Schriftelijke vraag nr. 5-9560

van Fatiha Saïdi (PS) d.d. 16 juli 2013

aan de minister van Begroting en Administratieve Vereenvoudiging

Personen met een handicap - Federale overheidsdienst Budget en Beheerscontrole - Begeleidingscommissie voor de aanwerving van personen met een handicap in het federaal openbaar ambt

gereserveerde arbeidsplaats
overheidsapparaat
werknemer met een beperking
integratie van gehandicapten
ministerie

Chronologie

Vraag nr. 5-9560 d.d. 16 juli 2013 : (Vraag gesteld in het Frans)

Sinds 2009 ziet de Begeleidingscommissie voor de aanwerving van personen met een handicap in het federaal openbaar ambt, BCAPH, die werd opgericht door het koninklijk besluit van 5 maart 2007, toe op de toepassing van de doelstelling om 3% van de aanwervingen voor te behouden aan personen met een handicap. Die commissie evalueert ook de inspanningen die de federale organisaties hebben geleverd om de doelstelling te halen om 3% personen met een handicap te werk te stellen.

In het vierde evaluatieverslag van de BCAPH, dat onlangs is gepubliceerd, staat dat de tewerkstellingsgraad van personen met een handicap in het federaal openbaar ambt sinds 2009 licht is gestegen. Hij bedroeg op 31 december 2012 1,54%, een stijging van 0,17% sinds 2011.

In de bijlagen bij het rapport staat overigens dat de Federale Overheidsdienst (FOD) Budget en Beheerscontrole zijn personeelsbestand van personen met een handicap heeft verminderd van 1,30% in 2011 tot 0,78%, ofwel een daling van 0,52%. Uit een vergelijking met voorgaande rapporten heb ik opgemaakt dat de tewerkstellingsgraad van personen met een handicap het laagst is sinds de start van het evaluatieverslag in 2009

In de rubriek “geleverde inspanningen” stel ik eveneens vast dat de enige vermelde actie is “de raadpleging van de specifieke reserves van Selor”, waartoe de minister trouwens sinds 1 januari 2013 verplicht is krachtens artikel 6 van het koninklijk besluit van 6 december 2012.

Het rapport bevat ook andere eerder verontrustende cijfers. Het eerste heeft betrekking op het niveau van de beklede functies. De personen met een handicap verrichten meestal taken van niveaus D en C. Het tweede heeft betrekking op het geslacht van de tewerkgestelde personen. Binnen het federaal openbaar ambt is de verhouding 47,26% mannen en 52,74% vrouwen. Dat komt grosso modo overeen met de geslachtsverhouding binnen de Belgische bevolking. Wat de tewerkstelling van personen met een handicap betreft zijn vrouwen met een handicap met amper 41,22% ondervertegenwoordigd.

Kan de minister mij in het licht van die gegevens het volgende meedelen:

1) het aantal ambtenaren dat op 31 december 2012 in zijn administratie werkte;

2) het aantal personen met een handicap die op 31 december 2012 in zijn administratie werkten;

3) het aantal personen met een handicap die in 2012 in zijn administratie op pensioen zijn gegaan en het aandeel dat dit vertegenwoordigt tot het totale personeelsbestand van tewerkgestelde personen met een handicap;

4) het aantal personen met een handicap die hun arbeidsovereenkomst hebben verbroken en het aandeel dat dit vertegenwoordigt tot het totale personeelsbestand van werknmers met een handicap;

5) het aantal personen met een handicap die in 2012 zijn aangeworven en het aandeel dat ze vertegenwoordigen in het totale personeelsbestand van tewerkgestelde personen met een handicap, evenals het aandeel dat ze vertegenwoordigen binnen het globale personeelsbestand van zijn administratie;

6) op welke niveaus zijn de personen met een handicap tewerkgesteld en wat is de opdeling per geslacht;

7) het aantal vrouwen met een handicap en hun aandeel in verhouding tot het totale personeelsbestand van personen met een handicap in zijn administratie;

8) het aantal ambtenaren met een handicap die tussen 1 januari 2013 en 30 juni 2013 zijn aangeworven en de nieuwe inspanningen die in die periode zijn gedaan?

Antwoord ontvangen op 13 mei 2014 :

1) Mijn overheidsdienst stelde op 31 december 2012 152 ambtenaren te werk. Dit komt overeen met 127 voltijds equivalenten (VTE). 

2) Op 31 december 2012 was er bij de Federale Overheidsdienst (FOD) B&B één ambtenaar met een erkende handicap tewerkgesteld. 

3) Onder de ambtenaren die in 2012 met pensioen zijn gegaan bij de FOD B&B was er geen enkele met een erkende handicap. 

4) In 2012 heeft geen enkele ambtenaar met een erkende handicap zijn arbeidsovereenkomst met de FOD B&B opgezegd.  

5) De FOD B&B heeft in 2012 geen enkele ambtenaar met een erkende handicap aangeworven.   

6) De verdeling per niveau en per geslacht van de ambtenaren met een erkende handicap is de volgende: 

7) Bij de FOD B&B werkt een vrouw met een handicap. Dit komt in totaal neer op 100% van de totale personeelsbezetting van ambtenaren met een erkende handicap binnen de FOD B&B. 

8) Van de ambtenaren die we hebben aangeworven tussen 1 januari 2013 en 30 juni 2013 had geen enkele een erkende handicap ondanks onze inspanningen om de specifieke reserve te raadplegen. Wij werven steeds aan via SELOR en hebben dan ook geen andere actiemogelijkheden om de aanwerving van gehandicapten te bevorderen dan de specifieke reserves te raadplegen en de vacante betrekkingen open te stellen voor iedereen, wat we ook doen.  

Dat er minder personen met een handicap zijn kan ook verklaard worden door het feit dat het enkel gaat om cijfers met betrekking tot personen die hun handicap hebben aangegeven bij de bevoegde instanties. Daarnaast zijn er ambtenaren in dienst die oorspronkelijk aangifte hadden gedaan van hun handicap en die om persoonlijke redenen niet de nodige stappen hebben ondernomen om hun statuut te verlengen. We kunnen hen dan ook niet meer opnemen in onze statistieken.