Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-9887

van Bart De Nijn (N-VA) d.d. 24 september 2013

aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen

Politie - Ordehandhaving bij manifestaties - Disproportioneel geweld

politie
gemeentepolitie
geweld
officiële statistiek
tuchtprocedure
Vaste Comités van Toezicht op de politie- en inlichtingendiensten

Chronologie

24/9/2013Verzending vraag
15/1/2014Rappel
28/4/2014Einde zittingsperiode

Vraag nr. 5-9887 d.d. 24 september 2013 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Rapporten van het Vast comité van toezicht op de politiediensten berichtten in het verleden dat er bij manifestaties en/of bij situaties waar buitenstaanders toekijken op de werking van de politie, vaak disproportioneel door de politie gereageerd wordt op het gedrag van het publiek. Zo zijn er meldingen gebeurd van overdreven geweld, provocaties door de politie en schendingen van de mensenrechten door de politie. In een aantal gevallen komt het zelfs naar voor dat het de politie is die de menigte provoceert en daardoor de taak van gemeenschapspolitie volledig de wind in slaat.

Alle begrip voor de stressvolle situaties waarin politiemensen hun werk moeten uitvoeren. Maar dat politiemensen zorgen voor een escalatie van conflicten is een brug te ver voor een instelling die juist voor veiligheid en handhaving van orde moet zorgen. De provocaties blijven vaak onopgemerkt en ook leidinggevenden doen er weinig aan om dit een halt toe te roepen. Het feit dat soms mensen van comité P zelf worden geweerd van het toezien op de politionele werking, spreekt boekdelen over de soms disproportionele manier waarop politiemensen met hun werk te werk gaan.

Een hiermee gerelateerd probleem, los van de disproportionaliteit, is het gebrek aan communicatie tussen de politie en zijn doelpubliek. Vaak weten betogers niet wat ze juist fout gedaan hebben of krijgen ze geen waarschuwing om hun gedrag aan te passen en te wijzigen. Voor repressie zou er steeds communicatie moeten zijn, maar hier loopt het spaak bij sommige interventies.

1. Hoeveel klachten werden ingediend met betrekking tot disproportionele of onrechtvaardige gewelddadige incidenten van politiemensen ten aanzien van manifestaties? Graag cijfers van 2007 tot en met 2013.

2. Hoeveel tuchtonderzoeken waren hieraan verbonden? Hoeveel schorsingen of andere tuchtmaatregelen werden voltrokken? Graag cijfers van 2007 tot en met 2013.

3. Heeft de minister weet van situaties waarbij werknemers van Comité P geweerd werden? Indien cijfers, graag ook van 2007 tot en met 2013.