Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-9591

van Inge Faes (N-VA) d.d. 19 juli 2013

aan de minister van Justitie

Huiszoekingen - Cijfergegevens

geografische spreiding
gerechtelijk onderzoek
huiszoeking
officiële statistiek

Chronologie

19/7/2013Verzending vraag
19/11/2013Antwoord

Vraag nr. 5-9591 d.d. 19 juli 2013 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

De huiszoeking is een onderzoeksmaatregel die ertoe strekt gegevens met betrekking misdrijven op te sporen en te verzamelen in privé-plaatsen die door het recht op eerbiediging van het privé-leven zijn beschermd. De huiszoeking is een daad van gerechtelijke politie: zij strekt ertoe de bewijzen i.v.m. een reeds gepleegd misdrijf te verzamelen. Hierdoor onderscheidt zij zich van de louter bestuurlijk zoeking die een preventief karakter heeft. Om dezelfde reden is een huiszoeking evenmin een proactieve maatregel: zij kan niet worden bevolen met de bedoeling de daders van een misdrijf, die men vermoedt op heterdaad te kunnen betrappen, te vatten. Een gerechtelijke huiszoeking is dus steeds reactief, zij veronderstelt dat het misdrijf reeds gepleegd is.

In dit land is het de regel dat een huiszoeking slechts kan plaatsvinden op bevel van de onderzoeksrechter, in het kader van een gerechtelijk onderzoek. De huiszoeking kan worden uitgevoerd in het huis van de verdachte, maar ook op elke plaats waar de onderzoeksrechter vermoedt dat men bewijsmateriaal met betrekking tot het misdrijf verborgen heeft.

Betreffende de huiszoeking had ik graag volgende cijfers:

1) Hoeveel huiszoekingen worden jaarlijks bevolen door de onderzoeksrechters?

a) In hoeveel gevallen betrof het een huiszoeking enkel in de woning van een verdachte?

b) In hoeveel gevallen werd de huiszoeking ook uitgebreid naar andere plaatsen. Welke gebouwen betrof het telkens?

c) Wat is hierbij telkens de verhouding per type misdrijf?

Graag deze cijfers sinds 2008 en per gerechtelijk arrondissement.

Antwoord ontvangen op 19 november 2013 :

De statistisch analisten van het College van procureurs-generaal kunnen geen cijfergegevens verstrekken aangaande deze vragen. Het is niet mogelijk om in het systeem REA/TPI van het openbaar ministerie de zaken te identificeren waar er een huiszoeking in gebeurde.