|
|
Zorgverleners - Getuigschriften - Laattijdige aflevering - Controle - Overzicht
beroep in de gezondheidszorg
Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering
officiële statistiek
administratieve sanctie
administratief toezicht
geldboete
| 28/8/2013 | Verzending vraag |
| 28/4/2014 | Einde zittingsperiode |
Krachtens artikel 53 van de wet van 14 juli 1994 en het uitvoeringsbesluit van 19 mei 1995 moet een zorgverlener twee maanden na het verstrekken van prestaties een getuigschrift (of gelijkwaardig document) afleveren aan de sociaal verzekerde of - in geval de regeling derdebetaler wordt toegepast - de verzekeringsinstellingen. De inspectiediensten van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering (RIZIV) waken over de correcte toepassing van deze regeling.
Graag een antwoord op de volgende vragen:
1) Een overzicht voor de periode van 2010 tot en met 2012 per gewest en per soort van zorgverlener van :
a) het aantal onderzoeken dat het RIZIV voerde ivm het laattijdig afleveren van getuigschriften (of gelijkwaardige documenten);
b) het aantal inbreuken dat vastgesteld werd;
c) het aantal sancties (alsook het totaal bedrag van de geldboete) dat opgelegd werd.
Gelieve zowel voor a, b als c te specifiëren in hoeveel gevallen het getuigschriften (of gelijkwaardige documenten) betrof die vergoed dienden te worden via de regeling van de derde betaler.
2) De termijn zoals omschreven in artikel 53 van de wet van 14 juli 1994 heeft tot doel de sociaal verzekerde in staat te stellen zijn vordering tot betaling van geneeskundige prestaties tijdig uit te oefenen ten aanzien van zijn ziekenfonds. Waarom wordt diezelfde - eerder korte - termijn gehanteerd wanneer de regeling derde betaler wordt toegepast ? Volstaat deze termijn in voorkomend geval ? A fortiori wanneer een zorgverlener een beroep doet op een tariferings- of facturatiedienst ?