Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-9927

van Patrick De Groote (N-VA) d.d. 24 september 2013

aan de minister van Justitie

Wapenonderdelen - Registratie

vuurwapen
persoonlijk wapen
officiële statistiek
handvuurwapens

Chronologie

24/9/2013Verzending vraag
12/3/2014Antwoord

Vraag nr. 5-9927 d.d. 24 september 2013 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

De opvolging van vuurwapenonderdelen is van essentieel belang.

In Nederland wordt de illegale handel in gerecyclede handvuurwapens door wapenexperts als een almaar groeiende markt gekenschetst. Deze markt bestaat voornamelijk uit scherpe hand-vuurwapens die onklaar worden gemaakt of omgebouwd tot alarmwapen. De Nederlandse overheid waarschuwt echter dat op wapenbeurzen onklaar gemaakte wapens worden verkocht die met de aanschaf van een enkel aanvullend onderdeel in originele staat kunnen worden hersteld (A.C. SPAPENS en M.Y. BRUINSMA, Illegale vuurwapens in Nederland: smokkel en handel, 2004, p 32).

Zo zou dankzij een tip van de Nederlandse politie de Federale Gerechtelijke Politie van Brus-sel in 2010 in een loods te Vlezenbeek een enorm wapenarsenaal hebben gevonden. Een groot deel van de aangetroffen wapens was onklaar, maar de eigenaar beschikte over al het nodige materiaal om de wapens weer in werking te stellen.

Volgens de media zou na het drama van 13 december 2011 te Luik het gerecht bij de omge-komen dader Nordine Amrani 9.500 wapenonderdelen hebben gevonden.

In antwoord op mijn schriftelijke vraag nr. 5-7789 met betrekking tot het gebruik van model 10 voor de vermelding van vernietigde wapens, wijst de minister op een afzonderlijke proce-dure voor wapenonderdelen. Wapenonderdelen worden inderdaad door wapenhandelaars ge-noteerd in register model D. Er bestaat ook een afzonderlijke aanvraagprocedure voor ver-vangstukken van kapotte onderdelen van vuurwapens. Deze vergunning is gratis wanneer er een attest van vernietiging van het kapot vuurwapenonderdeel kan worden voorgelegd: "de gewone procedure wordt gevolgd, maar voor de afronding daarvan wordt een attest voorge-legd waaruit blijkt dat het te vervangen defect onderdeel vernietigd is door de Proefbank" (Omzendbrief van 29 oktober 2010 - B.S. 24.11.2010, blz. 72711).

1. Als parlementsleden vragen stellen naar de statistiek met betrekking tot wapenbezit, kan het Centraal Wapenregister een onderscheid maken tussen de bezitters van een wapenonderdeel of de bezitters van een geheel wapen? Bijvoorbeeld als een parle-mentslid vraagt naar het aantal bezitters van wapens met model 4. Krijgt deze politicus dan de cijfers van een wapenonderdeel op basis van model 4 of enkel de bezitters van een geheel wapen met model 4? Of als een parlementslid de vraag stelt naar het aantal geregistreerde wapens op erkenningen als verzamelaar, zitten hier dan ook wapenon-derdelen in of enkel volledig uitgeruste vuurwapens?

2. Acht de Minister de huidige procedures met betrekking tot wapenonderdelen sluitend of heeft de bovenstaande gevallen uit 2010 en 2011 voor bijkomende problemen ge-steld?

3. De administratie voor de aanvragen voor bijkomende vergunning van een vervangstuk en vervolgens het controleren van de vergunning op een attest van vernietiging, kost de maatschappij veel geld. Wat zijn de redenen om geen (kleinere) retributie te vragen voor een aanvraag van wapenonderdeel, waarvan het kapotte onderdeel werd vernie-tigd?

4. Kan een kapot wapenonderdeel ook worden afgegeven aan de politie met model 10, met de doelstelling om een nieuw wapenonderdeel te kopen, maar om het kapotte on-derdeel te vernietigen op kosten van de gemeenschap? Geldt in een dergelijk geval model 10 dan ook als een attest van vernietiging? Op deze wijze wordt de kost voor de vernietiging van het wapenonderdeel van € 9,85 afgewenteld op justitie, met daarbovenop de vervoerskosten.

Antwoord ontvangen op 12 maart 2014 :

1. Bij de aanmaak van het nieuw CWR werd in deze mogelijkheid voorzien.

Sinds mei 2010 kan er een onderscheid gemaakt worden tussen wapens en onderdelen.

Een verzamelaar mag in zijn verzameling onderdelen bezitten voor zover het in overeenstemming is met het thema van de verzameling. Er kan daarin ook een onderscheid gemaakt worden.

De cijfers die gegeven zijn voor de wapenbezitters dekken de beide aspecten: de volledige wapens en onderdelen van wapens.

2. De politie heeft op dit vlak geen problemen gesignaleerd of verzocht om in te grijpen.

3. Een retributie is de tegenprestatie voor de inspanning die de burger van de overheid vraagt. Deze is op het vlak van de uit te voeren controles dan wel lichter ten opzichte van de aanvrager, maar ook zwaarder ten opzichte van het te vervangen onderdeel. Een prijsverschil is daarom niet gerechtvaardigd.

4. Een model 10 mag niet dienen als attest van vernietiging. Enkel de attesten van vernietiging van de Proefbank van Luik zijn geldig. Gewoon het wapenonderdeel afgeven bij de politie, zou als gevolg hebben dat men een nieuwe vergunning dient aan te vragen en zo dus de volledige retributie moet betalen.