Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 5-9555

van Karl Vanlouwe (N-VA) d.d. 12 juli 2013

aan de vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Europese Zaken

de economische adviseurs (Adviseurs in de Economische Diplomatie)

personeel in diplomatieke dienst
diplomatieke betrekking
gewesten en gemeenschappen van België
machtsconflict
buitenlandse handel

Chronologie

12/7/2013Verzending vraag
15/10/2013Antwoord

Herkwalificatie van : vraag om uitleg 5-3803

Vraag nr. 5-9555 d.d. 12 juli 2013 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

In het Belgisch Staatsblad verscheen op 17 juni laatstleden het koninklijk besluit tot benoeming van Adviseurs in Economische Diplomatie. Het gaat over 16 landgenoten die actief zijn in 9 verschillende landen. Daarnaast werd ook één Adviseur in de Buitenlandse Handel aangeduid.

Ik lees dat er maar liefst 4 economische adviseurs door de minister werden aangesteld in Portugal, terwijl ik op de website van de Belgische ambassade te Lissabon lees dat er ook al 4 Belgische ereconsuls bestaan.

In het verleden werd de overlapping met de economische vertegenwoordigers van de regio's, Flanders Investment and Trade en Awex, al aangekaart. De economische adviseurs zijn een schending van de bevoegdheidsverdeling inzake buitenlandse handel, die een bevoegdheid van de deelstaten is.

Daarnaast lijkt er ook een overlapping te bestaan tussen deze economische adviseurs en de ereconsuls. Vaak zien we dat ereconsuls of honoraire consuls ondernemers zijn in een ander land. Deze ondernemers worden tot ereconsul benoemd omwille van hun verdienste tot de bilaterale betrekkingen inzake cultuur of handel en teneinde de zakelijke banden te versterken. Zij beschikken reeds over een uitgebreid zakelijk netwerk ter plaatse en staan eveneens in contact met de Belgische ambassadeur.

Daarnaast lijkt de kans niet onbestaande dat wanneer ondernemers als economische adviseurs worden aangeduid, zij hun eigenbelang tijdens het geven van economisch advies zouden kunnen laten primeren.

Mijn vragen aan de minister zijn:

1) Zou de minister, vermits er reeds discussie bestaat over de economische adviseurs van de regio's, duidelijkheid kunnen verschaffen over het verschil met de door hem gecreëerde functies van Adviseurs in Economische Diplomatie en Adviseurs in Buitenlandse Handel?

2) Welke overlapping bestaat er in de functiebeschrijving van een Adviseur in Economische Diplomatie en een ereconsul die ter plaatse de contacten heeft in de zakenwereld?

3) Hoe zal de minister vermijden dat de economische adviseurs hun adviserende taak niet zullen laten beïnvloeden door hun eigen economische activiteiten?

Antwoord ontvangen op 15 oktober 2013 :

1) Wat betreft het verschil tussen “Adviseurs in Buitenlandse Handel” en “Adviseurs in economische diplomatie”:

  1. De adviseurs in buitenlandse handel bestaan niet meer. De laatsten onder hen werden benoemd in 2008 voor een mandaat van vier jaar. Dit mandaat liep af in 2012. De formule van adviseurs in buitenlandse handel werd opgeheven bij koninklijk besluit van 24 januari 2013.

  2. De adviseurs in economische diplomatie zijn privépersonen, Belgen of niet Belgen, zonder contractuele band met de openbare Belgische instellingen. Zij hebben aanvaard om gratis raad te verstrekken aan officiële vertegenwoordigers van België aangaande sociale, economische en financiële materies waarvoor zij bevoegd zijn. Zij hebben een louter consultatieve rol.

2) De ere-consuls zijn officiële agenten benoemd door de Koning om consulaire functies uit te oefenen in een welbepaalde jurisdictie. Hun benoeming behoeft eveneens de instemming van de Ontvangststaat die een “exequatur” verleent. De beslissing om een ere-consul te benoemen is over het algemeen gebonden aan de omvang van de Belgische gemeenschap en van belangrijke economische activiteiten in hun bevoegde jurisdictie. Zij oefenen hun activiteiten rechtstreeks uit onder controle van de post (Ambassade of Consulaat-generaal) van de jurisdictie waarin zij zijn gevestigd. Zij ondersteunen de posten in gebieden waarvan deze ver verwijderd zijn. In het bijzonder hebben zij een belangrijke rol voor bijstand aan Belgen wanneer deze zich in hun jurisdictie in een noodsituatie bevinden.

Hun bevoegdheden vloeien voort uit de bepalingen van het Verdrag van Wenen inzake de consulaire relaties, maar binnen deze grenzen wordt de omvang ervan eveneens bepaald door de Federale Overheidsdienst (FOD) Buitenlandse Zaken. Er is dus geen verwarring mogelijk tussen de bevoegdheden van ere-consuls en adviseurs in economische diplomatie.

3) De taak van adviseurs in economische diplomatie is louter consultatief. Er is geen enkel gevaar van belangenconflict. Het doel is België te laten genieten van hun kennis van een sector en een land.