Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-9684

van Elke Sleurs (N-VA) d.d. 19 juli 2013

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Beliris en de Federale Culturele Instellingen

de nieuwe variant op het coronavirus

infectieziekte
Wereldgezondheidsorganisatie
voorkoming van ziekten

Chronologie

19/7/2013Verzending vraag
2/9/2013Antwoord

Herkwalificatie van : vraag om uitleg 5-3761

Vraag nr. 5-9684 d.d. 19 juli 2013 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Het Middle Eastern Respiratory Virus, kortweg MERS, dook vorig jaar voor het eerst op in het Midden-Oosten. Net zoals SARS is het een variant van het coronavirus, dat ook een gewone verkoudheid veroorzaakt. Begin juni meldde de Wereldgezondheidsorganisatie dat er inmiddels al 53 besmettingen wereldwijd zijn vastgesteld. Hiervan zijn een dertigtal personen overleden aan de ziekte. Het zwaartepunt van de besmettingen ligt in Saudi-Arabië waar de eerste gevallen werden waargenomen. Daar zijn al zeker 24 Saudiërs overleden na een besmetting met MERS.

In Europa zijn er ondertussen elf gevallen vastgesteld, waarvan er vier patiënten overleden zijn. Het virus veroorzaakt griepachtige symptomen die kunnen leiden tot nierfalen. Men is op dit moment nog niet helemaal zeker hoe mensen besmet raken, wie er vatbaarder is om besmet te raken en bij welke personen deze besmetting uitloopt in een ernstige ziekte. De manier waarop de verschillende gevallen in elkaars buurt voorkomen, doet vermoeden dat nauw contact met een besmet persoon voor rechtstreekse overdracht van mens op mens kan zorgen.

De directeur-generaal van de Wereldgezondheidsorganisatie, Margaret Chan, noemde deze ziekte een ernstige bedreiging die geen enkel land op zijn eentje aankan. Verder benadrukte ze ook dat we nog bijzonder weinig over dit virus weten en dat het een potentieel gevaar voor de hele wereld kan vormen.

Geachte minister, ik had voor u de volgende vragen:

1) Welke voorzorgsmaatregelen heeft u al genomen om mogelijke besmettingen in België te voorkomen of te beperken?

2) Is er overleg binnen Europa over dit virus? Zijn er gezamenlijke maatregelen?

3) Is er een specifieke procedure voor huisartsen wanneer een patiënt zich met deze symptomen meldt?

4) Hoe schat u zelf het gevaar op verspreiding in?

Antwoord ontvangen op 2 september 2013 :

In de eerste plaats valt het uitbreken van het nieuwe coronavirus MERS-CoV onder gebeurtenissen van volksgezondheid met internationale draagwijdte die onder het IHR (International Health Regulations internationale gezondheidsvoorschriften). Om het met die gebeurtenis verbonden risico in te schatten, en overeenkomstig de voor België vastgelegde procedures, is een “risk assessment group” (RAG) drie keer bijeengekomen en werden twee bijkomende schriftelijke raadplegingen georganiseerd. De RAG moet niet alleen het risico inschatten, maar ook aanbevelingen doen aan de “Risk management group” (RMG) die ze vervolgens moet goedkeuren en uitvoeren. Ik wil eraan herinneren dat wat het besmettingsrisico betreft, in België het risico erin bestaat een nieuw coronavirus vast te stellen bij een patiënt die van het Arabisch schiereiland terugkomt. Onze informatie geeft overigens aan dat het risico op overdracht onder de bevolking zeer beperkt blijft.

Om dat risico aan te pakken kregen de ziekenhuizen aanbevelingen om gevallen van het nieuwe coronavirus in kaart te brengen en de verspreiding in het ziekenhuis te beperken. Die aanbevelingen bestaan er vooral uit het gezondheidspersoneel te vragen strikte afzonderingsregels in acht te nemen voor elke patiënt met een acute infectie van de luchtwegen met longontsteking en die in de laatste tien dagen in een land van het Arabisch schiereiland heeft verbleven. Indien ze de patiënt niet kunnen verzorgen, moeten ze hem naar het UZC Sint-Pieters zenden, dat het nationaal referentiecentrum voor de opkomende pathogenen is. Die patiënten zullen op het nieuwe coronavirus worden onderzocht. Het nationaal referentiecentrum voor aandoeningen aan de luchtwegen en het nationaal referentiecentrum influenza hebben virologische tests ontwikkeld waarmee men dat nieuwe virus kan opsporen.

Er werden ook andere aanbevelingen gedaan en, indien nodig, geüpdatet:

Met betrekking tot het overleg met Europa: Het European Centre for Disease Prevention and Control (ECDC) volgt, in samenwerking met de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) de evolutie van de epidemiologische toestand en deelt de lidstaten de laatste informaties en “up-to-date risk assessments” mee. De informatie-uitwisseling tussen de verschillende lidstaten verloopt eveneens via het DG Sanco van de Europese Unie.

Met betrekking tot het overleg met Saoedi-Arabië: Dat gebeurt via de Wereldgezondheidsorganisatie.

Wat specifiek de bedevaart naar Mekka betreft: Na afloop van de laatste vergadering van het RAG in de week van 1 juli werden nieuwe maatregelen genomen. Er werd een communicatie uitgestuurd naar Saniport, de gezondheidsinspecteurs en de artsen-infectiologen, de imams van de verschillende moskeeën in België, naar de reisbureau’s, de repatriëringsinstellingen, de klinieken voor reisgeneeskunde, de ziekenhuizen. Via de huisartsenkringen werd ook een communicatie uitgestuurd naar de huisartsen.