|
|
Belgische ontwikkelingssamenwerking - Beleidscoherentie - Stand van zaken - Interministeriële conferentie - Samenwerking met niet-gouvernementele organisaties - Parlementaire commissie
ontwikkelingshulp
verhouding land-regio
niet-gouvernementele organisatie
| 8/8/2013 | Verzending vraag |
| 17/9/2013 | Antwoord |
Beleidscoherentie is verankerd in de wet betreffende de Belgische ontwikkelingssamenwerking van 19 maart 2013. Deze bepaalt in artikel 2, 16° : "de beleidscoherentie ten gunste van ontwikkeling : een proces om te verzekeren dat de doelstellingen en resultaten van het beleid ontwikkelingssamenwerking van een regering niet tegengewerkt worden door het beleid van deze regering op andere domeinen die een impact hebben op de ontwikkelingslanden, en dat deze andere beleidsdomeinen waar mogelijk de ontwikkelingsdoelstellingen steunen".
Toch waarborgt dit engagement nog geen verbintenis om de verschillende beslissingsniveaus samen te brengen. Er is nood aan een geïntegreerde aanpak in en met alle regeringen, waarbij ieder departement zich ertoe verbindt beleidscoherentie te bewaken.
Eerder deelde u mee dat u een Interministeriële Conferentie (IMC) voor Beleidscoherentie wil oprichten om een permanente dialoog mogelijk te maken tussen alle beslissingsniveaus en - domeinen, zowel federaal als regionaal. Tot op de dag van vandaag is een dergelijke IMC niet opgericht.
Hierover aan u de volgende vragen.
1) Welke stappen zijn reeds ondernomen om beleidscoherentie voor ontwikkelingssamenwerking op federaal niveau in de praktijk om te zetten?
2) Wat is de stand van zaken betreffende de oprichting van een Interministeriële Conferentie voor ontwikkelingssamenwerking?
3) Minister-president Kris Peeters liet in zijn toespraak op de recentste Staten-Generaal weten geen voorstander te zijn van de oprichting van een aparte interministeriële conferentie voor ontwikkelingssamenwerking. Hij gelooft meer in het volledige potentieel van de reeds bestaande interministeriële conferentie buitenlands beleid. Is de verdere uitbouw van dit platform reeds overwogen en waarom biedt dit platform volgens u wel of geen opportuniteit voor het in de praktijk brengen van beleidscoherentie voor ontwikkelingssamenwerking?
4) Zijn er ook initiatieven om de samenwerking in het kader van beleidscoherentie naar niet-gouvernementele organisaties (NGO's) toe te versterken? Welke?
5) Steunt de geachte minister de oprichting van een parlementaire commissie "beleidscoherentie voor ontwikkelingssamenwerking"?
1. Bij het afsluiten van de Staten-generaal van 2012 heeft mijn voorganger de oprichting aangekondigd van een gemengde werkgroep die de omzetting van de beleidscoherentie voor ontwikkeling in de praktijk moest voorbereiden. Die werkgroep is actief geweest tijdens het tweed semester van vorig jaar.
Op basis van de werkzaamheden van deze werkgroep werd in de loop van het eerste semester van dit jaar de oprichting voorbereid van twee nieuwe organen die inhoudelijk meer kracht moeten geven aan de bekommernis inzake beleidscoherentie ten gunste van ontwikkeling. Het gaat meer bepaald om de oprichting van een externe adviesraad en van een gespecialiseerde interdepartementale commissie voor beleidscoherentie inzake ontwikkeling.
De twee desbetreffende ontwerp-koninklijke besluiten zullen in de loop van de volgende weken het voorwerp uitmaken van overleg tussen de regeringspartners.
2. Ik koester nog steeds de hoop dat de oprichting van de inter-ministeriële conferentie voor het ontwikkelingsbeleid in de loop van deze legislatuur tot een goed einde kan worden gebracht, maar het succes daarvan hangt uiteraard eveneens af van de samenwerking van andere departementen en beleidsniveaus.
3. De federale regering deel dezelfde doelstellingen voor een betere Belgische beleidscoherentie ten gunste van ontwikkeling. We verschillen met de Vlaamse regering over de vorm, de andere deelstaten steunen ook de oprichting van een interministeriële conferentie voor de beleidscoherentie ten gunste van ontwikkeling. Ik hoop dat we tot een oplossing komen die voor alle partijen past.
4. Ik zie inderdaad een belangrijke rol weggelegd voor de niet-gouvernementele actoren om het coherentie-debat levendig en doeltreffend te maken. Op dit ogenblik wordt ijverig gewerkt aan een nieuw koninklijk besluit dat de rol van Niet gouvernementele organisaties (NGO’s ) in het Belgisch ontwikkelingsbeleid moet herdefiniëren. De problematiek van de beleidscoherentie zal daarin zeker een belangrijke plaats innemen.
5. Ik ben inderdaad voorstander van een actieve rol voor het Parlement in het bewaken en bevorderen van beleidscoherentie voor ontwikkeling. Ik zal dan ook met grote belangstelling elk initiatief terzake opvolgen en ondersteunen.