Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-9571

van Sabine Vermeulen (N-VA) d.d. 16 juli 2013

aan de staatssecretaris voor Leefmilieu, Energie en Mobiliteit, toegevoegd aan de minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen, en staatssecretaris voor Staatshervorming, toegevoegd aan de eerste minister

Federale instantie voor Onderzoek naar Scheepvaartongevallen - Oprichting - Werking - Budget

veiligheid op zee
ongeval bij het vervoer
vervoer over zee
veiligheid van het vervoer
terugwerkende kracht van de wet
toepassing van de wet
onderzoeksorganisme

Chronologie

16/7/2013Verzending vraag
17/9/2013Antwoord

Vraag nr. 5-9571 d.d. 16 juli 2013 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Havenbedrijf Gent en anderen hebben op 19 december 2012 bij het Grondwettelijk Hof het beroep tot vernietiging van de wet van 2 juni 2012 betreffende de federale instantie voor onderzoek van scheepvaartongevallen, ingesteld.

In het kader van het voorontwerp van wet betreffende de Federale instantie voor Onderzoek naar Scheepvaartongevallen (FOSO), werd er op 24 juni 2011 door de Vlaamse Regering reeds een negatief advies uitgebracht. Dit negatieve advies heeft geleid tot een overleg tussen Vlaamse en federale regering. Naar aanleiding van dit overleg werden er een aantal punten verduidelijkt ten aanzien van het voorontwerp FOSO en werden er een aantal punten in de tekst van het voorontwerp FOSO of de bijbehorende Memorie van Toelichting aangepast.

Het voorontwerp van wet onderworpen aan het advies van de Raad van State was ook van toepassing op scheepvaartongevallen met binnenschepen. De huidige wet betreffende de federale instantie voor onderzoek van scheepvaartongevallen sluit scheepvaartongevallen met binnenschepen die op de binnenwateren varen uit het toepassingsgebied.

De federale Regering heeft dus rekening gehouden met het door de Vlaamse Regering uitgebrachte advies.

De oprichting van de FOSO is een feit sinds oktober vorig jaar door het koninklijk besluit betreffende de federale instantie voor onderzoek van scheepvaartongevallen tot nadere regeling van de organisatie, de samenstelling en de werking en tot vaststelling van de bekwaamheden van de personeelsleden. De aanwerving van personeel vond plaats in het najaar van 2012 via Selor.

In de wet staat dat het Maritiem Informatiekruispunt (MIK), elke overheidsinstantie, elke openbare officier, en elke ambtenaar in de uitoefening van zijn ambt die kennis krijgt van een scheepvaartongeval of incident, dat onmiddellijk moet melden aan FOSO. Na telefonisch contact met het MIK blijkt dat FOSO voor hen totaal onbekend is.

Hierover aan u de volgende vragen.

1) De wet van 2 juni 2012 heeft uitwerking met terugwerkende kracht. Ze treedt namelijk op 17 juni 2011 in werking, waardoor er al twee jaar onduidelijkheid heerst. Dat is omdat richtlijn 2009/18/EG, die aan de basis ligt van deze wet, tegen 17 juni 2011 moest omgezet zijn in nationaal recht. Hoe gaat dit praktisch in zijn werk? Bijvoorbeeld voor de bijdrage van exploitanten, betalen zij ook met terugwerkende kracht?

2) Is FOSO al operationeel? Waar is deze dienst gehuisvest en hoeveel personeelsleden en externe deskundigen telt de federatie?

3) Hoeveel onderzoeken naar scheepvaartongevallen heeft FOSO al uitgevoerd?

4) Elke exploitant van een Belgisch schip moet een bijdrage betalen van 0,0126 euro per brutotonnenmaat; en minstens 25 € per schip. Er is ook een maximum van 1 500 euro per schip. Wat is dan de totale bijdrage van alle Belgische schepen voor het jaar 2013?

Antwoord ontvangen op 17 september 2013 :

De vraag van het geacht lid valt in het beleidsdomein Economie, Consumenten en Noordzee, wat niet tot mijn bevoegdheid behoort.