onvoldoende werkzaam.

Vanaf nu wil de Finse overheid actiever werken aan de integratie van Roma. Ze wil de negatieve beeldvorming, discriminatie en uitsluiting tegengaan en de participatie van Roma aan de samenleving versterken. Roma en niet-Roma werkten samen dit plan uit. Daarbij wordt gewerkt aan het verhogen van de leervaardigheden en talenten van Roma-kinderen, onder andere door modules over de Romacultuur in te lassen in de basisopleiding van kleuterleidsters. In het volledige basisonderwijs maken alle kinderen kennis met de Romacultuur en het Romanes. Roma-leerlingen zullen op school een taalbad Romanes krijgen. Gemeenten krijgen de opdracht om actief te zoeken naar hulpleerkrachten met Roma-achtergrond voor de lessen Romanes. Leerkrachten, die al afgestudeerd zijn, krijgen nascholing om hun vaardigheden in de omgang met Roma-leerlingen verder te ontwikkelen, met onder andere aandacht voor de bestrijding van pestgedrag tegenover Roma.

In Finland merkte men de hoge nood aan brugfiguren, omdat veel Roma verloren lopen in de wirwar van een postmoderne samenleving. De voorbije jaren zette men daarom student-assistenten met Roma-achtergrond in. Zij bemiddelden en tolkten tussen de scholen en de Roma-gemeenschap. Deze brugfiguren organiseerden in Helsinki gezamenlijke activiteiten met Roma en Finnen, zoals gemengde volleybalclubs. Roma-organisaties kunnen de komende jaren meer brugfiguren en tolken aanleveren. De overheid creëert voor hen extra jobs. De werkgevers onderzoeken welke rol de Roma op de arbeidsmarkt kunnen spelen. Ondertussen bieden de volkshogescholen extra scholing aan voor volwassen Roma die hun plek op de arbeidsmarkt nog niet vonden. Eenmaal de stap richting de arbeidsmarkt gezet, krijgen zij een individuele trajectbegeleiding, waarbij zij onder andere hulp krijgen bij sollicitaties. Mensen met ambitie om docent Romanes te worden, kunnen dit vanaf nu op universitair niveau volgen.

Een nationale mediacampagne over de Roma bestrijdt de vooroordelen en de discriminatie. Roma-organisaties worden ondersteund en politieagenten krijgen nascholing over de Roma-cultuur.

Tot slot zullen Roma meer betrokken worden bij politieke besluitvorming, door hen nog meer politieke adviesfuncties te geven.

In ons land worden de gemeenten aan hun lot overgelaten om de Roma op te vangen en te begeleiden. Nochtans was er nooit eerder zulke grote en urgente nood aan een werkzaam actieplan zodat deze Roma én de gemeenten waar ze wonen de juiste en voldoende steun kunnen ontvangen.

Daarom kreeg ik graag een antwoord op de volgende vragen:

1) Welke concrete maatregelen plant u om bij te dragen tot het emanciperen en begeleiden van Roma in ons land?

2) Zal u contact opnemen met de gemeenschappen om samen een allesomvattend actieplan ten voordele van de Roma op te stellen en in onderling overleg uit te voeren?

3) Welke initiatieven werden hieromtrent al genomen?

4) Is u het met mij eens dat een globaal actieplan als instrument absoluut noodzakelijk is om de Roma alle kansen op een toekomst te geven en de gemeentebesturen en betrokken organisaties de noodzakelijke slagkracht te bezorgen om dit te realiseren?

Antwoord ontvangen op 6 juli 2011 :

België wordt geconfronteerd met een stijgende Roma migratie vanuit andere Europese lidstaten.

In het kader van het Roma integratie, zou men nauwer samen moeten werken, zowel binnen de Belgische als de Europese context. In Belgie¨werd hiervoor door de Interministeriële Conferentie Integratie in de maatschappij van 21 maart 2011 een werkgroep Roma opgericht, met als doel de reeds bestaande initiatieven van de verschillende niveaus op elkaar af te stemmen en de Europese actualiteit op te volgen.

Op 19 mei 2011 nam ik deel aan de Europese EPSCO-ministerraad, die als enige thema de integratie van de Roma had. Hier werd het voorstel van de Europese Commissie besproken over de nationale strategieën voor integratie van de Roma, en keurden de aanwezige ministers conclusies over de Roma’s goed. Er werd afgesproken dat alle lidstaten tegen het einde van het jaar nationale strategieën voor de integratie van de Roma moeten opstellen, met specifieke aandacht voor onderwijs, werkgelegenheid, huisvesting en gezondheidszorg.

In België is het de Werkgroep Roma, opgericht door de IMC, die een nationale strategie zal opstellen. De Gemeenschappen en Gewesten zijn, net als de verenigingen van steden en gemeenten en de grote steden, vertegenwoordigd in deze werkgroep. Dit is, zoals u aangeeft, noodzakelijk om tot een allesomvattend en slagvaardig actieplan op te stellen ten voordele van de Roma.

Bedoeling is om tegen september een eerste voorstel van dit actieplan uit te werken, gebaseerd op de inbreng van de leden van de werkgroep. Het uiteindelijke actieplan zal gevalideerd worden door de Interministeriële Conferentie, en zoals gevraagd, voorgelegd worden aan de Europese Commissie.

Verder zal mijn administratie, de Programmatorische Overheidsdienst (POD) Maatschappelijke Integratie de Openbare Centra voor maatschappelijk welzijn (OCMW) ook ondersteunen in hun lokale beleid ter integratie van de Roma-bevolkingsgroep. OCMW’s hebben nood aan een sturend kader of raamwerk dat onderlinge samenwerking op het vlak van Roma naar voren schuift en duidelijke oplossing en op het vlak van Roma integratie kan aanreiken. Specifieke aandacht zal uitgaan naar de steden en gemeenten die een belangrijke aanwezigheid van Rom op hun grondgebied kennen.

Dit zal de POD MI doen aan de hand van de expertise die opgebouwd is en de contacten die gelegd zijn tijdens het Belgisch Voorzitterschap van de Raad van de Europese Unie, en meer specifiek tijdens het 4de Roma Platfrom, georganiseerd door België.