Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-9655

van Louis Ide (N-VA) d.d. 19 juli 2013

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Beliris en de Federale Culturele Instellingen

de pensioenregeling van de openbare ziekenhuizen

ziekenhuis
pensioenregeling
Rijksdienst voor de sociale zekerheid van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten
financiering

Chronologie

19/7/2013Verzending vraag
2/9/2013Antwoord

Herkwalificatie van : vraag om uitleg 5-3695

Vraag nr. 5-9655 d.d. 19 juli 2013 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Als ik het goed voor heb mevrouw de minister is er 37 miljoen euro uitgetrokken voor de pensioenregeling van de openbare ziekenhuizen, doch dit is ontoereikend. Namelijk, voor een bepaald ziekenhuis komt dit neer op een financiële ondersteuning van om en bij de 450 000 euro terwijl het eigenlijk 2 miljoen euro nodig heeft. Bovendien is er het bijkomend probleem dat dit vaak een molensteen is voor het ziekenhuis, daar lokale besturen dit dikwijls graag aangrijpen om bepaalde ziekenhuizen op te doeken, om een RVT te laten overnemen, enz. Let wel, soms kan het gerechtvaardigd zijn te fusioneren enz., maar dit kan toch niet op basis van de pensioenproblematiek.

Is minister zich hiervan bewust?

Wat plant ze hieraan te doen?

Antwoord ontvangen op 2 september 2013 :

Zou u, aangezien u een specifieke situatie voor ogen lijkt te hebben, kunnen verduidelijken op welk ziekenhuis uw vraag betrekking heeft opdat de betrokken besturen het nodige nazicht zouden kunnen doen? De situatie van de ziekenhuizen is immers niet homogeen. 

Wat er ook van zij, ik denk dat het nuttig is om hier enkele principes in herinnering te brengen. 

In de eerste plaats heeft deze regering verschillende maatregelen genomen om de ziekenhuizen te helpen. 

De openbare en privéziekenhuizen met vastbenoemd personeel dat hen door een lokaal of provinciaal bestuur, aangesloten bij het gesolidariseerd pensioenfonds van de Gemeenschappelijke sociale dienst van de Rijksdienst voor sociale zekerheid van de provinciale en plaatselijke overheid (RSZPPO), ter beschikking werd gesteld hebben, in het kader van het budget van de financiële middelen voor de ziekenhuizen, in 2012 een structurele compensatie ontvangen voor de verhoging van het basispensioenbijdragepercentage dat ze aan dat fonds moeten betalen.  

Ondanks een moeilijke begrotingscontext kregen ze eind 2012 een extra budget om tegemoet te komen aan de dekking van de lasten als gevolg van de hervorming van de RSZPPO-pensioenen waarvoor nog geen terugbetaling is gebeurd. 

Naast de verhoging van de bijdragepercentages speelt ook het "responsabiliseringsmechanisme", dat, ter herinnering, alleen voor de werkgevers geldt die de solidariteit een pensioenlast doen dragen die de door hen gestorte  bijdragen overschrijdt. De voor 2012 verschuldigde responsabilisering zal tegen 31 december 2013 moeten worden betaald. 

De verdeling van die enveloppes zal via het budget van de financiële middelen verlopen, afhankelijk van de overeenkomstige pensioenlast voor de oud-personeelsleden van de instelling, en dus ongeacht het aantal vastbenoemden dat de instelling vandaag nog benuttigt. De betrokken ziekenhuizen zullen dus, in hun individueel budget van financiële middelen op 1 juli 2013, de extra middelen ontvangen om hen die lasten te helpen financieren, maar die hulp zal natuurlijk nooit de volledige som dekken van de pensioenbijdragen die de ziekenhuizen nog aan het Rijk verschuldigd zijn.   

Zelfs al zullen die middelen de werkelijke lasten niet volledig dekken, toch zullen ze de verschillende beheerders helpen om te beslissen hoe ze die belangrijke problematiek zullen beheren.  

Ik herinner er tot slot aan dat het BFM uitsluitend voor het ziekenhuispersoneel en voor het door de Openbare Centra voor maatschappelijk welzijn (OCMW's) ter beschikking gestelde personeel (en die effectief ten laste van de ziekenhuizen vallen) geldt, en niet voor de rusthuizen.