Haven van Antwerpen - Drugtrafiek - ISPS-norm
handel in verdovende middelen
haveninstallatie
internationale norm
beveiliging en bewaking
douanecontrole
24/9/2013 | Verzending vraag |
7/11/2013 | Antwoord |
Naar aanleiding van verscheidene doorheen het jaar verschenen artikels als "Op drugsjacht in de Antwerpse haven: ze doen niet eens meer moeite om de drugs te verstoppen" (P-magazine, 26/02/2013) en "Antwerpen pakt handel in drugs via haven hard aan" (De Morgen, 5/02/2013) zou ik graag enkele vragen stellen aan de bevoegde staatssecretaris. Kort samengevat stellen de artikels het volgende:
Naast het gegeven dat België een optimale locatie heeft als centraal verdeelpunt hebben dekmantelfirma's en handelaars meer en meer hun oog op België laten vallen vanwege het gebrek aan douanepersoneel op luchthavens, zeehavens en op de openbare weg; het open karakter van de Antwerpse haven waar in- en uitgereden wordt (in contradictie met de recent sterk beveiligde haven van Rotterdam); alsook de inefficiënte strafuitvoering waarbij "kleine" criminelen zich straffeloos achten door beperkte samenwerkingsakkoorden met landen van oorsprong en door het feit dat celstraffen van 3 jaar amper uitgevoerd worden.
1) Hoe verklaart u dat de haven van Antwerpen nog steeds zeer open faciliteiten heeft, ondanks de invoering van de ISPS-code, terwijl de controle op de toepassing van de ISPS-code tot uw bevoegdheid behoort? Hierdoor betreden drugskoeriers en dekmantelfirma's nog steeds de faciliteiten van de havens, hoewel de ISPS-code voorschrijft dat identificatie en registratie noodzakelijk is.
2) Hoeveel bedrijven van de havens in België voldoen aan de ISPS-norm ?
3) Kan de staatssecretaris een evaluatie geven over de toepassing van de ISPS-code in de Antwerpse haven, rekening houdend met de verschillende veiligheidsniveaus? Wat kan er nog verbeterd worden en welke maatregelen zullen hieromtrent genomen worden?
De vraag van het geacht lid valt in het beleidsdomein maritieme mobiliteit wat niet tot mijn bevoegdheid behoort.
Wellicht kan de vice eerste minister en minister van Economie, Consumenten en Noordzee u een antwoord geven.